M & O H6 Aankleden en inrichten van een ruimte

Het plaatje is een voorbeeld van:
A
E-Health
B
Domotica
C
Robotica
D
Elektronisch patiëntendossier
1 / 14
volgende
Slide 1: Quizvraag
MagazijnVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Het plaatje is een voorbeeld van:
A
E-Health
B
Domotica
C
Robotica
D
Elektronisch patiëntendossier

Slide 1 - Quizvraag

Het plaatje is een
voorbeeld van?
A
E-health
B
Domotica
C
Robotica
D
Elektronisch patiëntendossier

Slide 2 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen e-health en domotica?
A
E-health verandert de zorg, bij domotica staat de informatie van alle patiënten in een dossier.
B
E-health verandert de manier van wonen, domotica verandert de zorg.
C
E-health verandert de zorg, domotica verandert de manier van wonen.
D
Bij E-healh staat de informatie van alle patiënten in een dossier, bij domotica verandert de zorg.

Slide 3 - Quizvraag

Wat staat er in een elektronisch patiëntendossier?
A
Hierin staat alleen de medicijngegevens van de patiënt.
B
Hierin staat alle informatie van de patiënt.
C
Hierin staan alleen de gegevens van de apotheek van de patiënt.

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord hoort bij het plaatje?
A
Domotica
B
E-Health
C
Robotica
D
Elektronisch Patiëntendossier

Slide 5 - Quizvraag

Aankleden en inrichten van een ruimte
Doelstellingen
Aan het einde van dit hoofdstuk weet/kun je:
  • de wensen en behoeften van mesnsen inventariseren
  • weet je de functies van verschillende ruimtes
  • kun je een schets maken voor de aankleding en  inrichting van een ruimte
  • kun je ruimtes aanpassen aan de doelgroep
  • kun je een ruimte logisch indelen
  • ben je op de hoogte van veiligheidsvoorschriften
  • heb je oog voor veiligheid

Slide 6 - Tekstslide

Aankleden en inrichten van een ruimte
Grondhouding
  1. respect= Iemand waarderen
  2. empathie= je kunnen verplaatsen of inleven in gevoelens van een ander
  3. echtheid= je bent eerlijk

Slide 7 - Tekstslide

Aankleden en inrichten van een ruimte
Omgangsvormen

omgangsvormen= manieren waarop je met andere mensen hoort om te gaan

ongeschreven regels= regels die niet op papier staan maar die iedereen eigenlijk opvolgt

geschreven regels= regels die vastgelegd zijn, bijv. wetten

Slide 8 - Tekstslide

Aankleden en inrichten van een ruimte
Doelgroep en functie van de ruimte
Houdt rekening met:
  • leefsituatie - wonen/geld/vrije tijd/school/werk/gezondheid
  • leeftijd - kind / oudere
  • functies van ruimtes - wonen/slapen/verplegen/recreatie/kinderopvang


Slide 9 - Tekstslide

Aankleden en inrichten van een ruimte
Veilgheid en Ruimte
In een ruimte moet gekeken worden naar:
  1. brandveiligheid
  2. EHBO
  3. materialen
  4. apparatuur
  5. gevaarlijke stoffen/materialen
  6. doelgroep

Slide 10 - Tekstslide

Aankleden en inrichten van een ruimte
Veilgheid en ruimte
1. brandveiligheid

In een ontruimingsplan staat beschreven wat er moet gebeuren in geval van nood om zoveel mogelijk mensen het gebouw uit te krijgen.

Een ontruimingsplattegrond is bedoeld om de gerbuikers van een gebouw te informeren hoe ze het gebouw moeten verlaten bij een gebeurtenis

Slide 11 - Tekstslide

Aankleden en inrichten van een ruimte
Veiligheid en ruimte
2. EHBO

  • in elke ruimte moet een EHBO-koffer aanwezig zijn
  • in ieder bedrijf moet iemand aanwezig zijn met een BHV-diploma

Slide 12 - Tekstslide

Aankleden en inrichten van een ruimte
Veiligheid en ruimte
3. materialen

Slide 13 - Tekstslide

Aankleden en inrichten van een ruimte

Slide 14 - Tekstslide