In deze les zitten 58 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Latino King
Slide 1 - Tekstslide
Door wie is Latino King geschreven?
A
Bibi Dumon Tak
B
Bibi Dumon
C
Bibi Dumon Tak en Castel
D
Bibi Dumon en Castel
Slide 2 - Quizvraag
Wat zijn slashboeken?
A
Gaan over de drugswereld
B
Gaan over een waargebeurd levensverhaal van een bijzondere jongere
C
Gaan over gevechten en gevangenissen
D
Gaan over moeilijke jongeren
Slide 3 - Quizvraag
Wat is de vierde, stilzwijgende afspraak die Bibi Dumon Tak en Castel gemaakt hebben?
A
Wat waar is en wat niet laten we allebei in het midden.
B
Bibi mocht vragen wat ze wilde.
C
Castel hoefde niet alle vragen te beantwoorden.
D
Bibi hoefde alles niet precies te schrijven zoals verteld door C.
Slide 4 - Quizvraag
Wat betekent volgens jou de titel van het boek "Latino King"?
Slide 5 - Open vraag
Hoe heet het hoofdpersonage van Latino King
A
Castel
B
Rocky
C
Cola
D
Kleineman
Slide 6 - Quizvraag
H1: Wat is waar over het uiterlijk van Rocky?
A
Je zag een oog. Het andere was dichtgeslagen.
B
Je zag een half gezicht. De rest was bont en blauw geslagen.
C
Je zag drie tanden. De rest was eruit geslagen.
D
Je zag een kapotte lip. De tanden waren erdoorheen geslagen.
Slide 7 - Quizvraag
H2: Waar speelde de droom van Castel zich af?
A
in een vliegtuig
B
in een trein
C
in een bus
D
op de fiets
Slide 8 - Quizvraag
H3: Castel haalt uit naar Rocky als Rocky hem tegen de muur houdt en "slaat zijn tanden uit zijn bek." Wat zegt Rocky dan tegen Castel?
A
"Ik ga het je betaald zetten, Baby."
B
"Ik ga jou schoppen, Baby."
C
"Ik ga ervoor zorgen dat niemand je meer mag. Baby."
D
"Jij gaat het hier ver schoppen, Baby."
Slide 9 - Quizvraag
H4: Kleineman maakt een ontsnappingsplan voor Castel. Vanuit waar moet hij ontsnappen?
A
vanuit de gevangenis
B
vanuit de ambulance
C
vanuit La Victoria
D
vanuit het ziekenhuis
Slide 10 - Quizvraag
H5: Wat betekent acht streep coke?
A
twee delen coke, acht delen troep
B
acht delen coke, twee delen troep
C
zeven delen coke, 1 deel troep
D
zeven delen coke, drie delen troep
Slide 11 - Quizvraag
H6: Waar gaat de eerste buitenlandse reis van Castel heen? En wat zegt hij tegen zijn moeder?
A
Colombia - Groningen
B
Colombia - Gorinchem
C
Venezuela - Gorinchem
D
Venezuela - Groningen
Slide 12 - Quizvraag
H7: Wat valt volgens Castel onder een misdaad?
A
alcohol drinken en drugs gebruiken
B
iemand pijn doen, beroven, iemand angst aanjagen
C
dealen, alcohol drinken en drugs gebruiken
D
dealen, iemand pijn doen, beroven en iemand angst aanjagen
Slide 13 - Quizvraag
H8: "Alles in mijn kop begon te schreeuwen: Doe het niet! Ga weg!" Waarom gaat Castel toch door met het "smokkelplan", waarbij de coke zichtbaar is in zijn broek?
A
Hij werd onder schot gehouden.
B
Hij vond geld belangrijker.
C
Hij raakte helemaal verlamd.
D
Hij zat al in het vliegtuig.
Slide 14 - Quizvraag
H9: Hoe komt het dat Castel wordt gepakt?
A
Castel heeft een te strakke broek aan.
B
Castel gedraagt zich nerveus.
C
De anti-hondenspray werkte niet.
D
Er valt drugs uit Castels broek.
