Maatschappelijk steun systeem

Ecogram
Een ecogram maken: de omgeving

Een ecogram is een schema van het sociaal netwerk van de cliënt. Bij een ecogram gaat het niet alleen om familie, maar ook om niet-familieleden waarmee de cliënt een belangrijke persoonlijke verbinding heeft zoals vrienden, kennissen, buren en/of collega’s. In een ecogram kunnen ook meer ‘zakelijke’ contacten opgenomen zijn zoals artsen, verpleegkundigen, de fysiotherapeut, huishoudelijke of
verzorgende medewerkers of de activiteitenbegeleidster. Een ecogram laat in één oogopslag de omvang van het netwerk en de praktische en emotioneel steun die door het netwerk gegeven wordt zien
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2,3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Ecogram
Een ecogram maken: de omgeving

Een ecogram is een schema van het sociaal netwerk van de cliënt. Bij een ecogram gaat het niet alleen om familie, maar ook om niet-familieleden waarmee de cliënt een belangrijke persoonlijke verbinding heeft zoals vrienden, kennissen, buren en/of collega’s. In een ecogram kunnen ook meer ‘zakelijke’ contacten opgenomen zijn zoals artsen, verpleegkundigen, de fysiotherapeut, huishoudelijke of
verzorgende medewerkers of de activiteitenbegeleidster. Een ecogram laat in één oogopslag de omvang van het netwerk en de praktische en emotioneel steun die door het netwerk gegeven wordt zien

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een maatschappelijk steunsysteem en hoe past dit in het ecogram?

Slide 3 - Tekstslide

Zoek op: (10 minuten de tijd)

Wat is een maatschappelijk steunsysteem? 

Voor wie is een maatschappelijk steunsysteem bedoeld?

https://www.movisie.nl/publicatie/handreiking-maatschappelijke-steunsystemen

Slide 4 - Tekstslide

Welke antwoorden heb je gevonden? 
Welke antwoorden heb je gevonden?

Slide 5 - Tekstslide

Schrijf 5 begrippen op die voor jou kenmerkend zijn wat maatschappelijke steunsystemen zijn  na het zien van de film. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

5 begrippen van een maatschappelijk steunsysteem:
1. 
2. 
3. 
4. 
5. 

Slide 8 - Tekstslide

Maatschappelijk steunsysteem

 Een maatschappelijk steunsysteem is een georganiseerd netwerk van personen en organisaties (vrijwillig en professioneel) die de cliënt ondersteunt bij zijn deelname aan de samenleving. ​
Denk aan: ​een bewonersraad, ​maatjesproject, ​vrijwilligerscentrale, ​cliëntorganisaties, ​
mantelzorgorganisaties enzovoort.








Slide 9 - Tekstslide

Maatschappelijk steunsysteem 
Een aantal activiteiten behoort tot de vaste elementen van een maatschappelijk steunsysteem, namelijk:​

- het bereiken van de doelgroep;​
- het verlenen van mantelzorg in brede zin;​
- het bieden van ondersteuning bij het maatschappelijk functioneren;​
- het werken aan rehabilitatie;​
- het creëren van randvoorwaarden;​
- communicatie met partijen die voor de doelgroep van belang zijn.​






Slide 10 - Tekstslide

Maatschappelijk steunsysteem 
De kern van een maatschappelijk steunsysteem is het persoonlijke netwerk van een cliënt; hulp- en dienstverleners ondersteunen dit en vullen het aan.​

Het persoonlijke steunsysteem bestaat bijvoorbeeld uit naasten, vrienden, kennissen, buren, lotgenoten en collega’s van een vereniging of sportclub. ​
In een persoonlijk steunsysteem waarderen en steunen mensen elkaar over en weer.
Ze bieden elkaar praktische en emotionele steun. ​
Voor kwetsbare mensen is deze persoonlijke steun niet vanzelfsprekend. ​
Vaak is hun persoonlijke steunsysteem kleiner dan dat van de gemiddelde Nederlander. 

Rondom dit persoonlijk steunsysteem zijn er allerlei instanties en voorzieningen in onze maatschappij beschikbaar waar mensen (tijdelijk) gebruik van kunnen maken. ​
Het geheel vormt het maatschappelijke steunsysteem van de cliënt.






Slide 11 - Tekstslide

Maar met welk doel doen we dit dan? 

Slide 12 - Tekstslide

Maatschappelijk steunsysteem 
De meeste initiatieven zetten vooral in op het bevorderen van maatschappelijke participatie op alle mogelijke levensterreinen, zoals:​











wonen, ​
sociale contacten, ​
vrijetijdsbesteding, ​
sport,​
hobby’s, ​
culturele activiteiten, ​
educatie, ​
administratie en financiën, ​
werken, ​
leren​,
dagbesteding.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video