3.1 Winkelen K

• Economie
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

3.1 Winkelen

Ga zitten naast iemand met wie je goed kunt werken

Pak je boek, etui en rekenmachine

Wat gaan we vandaag doen?

Herhaling

-

Uitleg

Uitleg paragraaf 3.1 Winkelen

Aan het werk

Opdrachten paragraaf 3.1

Wil iemand de toets van hoofdstuk 2 herkansen?

Dan wil ik dat graag vandaag of morgen horen.

Mag je ook via een teamsberichtje laten weten.

Terugblik toets

Leerdoel:

Ik kan uitleggen waar je rekening mee moeten houden als ik een winkel open (zelf een winkel begin).

3.1 Winkelen (blz 72 t/m 75)

1 a

3.1 Winkelen (blz 72 t/m 75)

Promotiebeleid: je winkel positief onder de aandacht brengen bij klanten. Bijvoorbeeld door reclame te maken.

Als je een goed promotiebeleid voert, ga je meer verkopen.

En meer verkopen betekent meer...

3.1 Winkelen (blz 72 t/m 75)

• Winst

Wat kan een winkelier doen aan de prijs?

3.1 Winkelen (blz 72 t/m 75)

• Prijsbeleid: sommige artikelen een hele lage prijs geven of een prijs die net onder een mooi rond bedrag ligt. Bij een goed prijsbeleid gaat de verkoop omhoog.

Product: wat is verschil tussen bijvoorbeeld een boni of spar en een Albert Heijn?

3.1 Winkelen (blz 72 t/m 75)

• Productbeleid: ruime keuze uit veelgevraagde artikelen. Verpakkingen kiezen in de smaak vallen bij de klant. 

Plaats: waar gaat een supermarkt zitten? Waar gaat een verkoper van badkamers zitten? 

3.1 Winkelen (blz 72 t/m 75)

• Plaatsbeleid: wil je een winkel in een drukbezocht stadscentrum? Of is een minder dure plek ook goed? En/of wil je via internet verkopen?

Schrijf op op blz 102 aantekeningen!

                                           Marketingmix

Welke 4 p's horen daarbij?

3.1 Winkelen (blz 72 t/m 75)

Procenten omrekenen

Nieuwe controller kost € 50,-. Je krijgt 10% korting. Hoeveel moet je betalen?

Nieuwe jas kostte € 200,-. Hij is 20% duurder geworden. Wat is de nieuwe prijs?

3.1 Winkelen (blz 72 t/m 75)

• 50:100 x 10 = € 5.
• Nieuwe prijs is 50-5=€45

• 200:100 x 20 = € 40.
• Nieuwe prijs is 200+40=€240

200/110x100=€ 181,81

Huiswerk

Paragraaf 3.1 afmaken