rekenen met negatieve getallen T

Leerdoelen check 2.1 & 2.2
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen check 2.1 & 2.2

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
- Ik weet wat positieve, negatieve en tegengestelde getallen zijn
- Ik kan tekens voor "is groter dan", "is kleiner dan" en "is gelijk aan" invullen
- Ik kan het verschil in temperatuur berekenen
- Ik kan bij een negatief getal optellen en aftrekken
- Ik kan rekenen met + - 
- Ik kan rekenen met - - 
- Ik kan vermenigvuldigen met negatieve getallen
- Ik kan delen met negatieve getallen

Slide 2 - Tekstslide

Zet de getallen op de juiste plek
POSITIEVE GETALLEN
NEGATIEVE GETALLEN
-3
5
10
1
-1

Slide 3 - Sleepvraag

WELKE TWEE GETALLEN ZIJN TEGENGESTELD?
SLEEP HIER EEN VAN DE TWEE GETALLEN HEEN
SLEEP HIER EEN VAN DE TWEE GETALLEN HEEN
-3
5
10
1
-1

Slide 4 - Sleepvraag

Vul > of < in.

6 ..... 9
A
>
B
<
C
=

Slide 5 - Quizvraag

Vul > of < in.

14,5 ..... 0
A
>
B
<
C
=

Slide 6 - Quizvraag

Vul > of < in.

-45 ..... -46
A
>
B
<
C
=

Slide 7 - Quizvraag

Vul > of < in.

8 - 4 ..... 3 + 1
A
>
B
<
C
=

Slide 8 - Quizvraag

Vul > of < in.

-19 ..... -69
A
>
B
<
C
=

Slide 9 - Quizvraag

Vul > of < in.

- 3,5 ..... 3,5
A
>
B
<
C
=

Slide 10 - Quizvraag

Hoeveel graden is het verschil tussen 12 graden en -8 graden C?
A
-4 graden
B
4 graden
C
-20 graden
D
20 graden

Slide 11 - Quizvraag

Hoeveel graden is het verschil tussen -9 graden en 6 graden C?
A
-3 graden
B
3 graden
C
15 graden
D
anders

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel graden is het verschil tussen -6 graden en -19 graden C?

Slide 13 - Open vraag

Bereken.
-4 + 6
A
-10
B
-2
C
2
D
10

Slide 14 - Quizvraag

Bereken.
2 - 10
A
-12
B
-8
C
8
D
12

Slide 15 - Quizvraag

Bereken.
-5 + 9
A
-14
B
-4
C
4
D
14

Slide 16 - Quizvraag

Bereken.
- 3 - 8

Slide 17 - Open vraag

Bereken.
3 - 11

Slide 18 - Open vraag

Bereken.
-9 + 9

Slide 19 - Open vraag

Bereken.
7 + - 4 =
A
11
B
3
C
-11
D
-3

Slide 20 - Quizvraag

Bereken.
-5 + - 9 =
A
-14
B
-4
C
4
D
14

Slide 21 - Quizvraag

Bereken.
24 + - 24 =

Slide 22 - Open vraag

Bereken.
-4 + - 14

Slide 23 - Open vraag

Bereken.
-43 + - 17 =

Slide 24 - Open vraag

Bereken.
-13 - - 7
A
-20
B
-6
C
6
D
20

Slide 25 - Quizvraag

Bereken.
21 - - 4
A
17
B
25
C
-17
D
anders

Slide 26 - Quizvraag

Bereken.
-15 - - 11 =

Slide 27 - Open vraag

Bereken.
35 - - 15 =

Slide 28 - Open vraag

Bereken.
- 50 - - 50

Slide 29 - Open vraag