Basisstof 1 - het skelet van de mens

Thema 7
Stevigheid en beweging
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 7
Stevigheid en beweging

Slide 1 - Tekstslide

Thema 7
Stevigheid en beweging
Basisstof 1
Het skelet van de mens

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoelen:
  1.  Je kunt de onderdelen van het skelet van de mens benoemen;
  2.  Je kunt de functies van het skelet benoemen;
  3.  Je kunt de verschillen tussen platte beenderen en pijpbeenderen uitleggen;
  4.  Je kunt de koppeling maken tussen vorm en functie van poten/benen. 


Vandaag:
  • Introductie en planning thema 7
  • Uitleg basisstof 1
  • Opdrachten maken

Slide 3 - Tekstslide

Introductie en planning
  • Week 1 (vandaag en morgen): online les
  • Week 2 (volgende week): repetitie afronden/opdracht, les
  • Week 3 (eerste week na de meivakantie): les
  • Week 4 (tweede week na de meivakantie): repetitie  (17 en 18 mei)

Slide 4 - Tekstslide

Heeft de mens een inwendig of een uitwendig skelet?
A
Uitwendig
B
Inwendig

Slide 5 - Quizvraag

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer uit...?
A
502 botten
B
206 botten
C
351 botten
D
150 botten

Slide 6 - Quizvraag

Welke twee orgaanstelsels hebben invloed op stevigheid en beweging?

Slide 7 - Woordweb

Het skelet bestaat uit botten. Een ander woord voor botten is _____________.
A
Ruggengraat
B
Beenderen
C
Benen
D
Schedel

Slide 8 - Quizvraag

Waar zit het kleinste botje in het menselijk lichaam?
A
Neus
B
Hand
C
Voet
D
Oor

Slide 9 - Quizvraag

Functies skelet
1. Stevigheid geven



Slide 10 - Tekstslide

Functies skelet
2. Bescherming van tere (kwetsbare) organen .
bv hersenen beschermd door schedel, longen door borstkas


Slide 11 - Tekstslide

Functies skelet
3. Beweging mogelijk maken (samen met de spieren)

Slide 12 - Tekstslide

Functies skelet
4. Vorm geven aan het lichaam

Slide 13 - Tekstslide

Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
maag en nieren
B
hart en longen
C
hersenen
D
darmen en maag

Slide 14 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door de wervelkolom, ruggengraat?
A
Darmen
B
Hersenen
C
Zenuwen
D
Spieren

Slide 15 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze schedel?
A
longen
B
hart
C
darmen
D
hersenen

Slide 16 - Quizvraag

Opbouw van je lichaam

Slide 17 - Tekstslide

SKELET


Slide 18 - Tekstslide

7 halswervels
12 borstwervels
5 lendenwervels
heiligbeen
staartbeen

WERVELKOLOM


Slide 19 - Tekstslide

Borstkas
  • borstbeen
  • 12 borstwervels
  • 12 paar (24) ribben, waarvan 2 paar (4) zwevende ribben (zitten niet vast aan borstbeen)

Slide 20 - Tekstslide

Schoudergordel

* Schouderblad


* Sleutelbeen



Slide 21 - Tekstslide

Bekkengordel

Ook wel: bekken

* Heupbeenderen
* Heiligbeen



Slide 22 - Tekstslide

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel, ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen, armen en benen

Slide 23 - Quizvraag

Beenderen van de hand
Spaakbeen
Ellepijp
Handwortelbeentjes
Middenhandsbeentjes
Vingerkootjes

Slide 24 - Tekstslide

Handwortelbeentjes

Slide 25 - Tekstslide

Middenhandsbeentjes

Slide 26 - Tekstslide

Vingerkootjes

Slide 27 - Tekstslide

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van de hand
vingerkootje
ellepijp
handwortel-
beentje
spaakbeen
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5

Slide 28 - Sleepvraag

Beenderen van het been
Dijbeen
Knieschijf
Kuitbeen
Scheenbeen
Voetwortelbeen
Middenvoetsbeen

Slide 29 - Tekstslide

Ledematen 





Bij de pols zit de ellepijp aan de kant van de pink
Ellepijp is meestal dunner en langer dan spaakbeen 

Slide 30 - Tekstslide



Pijpbeenderen
Mergholte met geel beenmerg
Koppen met rood beenmerg


Platte beenderen
Rood beenmerg

Type beenderen
Rood beenmerg = aanmaak bloedcellen
Geel beenmerg = opslag vet

Slide 31 - Tekstslide

zoolganger/ teenganger/ topganger (hoefganger)

Slide 32 - Tekstslide

Hoefganger
Loopt op de hoef => op de nagel die op de top van de teen

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Teenganger
Loopt op de teenkootjes

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Zoolganger
Loopt op de gehele voet

Slide 37 - Tekstslide

Safouan en Bas doen een uitspraak over topgangers;
Safouan:,, Topgangers kunnen snel rennen omdat ze hun hele voetzool gebruiken.
Bas:,, Topgangers zakken snel weg in zachte ondergrond omdat ze alleen op het topje van hun poten lopen.

Wie heeft/hebben gelijk?
A
Safouan
B
Bas
C
Safouan en Bas
D
Geen van beide

Slide 38 - Quizvraag

In de afbeelding zie je een foto van een aap.
Is een aap een topganger of een zoolganger?
En zijn de poten van een aap vooral aangepast
aan het lopen op een drassige bodem of aan het
lopen op een harde bodem?

A
topganger - drassige bodem
B
topganger - harde bodem
C
zoolganger- drassige bodem
D
zoolganger- harde bodem

Slide 39 - Quizvraag

Lesdoelen:
  1.  Je kunt de onderdelen van het skelet van de mens benoemen;
  2.  Je kunt de functies van het skelet benoemen;
  3.  Je kunt de verschillen tussen platte beenderen en pijpbeenderen uitleggen;
  4.  Je kunt de koppeling maken tussen vorm en functie van poten/benen. 


Vandaag:
  • Introductie en planning thema 7
  • Uitleg basisstof 1
  • Opdrachten maken: 1 t/m 8 --> ONLINE OF EEN FOTO STUREN

Slide 40 - Tekstslide