P11 - Les 3 - Menstruatiecyclus & menopauze

P11 - Les 3 - Menstruatiecyclus & menopauze
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
AnatomieMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

P11 - Les 3 - Menstruatiecyclus & menopauze

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Bij de ovulatie
A
springt de eicel uit het follikel jasje
B
wordt het baarmoederslijmvlies afgebroken
C
verdwijnt het gele lichaam
D
nestelt het bevrucht eitje zich in

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer is de ovulatie?
A
7 dagen na begin menstruatie
B
14 dagen na begin menstruatie
C
Na de eisprong
D
Voor de eisprong

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een zygote?
A
De eerste cel van het nieuwe organisme
B
stadium na embryo, twee maanden oud
C
16 tot 32 stamcellen
D
De bevruchte eicel die zich innestelt in de baarmoederwand

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een menstruatiecyclus duurt ongeveer 28 dagen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag van de menstruatiecyclus is de kans op bevruchting het grootste?
A
Dag 1
B
Dag 4
C
Dag 14
D
Dag 24

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

menstruatiecyclus

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menstruatie
Gebeurtenissen tijdens de menstruatiecyclus:
  1. eicel rijpt 
  2. baarmoederslijmvlies groeit 
  3. eisprong (ovulatie) 
  4. menstruatie 

Tijdens de menstruatie wordt het verdikte deel van het baarmoederslijmvlies afgestoten.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Op welke dag van de menstruatiecyclus vindt de ovulatie plaats?
A
7
B
14
C
21
D
28

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarmee start de menstruatiecyclus?
A
Ovulatie
B
Menstruatie
C
Eisprong
D
Gele lichaam

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De menstruatiecyclus

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Menopauze

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een ander woord voor menopauze is "overgang".
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De overgang
 een aantal jaren rondom je laatste ongesteldheid. 
Het is een natuurlijke periode in het leven van vrouwen. 
Je lichaam verandert van vruchtbaar naar niet meer vruchtbaar.
Vaak worden ‘overgang’ en ‘menopauze’ door elkaar gebruikt.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maartje is 47 jaar en al een jaar in de overgang. Ze kan niet meer zwanger worden en is daarom gestopt met het gebruik van anticonceptie.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Oeps
Je kunt tijdens de overgang nog zwanger worden. 
Zolang je menstrueert, ook al is het heel onregelmatig, bestaat de kans dat er een eicel vrijkomt die bevrucht kan worden. 

Jaarlijks raken zelfs nog ongeveer 10 vrouwen die ouder zijn dan 50 in verwachting.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De menopauze
 dit is de laatste ongesteldheid. 
Gemiddeld is dat bij vrouwen als ze 51 jaar zijn.
De overgang zijn de jaren rondom de laatste ongesteldheid.
De overgang begint meestal tussen 40e en 60e levensjaar.
1 op de 100 vrouwen komt te vroeg in de overgang, 
voor ze 40 jaar zijn.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Klachten

Slide 20 - Woordweb

Verandering in ongesteld zijn:
  • Er zit meer of minder tijd tussen je ongesteldheid dan je gewend was.
  • Je bent langer of korter ongesteld.
  • Je kunt erger ongesteld worden en meer bloed verliezen. Bij sommige vrouwen wordt het bloedverlies minder.
  • Ook andere klachten bij ongesteldheid kunnen veranderen. Zoals buikpijn, rugpijn of hoofdpijn. Je kunt hier voor het eerst last van hebben. Of de klachten kunnen erger worden dan eerder, of minder erg.
Warmte-aanvallen (opvliegers):
  • 8 van de 10 vrouwen hebben warmte-aanvallen: opvliegers.
  • Ze komen opeens en duren meestal een paar minuten.
  • Je krijgt het opeens heel warm.
  • Je gezicht, hals en borst kunnen rood worden.
  • Je kunt opeens veel gaan zweten. Ook 's nachts.
Klachten van de vagina
  • Ongeveer 3 van de 10 vrouwen heeft hier last van.
  • De huid van je vagina wordt dunner. Dit kan zorgen voor jeuk, droogheid of meer vocht en slijm.
  • Het duurt langer voor je vagina vochtig wordt als je zin in seks hebt.
Andere klachten
De klachten door de overgang kunnen weer zorgen voor andere klachten:
  • Door veel bloedverlies: Je kunt bloedarmoede krijgen. Klachten zijn bijvoorbeeld moe zijn of duizelig zijn.
  • Door opvliegers en veel zweten 's nachts: Je slaapt misschien slecht. Daardoor kunt je je moe, somber, verdrietig of snel boos voelen.
  • Door opvliegers overdag: Je kunt bang zijn dat het gebeurt op een onhandig moment. Je kunt je onzeker voelen.
  • Door langzamer vochtig worden van je vagina: Je hebt misschien te snel seks, als je vagina nog niet vochtig is. Dat kan pijn doen. Daardoor heb je misschien minder zin in seks.
  • Sommige vrouwen hebben ook:
  • pijn in de spieren of gewrichten
  • angst, depressie of andere psychische klachten
  • last van vaker dingen vergeten
Volgende week
Zwangerschap

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Lees uit A&F:
12.3.2 t/m 12.3.5

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies