Alinea's en kernzinnen

Log in op lessonUp
Gebruik je eigen naam. 
Je mag eventueel samenwerken met je buur.
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Log in op lessonUp
Gebruik je eigen naam. 
Je mag eventueel samenwerken met je buur.

Slide 1 - Tekstslide

Open je boek op blz. 31
Lees tekst 1 oriënterend

Slide 2 - Tekstslide

Oriënterend lezen

Slide 3 - Woordweb

Oriënterend lezen
Kijk naar
titel
illustraties
tussenkopjes
woorden in vet/cursief/kleur/...
Lees
de eerste alinea/alinea's

Slide 4 - Tekstslide

Lees tekst 1 oriënterend.
Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 5 - Open vraag

Leerdoel van vandaag:
Je leert de kernzin van een alinea bepalen. 

Slide 6 - Tekstslide

Filmpje

Slide 7 - Tekstslide

Lees tekst 1 en 
onderstreep tijdens het lezen 
in iedere alinea de kernzin.

timer
10:00

Slide 8 - Tekstslide

Wat is in alinea 1 de kernzin?

Slide 9 - Open vraag

Wat is in alinea 6 de kernzin?

Slide 10 - Open vraag

Alinea 3 en 4 gaan over de rede voor ruzie. Welke schijnbare redenen wordt genoemd?
A
Voor een knallende ruzie lijkt niet veel nodig.
B
Zeuren, bemoeizucht en weigeren om met elkaar te spelen.
C
Ongelijke behandeling
D
Klieren of vinden dat de ander iets meer krijgt.

Slide 11 - Quizvraag

Alinea 3 en 4 gaan over de rede voor ruzie. Wat is de werkelijke reden?

Slide 12 - Open vraag

In alinea 2 worden twee vragen gesteld. Welke
A
Hoor je ruzie te hebben met je broer/zus?
B
Is ruzie met je broer/zus slecht voor je?
C
Waarom maken broers en zussen ruzie?

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het antwoord op de vraag: waarom ontstaan er zo vaak conflicten tussen broers en zussen?
A
omdat bij hen de stoppen nu eenmaal snel doorslaan
B
omdat dat makkelijker is dan ruziemaken met vrienden
C
omdat ze altijd in de buurt zijn
D
omdat er niet veel nodig is voor een ruzie tussen broer en zus

Slide 14 - Quizvraag

Zelf schrijven
Schrijf nu zelf een korte tekst over ruzie met je broer(s) of zus(sen). Het mag over jezelf gaan, maar dat hoeft niet. Je tekst heeft minimaal twee alinea's en ongeveer 200 woorden. Let erop dat iedere alinea een goede kernzin heeft!

Slide 15 - Tekstslide