The Present Perfect

The Present Perfect
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

The Present Perfect

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de Present Perfect?

Als iets in het verleden begonnen is en nu nog steeds zo is OF als het in het verleden geëindigd is maar nu nog steeds invloed heeft.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vorm je de Present Perfect?
have/has & werkwoord + ed

I have lived here all my life
Jordan has calculated the cost of the school books

OF onregelmatige werkwoorden (3e rijtje)

Slide 3 - Tekstslide

The Present Perfect
Have/has + voltooid deelwoord
(+) Ian has worked for this company for seven years
(-) I haven't eaten shrimp since I got sick.
(?) Have I  lived in the Netherlands since 2013?

It happened in the past and is still going on
Het is in het verleden gebeurd en gaat nu nog steeds door 

Slide 4 - Tekstslide

Signaalwoorden!
F
Y
N
E
J
A
S

Slide 5 - Tekstslide

Signaalwoorden!
For
Yet
Never
Ever
Just
Always
Since

Slide 6 - Tekstslide

Regelmatige werkwoorden
Regelmatige werkwoorden krijgen er een -ed achter het ww
To work-->Worked
To live-->Lived
To panic-->Panicked
To marry-->Married
To swap-->swapped
To travel--> travelled

Slide 7 - Tekstslide

Onregelmatige werkwoorden
Onregelmatige werkwoorden 3e rijtje!
To make-->have/has made
To see-->have/has seen

Irregular verbs achterin je boek!

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan Present Perfect!
1. Je herkent dat iets in het verleden is begonnen en nog bezig is.
2. is het een +/-/? zin?
3. Is het werkwoord regelmatig of onregelmatig?
4. Zie ik SHIT in de zin? Dan is het Has, anders Have.
5. Vul de correcte vorm van het werkwoord in. (+ed of 3e rijtje)

Slide 9 - Tekstslide

Let's practise

Slide 10 - Tekstslide

We ... (to be) on a rafting trip
A
are been
B
have been
C
has been
D
are

Slide 11 - Quizvraag

We ... (to book) an overnight train for now
A
have booked
B
has booked
C
booked
D
are booked

Slide 12 - Quizvraag

He ... (to live) in Manchester since he was born
A
lives
B
have lived
C
has lived
D
are lived

Slide 13 - Quizvraag

We ... (to eat, negative) at a vegetarian restaurant before

Slide 14 - Open vraag

They ... (to pay, negative) yet, so they shouldn't be leaving.

Slide 15 - Open vraag

Our department ... (to receive) an excellence bonus.

Slide 16 - Open vraag