In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Lesson aims
Recap
The grammar rules
Quiz
Activity
Slide 2 - Tekstslide
Aims
I can tell the difference between the past simple and past continuous
I can use the past simple and past continuous
Slide 3 - Tekstslide
Short recap
Facts
Habits
Routines
Slide 4 - Tekstslide
Short recap
Happening now
Happening over a longer period of time
Slide 5 - Tekstslide
Past Simple
De Past Simple is de Engelse term voor de verleden tijd.
Je gebruikt deze vorm als je het hebt over
feiten, gewoonten of dingen die je doet met regelmaat
die in het verleden gebeurd zijn en nu helemaal klaar zijn.
stam +ed / onregelmatig werkwoord
Slide 6 - Tekstslide
Past Continuous
De Past Continuous is de duurvorm in de verleden tijd. Je gebruikt deze vorm als je wil zeggen dat
iets op een bepaald moment in het verleden een tijd(je) aan de gang was
was/were & werkwoord +ing
Slide 7 - Tekstslide
Signaalwoorden
Voor de past continuous:
when, while
Voor de past simple zijn het vaak tijdsbepalingen uit het verleden: yesterday, last week, last year, 1997, 2 days ago etc.
Slide 8 - Tekstslide
Past continuous vs. past simple
Je gebruikt de past continuous i.c.m. de past simpleom aan te geven dat er iets gebeurde (korte actie = past simple) terwijl er al iets aan de gang was (lange actie = past continuous).
I was reading a book when the phone rang.
I was washing my car when the accident happened.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Zijn de regels duidelijk? Zijn er nog onduidelijkheden?
ššššš
Slide 11 - Poll
Fill in the past simple: I .............. to my neighbour yesterday.
timer
0:20
A
talk
B
talks
C
talked
D
were talking
Slide 12 - Quizvraag
Wat zijn signaalwoorden voor de past simple?
timer
0:20
A
for, yet, never, ever
B
yesterday, last year, ago
C
always, often, usually, never
D
right now, at the moment
Slide 13 - Quizvraag
Fill in the past continuous: We ................... a good movie when the phone rang.
timer
0:20
A
watched
B
have watched
C
were watching
D
are watching
Slide 14 - Quizvraag
Wat zijn signaalwoorden voor de past continuous?
timer
0:20
A
when, while
B
always, never, ever, often
C
right now, at the moment
D
yesterday, last week
Slide 15 - Quizvraag
Zijn de regels duidelijk?
ššššš
Slide 16 - Poll
Past Simple & Past Continuous
I _______________ (wait) for the bus when it _______________ (start) to rain.
Slide 17 - Tekstslide
Past Simple & Past Continuous
I WAS WAITING (wait) for the bus when it STARTED (start) to rain.
Slide 18 - Tekstslide
Past Continuous & Past Continuous
While we ______________________ (walk) the dog, the neighbours _______________ (wash) their car.
Slide 19 - Tekstslide
Past Continuous & Past Continuous
While we WERE WALKING (walk) the dog, the neighbours WERE WASHING (wash) their car.
Slide 20 - Tekstslide
Past Simple & Past Continuous
I _________________________ (read) the newspaper, when all of a sudden my cat ___________________ (jump) onto my lap.
Slide 21 - Tekstslide
Past Simple & Past Continuous
I WAS READING (read) the newspaper, when all of a sudden my cat JUMPED (jump) onto my lap.