10.4 en 10.5 2e en 3e barrière

Welkom

Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Tas van tafel
Laptop + Binas pakken
Ga in deze Lesson-Up

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

Deze les:
- Uitleg LessonUp met leerdoelen 10.5 en 10.6
- Zelfstandig werken aan leerdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Doelstelling
Je kunt uitleggen hoe de aspecifieke afweer de groei van een populatie ziekteverwekkers kan inperken en de specifieke afweer kan activeren.


 ontstekingsreactie, Natural Killer (NK) cellen.

Slide 4 - Tekstslide

Dit hoofdstuk
1e linie: 10.2 en 10.3
2e linie: 10.4
3e linie: 10.5


Slide 5 - Tekstslide

Overzicht
barriere 1, buiten houden van ziekteverwekkers
barriere 2, aspecifieke afweer: detectie, eerste bestrijding en activatie van de specifieke afweer
barriere 3, specifieke afweer: gerichte bestrijding van een specifieke ziekteverwekker

antigeen (gemeen): molecuul waaraan een ziekteverwekker herkend wordt.
antistof (tof): molecuul waarmee het lichaam de ziekteverwekker bestrijd.

Slide 6 - Tekstslide

1e barriere
  • Huid
  • Antibacteriele stoffen in slijmlagen
  • Maagzuur

Aspecifiek: gericht op alle lichaamsvreemde stoffen

Slide 7 - Tekstslide

Fagocyten herkennen ziekteverwekkers door hun antigenen, dit zijn eiwitten in het celmembraan.

Slide 8 - Tekstslide

Niet-specifieke afweer: fagocyten
Fagocyten zijn witte bloedcellen die lichaamsvreemde deeltjes 'opeten  en verteren

Ze herkennen lichaamsvreemde deeltjes door de lichaamsvreemde antigenen

Lichaamsvreemde deeltjes worden gefagocyteerd en worden opgelost met behulp van celorganellen genaamd lysosomen

Een bekend voorbeeld van fagocyten zijn macrofagen


De niet specifieke-afweer zal bij een grootschalige infectie ook de specifieke afweer inschakelen

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Ontstekingsreactie
  1. Beschadigde cellen geven signaalstoffen af
  2. Macrofagen verzamelen zich en fagocyteren ziektewekkers
  3. Macrofagen geven signaalstoffen af en lokken meer fagocyterende cellen

Signaalstoffen zorgen ook dat bloedvaten wijder worden (de afweer kan de infectie makkelijker bereiken -> het weefsel wordt rood (=ontstoken)

Macrofagen fagocyteren binnengedrongen ziekteverwekkers en beschadigde cellen. 

Nadat een macrofaag iets heeft gefagocyteerd gaat de macrofaag zelf vaak ook dood





Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

De zandbak is een plaats waar kleine kinderen grote kans lopen op besmetting met kleine wormpjes (aarswormen). Een klein kind speelt in de zandbak en krijgt wormeneitjes onder de nageltjes. Even later steekt ze haar duim in haar mond. Gelukkig blijkt ze een paar dagen later toch geen wormenbesmetting te hebben. Hoe is dat mogelijk?

Slide 13 - Open vraag

specifiek/niet specifiek
2e barrière
3e barrière

Slide 14 - Tekstslide

Virus zit in de cel - probleem

Slide 15 - Tekstslide

Natural Killer Cel (NK-cel)
 
Lichaamscel raakt geïnfecteerd met virus

Viruseiwitten komen terecht in de celmembraan van de lichaamscel

NK cel herkent en doodt de cel door deze te doorboren en te injecteren met enzymen.

Slide 16 - Tekstslide

NK-cel
Andere functies:

Opruimen tumorcellen (voordat ze een probleem worden)

Afbraak weefsels tijdens ontwikkeling (tandwortels melkgebid, vliezen tussen vingers)

Slide 17 - Tekstslide

Lichaamseigen/vreemd
Antigenen: herkenningseiwitten aan buitenkant van een cel/virus/bacterie

  • Lichaamseigen - eigen lichaamscellen
  • Lichaamsvreemd - ziekteverwekkers

Op iedere antigen past slechts één specifieke antistof

Slide 18 - Tekstslide

Waarvoor krijg je koorts?
Koorts doordat witte bloedcellen stofjes maken waardoor de hypothalamus lichaamstemperatuur verhoogt

  • Bloed stroomt sneller en voer je de afvalstoffen van ziekteverwekkers sneller af
  • Witte bloedcellen maken sneller antistoffen
  • > 42 graden Celsius is gevaarlijk, waarom?

Slide 19 - Tekstslide

Veel mensen slikken bij koorts paracetamol. Deze stof zorgt ervoor dat de hypothalamus weer de normale lichaamstemperatuur aangeeft.
De koorts zakt dan.

Word je door paracetamol ook sneller beter? Leg uit.

Slide 20 - Open vraag

Doel
Je kunt uitleggen hoe het afweersysteem specifieke ziekteverwekkers uit het lichaam verwijdert.

Je kunt het verschil in werking tussen B-cellen en T-cellen uitleggen

Slide 21 - Tekstslide

specifiek/niet specifiek
2e barrière
3e barrière

Slide 22 - Tekstslide

3e barrière
In het bloedplasma zitten T-Helpercellen

Elke T-Helpercel herkent specifiek 1 antigen

Als deze herkend wordt dan gaat de T-Helpercel andere witte bloedcellen aan het werk zetten

Slide 23 - Tekstslide

Typen cellen
B-cellen
maakt antistoffen

T-cellen
vernietigt geïnfecteerde cellen

Slide 24 - Tekstslide

Werking antistoffen
  1. neutraliseren virussen
  2. samenklonteren besmette cellen
  3. versterken fagocytose

De antistoffen worden gemaakt door de B-cellen

iedere B-cel maakt 1 type antistof, specifiek tegen 1 antigen.

Slide 25 - Tekstslide

Zijn er bij een allereerste infectie al t-helpercellen beschikbaar voor dat specifieke antigen?
A
Ja
B
Nee
C
Alleen bij gezonde individuen

Slide 26 - Quizvraag

T-cellen zijn vergelijkbaar met
A
NK-cellen
B
Fagocyten
C
Macrofagen
D
T-helper cellen

Slide 27 - Quizvraag

samenvatting
aspecifieke afweer:
  • 1e barriere voorkomt binnendringen (3 onderdelen)
  • 2e barriere ruimt op én activeert specifieke T-helper cellen

specifieke afweer
  • T-helpercellen activeren B- en T-cellen die specifieke receptoren hebben voor één antigen.
  • specifieke B-cellen delen en bestrijden de ziekte met antistoffen
  • specifieke T-cellen delen en doden geïnfecteerde cellen.
  • Na de infectie worden geheugencellen bewaard (B- én T-cellen). Je wordt immuun

Slide 28 - Tekstslide

In het lichaam van de mens zijn onder andere drie typen vocht te onderscheiden: bloedplasma, lymfe en weefselvocht.
10. In welk of welke van deze drie typen vocht kunnen antistoffen voorkomen?

Slide 29 - Open vraag

Huiswerk
Basiskennisvragen 10.4 en 10.5

Samenvatten  / verwerken leerdoelen deze LessonUp


Slide 30 - Tekstslide