Samenwerken les 1 N3

• Verzorgende
• MBO
• Studiejaar 2

Samenwerken les 1 N3

Samenwerken

Les 1

Inleiding

Planning van vandaag

• Verwachtingen t.a.v. het vak samenwerken
• Lesmateriaal
• Uitleg examen
• Oefening

Wie zijn we? 

Kort voorstellen

• Op tijd aanwezig in de les; 
• Afwezigheid melding via de email en eduarte.  
• Telefoons tijdens instructie en uitleg aan de kant
• Les gemist? Vraag aan medestudent wat je moet doen. 
  
  
• Wat vinden jullie belangrijk?
  
• Wat verwachten jullie van mij?
• Wat wil je terugzien in de lessen (bv qua werkvormen)? 

Lesmateriaal

Boek en/of licentie zorgverlening beroep en organisatie N3

Oefenopdrachten en examen B1-K2-W2 Digibib

De lesperiode

8 weken van 2 uur per week. 

• Elke week stukje theorie vanuit het boek.
• Opdracht maken in Thieme Meulenhof

Toets over de theorie. 

Wat is samenwerken en waarom het examen en het vak samenwerken?

Samenwerking =

Samenwerking kun je omschrijven als de interactie, de wisselwerking tussen mensen. 

In dit geval tussen mensen die van elkaar afhankelijk zijn. 

Wat gaan we in de lessen doen?

Werken aan de onderliggende competenties die nodig zijn voor je beroepsuitoefening: 

Samenwerken, overleggen, relaties bouwen en netwerken. 

Uitleg examen

"Werkt samen met andere beroepsgroepen in de keten."

Examen

Criteria 

Criteria

Samenwerkingsopdracht

Maak zelf 2 groepen met mensen waarmee je denkt goed te kunnen samenwerken. 

De ene groep wacht buiten, de ander blijft binnen. 

Opdracht Heliumstick

Ga in een rechte lijn tegenover elkaar staan. 

Houd je ellebogen in een hoek van 90 graden. De stick moet op je wijsvinger komen te liggen. Alle vingers moeten constant de lat raken. 

Het is de bedoeling dat jullie de stick op de grond leggen.

  

Wat gebeurde er? Hoe verliep het proces? Wie nam de leiding?
Wat is er belangrijk bij samenwerking?

Wat vond je van de samenwerking bij de mieren? Welke competenties lieten ze zien?

Wat vind jij belangrijk bij samenwerking?

Goede samenwerkingsrelaties

Op elkaar vertrouwen;

Respect en begrip voor elkaar tonen;

Waardering hebben voor elkaars goede kanten;

Naar elkaar luisteren; 

Werkzaamheden voor elkaar uitvoeren;

Elkaar waar nodig helpen;

Elkaar stimuleren en motiveren;

Kritisch zijn op elkaar;

Eerlijk zijn tegen elkaar; 

elkaar feedback durven geven.