In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Tekstdoelen
.
Slide 5 - Tekstslide
Tekstdoelen
informeren
overtuigen
waarschuwen
activeren
instrueren
adviseren
amuseren
Slide 6 - Tekstslide
Tekstdoelen
De schrijver van een tekst wil bij de lezer iets bereiken. De tekst die hij schrijft, heeft dus een doel. Hij wil bijvoorbeeld iets aan de lezer uitleggen.
Slide 7 - Tekstslide
De schrijver wil je vermaken. DOEL?
A
overtuigen
B
activeren
C
instrueren
D
amuseren
Slide 8 - Quizvraag
De schrijver wil zijn mening geven. DOEL?
A
instrueren
B
overtuigen
C
informeren
D
activeren
Slide 9 - Quizvraag
De schrijver wil zeggen hoe je iets moet doen. DOEL?
A
amuseren
B
instrueren
C
informeren
D
overtuigen
Slide 10 - Quizvraag
De schrijver wil dat je iets te weten komt. DOEL?
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
instrueren
Slide 11 - Quizvraag
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen. DOEL?
A
activeren
B
amuseren
C
instrueren
D
overtuigen
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
Ik kom alleen naar school indien iedereen netjes zich aan de 1,5 meter afstand houdt.
A
voorwaarde
B
middel-doel
C
toelichting
D
reden
Slide 18 - Quizvraag
In deze les zijn Kyan, Chiara, Mees en Boutayna aanwezig. Daarnaast Milan en zowel Arjan als Lynn en tevens Romy.
A
middel-doel
B
opsomming
C
toelichting
D
samenvatting
Slide 19 - Quizvraag
Net als Gerrie geeft Imke les in het vak Nederlands.
A
voorwaarde
B
voorbeeld
C
vergelijking
D
tegenstelling
Slide 20 - Quizvraag
Doordat Kyan alle verslagen voor het leesdossier heeft ingeleverd, heeft hij een 'V' in SOM gekregen.