Slide 15 - Quizvraag
H10: De advocaat zegt: "Voor ...... euro lig jij volgende maand weer in je eigen bed."
A
15.000
B
16.000
C
17.000
D
18.000
Slide 16 - Quizvraag
H11: Bij aankomst op het gevangenisterrein werden de gevangenen in een rij gezet. Waarom?
A
Iedereen werd gecontroleerd op drugs.
B
Iedereen werd gecontroleerd op geld.
C
Iedereen werd om beurten geslagen.
D
Iedereen moest hardop zeggen waarvan ze werden beschuldigd.
Slide 17 - Quizvraag
H12: Hoe denkt Castel over God?
A
"Ik geloof niet in God, want dan zouden er niet zulke vreselijke gevangenissen bestaan."
B
"Het klinkt misschien raar, maar ik geloof in God."
C
"Bij God kun je het goed verbruien, anders had ik niet in de gevangenis gezeten."
D
"Volgens mij kan je het bij God niet verbruien, anders had ik allang een ruis op de lijn gehoord."
Slide 18 - Quizvraag
H13: Waar heeft Castel erg veel spijt van?
A
dat hij zijn moeder die 18.000 euro voor een advocaat heeft laten betalen
B
dat hij drugs heeft gesmokkeld
C
dat hij niet tot God heeft gebeden om eerder vrij te komen
D
dat hij geen ticket heeft gekocht voor zijn moeder
Slide 19 - Quizvraag
Je hebt nu de eerste hoofdstukken van het verhaal gelezen. Welke vragen komen in je op over het vervolg van het verhaal. Wat maakt je nieuwsgierig?
Slide 20 - Open vraag
H14: Waar gaan Castel en zijn moeder heen tijdens het bezoek?
A
naar de kroeg
B
naar de kerk
C
naar de eetzaal
D
naar zijn slaapzaal
Slide 21 - Quizvraag
H15: Hoe noemen de gevangenen de moeder van Castel?
A
Mama-Tigre
B
Mama-Lion
C
Mama-Tilly
D
Mama-Lilly
Slide 22 - Quizvraag
H15: Wat is Castels manier om zijn moeder te laten zien dat hij het verschrikkelijk vindt wat hij haar heeft aangedaan?
A
lekker voor haar koken
B
tot God bidden
C
sigaretten voor haar regelen
D
geen ruzie met haar maken
Slide 23 - Quizvraag
H16: Wat wordt er bedoeld met Vietnam?
A
een land in Azië
B
een afdeling van La Victoria waar de mannen met aanzien zitten
C
een afdeling van La Victoria waar altijd oorlog is
D
een afdeling van La Victoria waar in drugs gehandeld wordt
Slide 24 - Quizvraag
H17: Waarom wil Castel deel uitmaken van de Kings?
A
Hij vindt dat een stoere bende.
B
Hoe sterk je ook bent, overleven doe je niet in je eentje.
C
Castel wil uiteindelijk leider van de Kings worden.
D
Het is een fijn tijdverdrijf.
Slide 25 - Quizvraag
H18: Waarom schrijft Castel in de brief naar zijn moeder niets over het idee om te ontsnappen?
A
"Ze" lazen hier alles wat ze te pakken kregen, die klootzakken.
B
Zijn moeder mag hier niets over weten.
C
Castel heeft nog niet alle informatie over zijn ontsnapping.
Slide 26 - Quizvraag
H19: Wat gaat de advocaat proberen om Castel vrij te krijgen?
A
Castel onschuldig laten verklaren.
B
Castel op borgsom vrij laten komen.
C
Castel ontoerekeningsvatbaar laten verklaren.
Slide 27 - Quizvraag
H19: Welk advies geeft Daddy aan Castel nu hij veroordeeld is tot 8 jaar cel?
A
" Dit is je nieuwe leven. Je kunt ervoor weglopen, maar je kunt het ook toelaten."
B
"Maak een ontsnappingsplan en probeer zo snel mogelijk weg te komen."
C
"Houd je gedeisd, zodat je kans maakt op strafvermindering."
D
"Probeer het leven hier zo aangenaam mogelijk te maken."
