H1 Spelling 15092022

Nederlands - H1A
Leg klaar: boek, schrift, pen, chromebook
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - H1A
Leg klaar: boek, schrift, pen, chromebook

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

LESDOELEN  
  • Je weet wat een synoniem is (we herhalen er enkele)
  • Je weet hoe je een tekst begrijpelijk schrijft
  • Je weet wanneer je hoofdletters en leestekens gebruikt
  • Je kan hoofdletters en leestekens correct gebruiken in schrijfoefeningen

Slide 3 - Tekstslide

Wat wordt er bedoeld met een woordraadstrategie?

Slide 4 - Open vraag

Wat is een synoniem?
A
2 woorden verschillende betekenis
B
1 woord met meerdere betekenissen
C
2 woorden die tegenstellingen van elkaar zijn
D
2 woorden met dezelfde betekenis

Slide 5 - Quizvraag

synoniem van aanvoerder?
A
schipper
B
leider
C
ruziemaker
D
underdog

Slide 6 - Quizvraag

synoniem van ravage?
A
afgrond
B
uitbarsting
C
lawine
D
puinhoop

Slide 7 - Quizvraag

passief blijven

placebo
frequent
conclusie
individueel
alleen
niks doen
vaak
besluit
nepmedicijn

Slide 8 - Sleepvraag

synoniem van kolossale?
A
grote
B
enorme
C
kleine
D
fragiele

Slide 9 - Quizvraag

synoniem van individueel?
A
samen
B
alleen
C
in groepsverband
D
egoïstisch

Slide 10 - Quizvraag

synoniem van experiment?
A
proef
B
cadeau
C
vakantie
D
papiersoort

Slide 11 - Quizvraag

Klap je chromebook dicht en kijk naar het bord!

Slide 12 - Tekstslide

Hoe schrijf je begrijpelijk?
  1. Bedenk een onderwerp waar over je wilt schrijven.
  2. Maak eventueel een kladversie
  3. Controleer de inhoud van de tekst
    - Weet de lezer na het lezen alles?
    - Begrijpt de lezer wat er staat?
  4. Vul de tekst aan
  5. Controleer de vorm.
    - Geen woorden of letters vergeten?
    - Spel- en taalfouten?
    - Interpunctie

Slide 13 - Tekstslide

Leestekens in een tekst
  • Achter elke mededelende zin een punt
  • Achter een vragende zin een vraagteken
  • Achter een uitroep een uitroepteken
  • Een komma tussen twee persoonsvormen en verbindingswoorden
  • Geen komma voor "en" en "of"

Slide 14 - Tekstslide

Hoofdletters
- aan het begin van een zin
- bij namen (personen, plaatsen, instellingen)
- bij woorden die van namen zijn afgeleid

Mevrouw Maertens heeft de Belgische nationaliteit en zij is docent Nederlands op het Stanislascollege.

Slide 15 - Tekstslide

LESDOELEN  BEHAALD?
  • Synoniem = ? 
  • Tekst begrijpelijk schrijven --> hoe? 
  • Wanneer gebruik je hoofdletters?
  • Wanneer en waarom gebruik je leestekens?

Slide 17 - Tekstslide

PLENDA
Di 20 sept:
NL (M):
p.32, opdracht 1, 2, 3, 4 en 6 


Slide 18 - Tekstslide