Begrijpend lezen blz. 18
1 / 13
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Link
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat weet je na het lezen van de eerste alinea?
A
Dat alle dichtvormen moeten rijmen
B
Dat er heel veel dichtvormen bestaan.
C
Dat volgens de schrijver iedereen kan dichten
D
Dat volgens de schrijver niet iedereen kan dichten
Slide 4 - Quizvraag
Wat moet er worden ingevuld bij 1?
A
Verschillende opbouw
B
Vijf regels
C
Dezelfde verdeling
D
Vijf woorden
Slide 5 - Quizvraag
Slide 6 - Tekstslide
Welke kenmerken horen bij een Haiku
A
3 regels, 17 lettergrepen
B
11 woorden, 3 regels
C
17 woorden, 3 regels
D
3 woorden en 5, 7 en 6 lettergrepen
Slide 7 - Quizvraag
Slide 8 - Tekstslide
Bij welke dichtvorm speelt het aantal regels geen rol?
A
Elfje
B
Haiku
C
Naamdicht
D
Bij allemaal
Slide 9 - Quizvraag
Slide 10 - Tekstslide
Bij welke alinea hoort dit gedicht?
A
Bij de eerste alinea
B
Bij de tweede alinea
C
Bij de derde alinea
D
Bij de vierde alinea
Slide 11 - Quizvraag
Elfje
Haiku
Naamdicht
Slide 12 - Sleepvraag
Wat hebben jullie deze les geleerd?