Slide 28 - Quizvraag
Het perspectief van het verhaal ligt bij Castel. Van welk ander personage zou jij wel willen weten wat hij/zij denkt en voelt?
Slide 29 - Open vraag
H20: Waarom wordt Castel verplaatst naar een gevangenis aan de andere kant van het land?
A
Castel is verantwoordelijk voor de dood van Cola.
B
Castel heeft Cola verwond en Cola is ten gevolge van die verwondingen overleden.
C
Castel heeft overplaatsing aangevraagd, omdat Cola ook in de andere gevangenis zit.
D
Castel heeft de Nederlandse ambassade verteld over de misstanden omtrent Cola's dood.
Slide 30 - Quizvraag
H21: Geniet Castel van de busreis naar de andere kant van het land?
A
Ja, want hij zat weer op een echte stoel en hij keek zijn ogen uit.
B
Nee, want hij zat tussen de bewakers en hij had te strakke handboeien om.
Slide 31 - Quizvraag
H22: Advocaat de Kleineman schijnt toch wel betrouwbaar te zijn. Wat is er aan de hand?
A
Castel heeft de Kleinemans telefoonnummer achterstevoren opgeschreven.
B
De Kleinemans was zelf ten onrechte veroordeeld.
C
De Kleinemans was zijn mobieltje kwijtgeraakt.
D
De Kleinemans was tijdelijk met ziekteverlof.
Slide 32 - Quizvraag
H23: Wat krijg je naast poeder ook binnen als je bolletjes slikt?
A
een pot augurken
B
een halve kilometer rubber
C
drie aspirientjes
D
heel veel water
Slide 33 - Quizvraag
H24: Welk plan heeft de nieuwe advocaat om Castel (eerder) vrij te krijgen?
A
Castel moet zich keurig aan de regels van de gevangenis houden.
B
Castel moet met een roze laken gaan rondlopen.
C
De advocaat maakt een ontsnappingsplan.
D
De advocaat wil de gevangenis aanklagen.
Slide 34 - Quizvraag
H25: Waardoor krijgt Castel weer kracht als hij alleen opgesloten zit in een cel?
A
De bewaker maakte een kort praatje met Castel.
B
Castel kreeg cola in plaats van water.
C
De bewaker geeft Castel een sigaret.
D
Castel kreeg een extra maaltijd.
Slide 35 - Quizvraag
Een personage maakt een ontwikkeling door tijdens het verloop van een verhaal. Wat heeft Castel tot nu toe geleerd van zijn ervaringen?
Slide 36 - Open vraag
H26: Einde hoofdstuk: Waarom wil Castel zich niet langer als een geestelijk gestoorde gedragen?
A
Hij moet zich nog een jaar zo gedragen wil hij kans maken op overplaatsing naar inrichting.
B
Hij kan het niet meer opbrengen om zich zo te gedragen.
C
Hij wil weer een echte leider van de Kings worden.
Slide 37 - Quizvraag
H27: Castel vindt dat hij voor het dealen van drugs geen zware gevangenisstraf verdiend heeft. Wat vind jij en waarom?
Slide 38 - Open vraag
H29: Castel komt in het ziekenhuis terecht. Waarom vindt hij dat het daar lijkt op de middeleeuwen?
A
Ze gebruiken daar middeleeuwse operatietechnieken.
B
De wachtkamer puilde uit en patiënten lagen tot ver in de gang te kermen en te gillen.
C
De kleding die patiënten dragen lijkt op kleding uit de middeleeuwen.
D
Er lopen daar allerlei middeleeuwse figuren rond.
Slide 39 - Quizvraag
H30: Castel moet naar het ziekenhuis voor een operatie. Waarom is hij zo nerveus?
A
Hij krijgt voor de operatie de uitslag van de aids-test.
B
In het ziekenhuis moet Castel ontsnappen, zodat hij weer in Nederland terechtkomt.
C
Hij is nerveus voor de operatie zelf.
D
Castel kan niet tegen naalden en bloed.
Slide 40 - Quizvraag
H31: Waarover verbaast Castel zich als hij in de grote, vuile ziekenhuiszaal ligt?
A
over een man met een rottend been waardoor de hele zaal stinkt
B
over het geen respect hebben voor nieuw leven: een zwangere vrouw moet in deze zaal bevallen
C
over de vele vliegen in de zaal
D
over het feit dat Castel zowel met handen en voeten in de boeien moet
Slide 41 - Quizvraag
Castel voelt zich regelmatig schuldig t.o.v. zijn moeder. Wat is daarvan de oorzaak volgens jou?
Slide 42 - Open vraag
H32: Hoe komt Castel aan het sleutelje van zijn voetboeien?
A
Kleineman komt op bezoek en geeft het hem.
B
De zwangere vrouw blijkt betrokken te zijn bij het complot.
C
Een corrupte bewaker geeft het hem.
D
Een meisje dat hem zoent heeft het in haar mond.
Slide 43 - Quizvraag
H33: Na het helicopterincident voelt Castel zich erg onrustig. Waardoor wordt hij weer rustig?
A
door de stem van zijn moeder aan de telefoon
B
door de stem van Kleineman aan de telefoon
C
door het drinken van een biertje aan de bar
D
door de gezellige barbecue op het strand
Slide 44 - Quizvraag
H34: "Dean kwam langs." Wie of wat is Dean?
A
de kapitein van het schip
B
een lid van de Kings
C
een orkaan
D
de huurbaas
Slide 45 - Quizvraag
H35: Wat bedoelt Castel met "Ik werd een zebra die er klaar voor was."
Slide 46 - Open vraag
H36: Castel heeft zijn paspoort niet meer. Hoe komt dat?
A
kwijtgeraakt in het café
B
meegegeven aan een man die kan zorgen voor een stempel
C
kwijtgeraakt op straat
D
meegegeven aan het meisje achter de bar voor een stempel
Slide 47 - Quizvraag
H37: Uiteindelijk "wint" Castel van De Sigaar en betaalt minder geld voor de stempel. Waarom verliest Castel uiteindelijk toch nog?
A
Castel wordt toch gepakt bij de grens.
B
Castel heeft per ongeluk te veel geld aan De Sigaar gegeven.
C
Castel heeft helemaal geen geld meer.
D
Er staat geen stempel in zijn paspoort.
Slide 48 - Quizvraag
H38: Hoe komt het dat Castel elke keer wegkomt als hij aangehouden wordt door agenten?
Slide 49 - Open vraag
Op welke manier houdt de schrijfster het verhaal spannend?
Slide 50 - Open vraag
H39: Kleineman zit zelf ook "in zo veel zaakjes". Waarom is Kleineman niet bang om opgepakt te worden?
A
De kunst is om te blijven geloven dat je niets misdadigs doet.
B
Hij heeft erg veel geld en in een corrupt land komt het dan toch wel goed.
Slide 51 - Quizvraag
H39: Hoe denkt Castel over wat Kleineman zegt over "je geweten"?
Slide 52 - Open vraag
H40: Waaruit blijkt dat Kleineman toch wel een geweten heeft?
A
Hij is een Jamaicaan en die komen hun beloftes na.
B
Naast de steun van de moeder van Castel zou hij hem altijd blijven helpen.
C
Castel krijgt veel geld van Kleineman.
D
Kleineman blijft Gina trouw.
Slide 53 - Quizvraag
H42: Na een aantal dagen op het schip is Castel ergens flink van onder de indruk. Waarvan?
A
de hoeveelheid werk op het schip
B
de pistolen in de kratten
C
de stank van de kapitein
D
een school dolfijnen
Slide 54 - Quizvraag
H43: De schrijver voert de spanning nog even hoog op. Wat gebeurt er net voor de kust van Jamaica?
Slide 55 - Open vraag
H43/44: Castel denkt: "God heeft het beste met me voor. Ik begrijp alleen nog niet waarom." Welke verklaring heb jij hiervoor?
Slide 56 - Open vraag
H45: Wat heeft Castel geleerd van zijn hele ervaring? Heeft hij zich positief ontwikkeld?