2 vwo - week 3 [tâche 1+vocabulaire E+Au Secours]

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre B
Ta trousse
Ton cahier
Startopdracht 
  1. Welke lichaamsdelen ken jij nog in het Frans? Vul ze in op het werkblad.
Zakkie avec ton téléphone dedans
Connectez-vous sur LessonUp!
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

  1. Login op Lessonup 
Bienvenue au cours de français!
Sur la table:
Ton livre B
Ta trousse
Ton cahier
Startopdracht 
  1. Welke lichaamsdelen ken jij nog in het Frans? Vul ze in op het werkblad.
Zakkie avec ton téléphone dedans
Connectez-vous sur LessonUp!

Slide 1 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:
  1. VOORAF: Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen
  2. INSTRUCTIE: Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen
  3. TOEPASSING: Actieve verwerking, Formatief handelen 
  4. EVALUATIE: Afsluiting

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

      Leerdoelen
  1. Ik ken woorden die te maken hebben met het lichaam (lichaamsdelen).
  2. Ik kan de ontkenning gebruiken in het Frans.
  3. Ik kan vertellen waar ik last van heb.

Slide 4 - Tekstslide

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
Phrases-clés C
  1. Gaat het?
  2.  Nee, ik denk dat ik ziek ben.
  3. Ik voel me niet goed.
  4. Wat heb je?
  5. Ik heb hoofdpijn.
  6. Ik heb 39 graden koorts.
  7. Ik heb een ongeluk gehad.
  8. Ik heb een gebroken arm.
  9. Ga je naar de dokter?
  10. Ja, ik heb vanmiddag een afspraak.
  11. Nee, ik blijf in bed.
Traduisez les phrases en français. Lesquelles peux-tu traduire déjà?

Slide 5 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Phrases-clés C
  1. Gaat het?
    Ça va?
  2.  Nee, ik denk dat ik ziek ben.
    Non, je pense que je suis malade.
  3. Ik voel me niet goed.
    Je ne me sens pas bien.
  4. Wat heb je?
    Qu'est-ce que tu as?
  5. Ik heb hoofdpijn.
    J'ai mal à la tête.

Slide 6 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Phrases-clés C
  1. Ik heb 39 graden koorts.
    J'ai 39 de fièvre.
  2. Ik heb een ongeluk gehad.
    J'ai eu un accident.
  3. Ik heb een gebroken arm.
    J'ai le bras cassé.
  4. Ga je naar de dokter?
    Tu vas voir le docteur?
  5. Ja, ik heb vanmiddag een afspraak.
    Oui, j'ai rendez-vous cet après-midi.
  6. Nee, ik blijf in bed.
    Non, je reste au lit.

Slide 7 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Terugblik

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fais une phrase négative.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Écouter
Exercice 16 page 22

Slide 10 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Terugblik
Grammaire D - la négation
D
B

Slide 11 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Terugblik
Grammaire D - la négation
  1. le corps 
  2. la gorge 
  3. le ventre 
  4. le dos 
  5. la main 
  6. la jambe 
  7. le pied 
  8. le doigt 
  9. l’oreille v 
  10. les yeux m mv 
  11. partout 
  12. guérir
D
B

Slide 12 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Terugblik
Grammaire D: exercice 16, 17, 18 page 22-25

Slide 13 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Terugblik

Slide 14 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Terugblik

Slide 15 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


En dialogue
Fini? Fais exercice 21, 22 page 29 et utilise vocabulaire E!
20 minutes
Aide: phrases-clés C + vocabulaire A et B

Slide 16 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Exemple
Ça va?
Non, j'ai eu un accident.
Qu'est-ce que tu as?
J'ai mal au genou.
Tu vas voir le docteur?
Oui, j'ai rendez-vous demain à neuf heures.
Ça va?
Non, j'ai eu un accident de ski.
Qu'est-ce que tu as?
J'ai mal à la cheville.
Tu vas voir le docteur?
Oui, j’ai rendez-vous à l’hôpital cet après-midi à seize heures et quart.
1
2

Slide 17 - Tekstslide

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
Aperçu
1. Être en forme
2. Malade
3. Repose-toi bien
4. Rater
5. Avoir peur
6. Facile
7. Sûr(e)
8. Fais attention
9. C’est mieux
10. Bouger 
  1. le corps 
  2. la gorge 
  3. le ventre 
  4. le dos 
  5. la main 
  6. la jambe 
  7. le pied 
  8. le doigt 
  9. l’oreille v 
  10. les yeux m mv 
  11. partout 
  12. guérir
A
B
  1. Les potes
  2. Le/la meilleur(e)
  3. Rentrer
  4. Se relaxer
  5. J’ai froid
  6. La grippe
  7. J’espère
  8. L’endroit
  9. Faire du patinage
  10. Faire de la natation
  11. Faire du cheval
  12. Faire du foot 
E

Slide 18 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Orientation
  1. Quel est le sujet?
  2.  Quel est l'endroit où l'histoire se déroule?
  3. Quel est l'époque (=tijdperk) où l'histoire se déroule?
  4. Lisons ensemble le synopsis (= samenvatting)
    derrière le livre.

Slide 19 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


Vocabulaire dans le livre « Au secours! » selon toi?

Slide 20 - Woordweb

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
Au travail
Lire chapitre 1 du livre « Au Secours » et répondre aux questions à la page 11 du livre.
Individuellement
Aide: dictionnaire en ligne [mijnwoordenboek.nl]
Fini? Fais exercice 21, 22 page 29 et vocabulaire E sur Quizlet 
20 minutes
Quizlet: cliquez ici

Slide 21 - Tekstslide

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.



A

Slide 22 - Quizvraag

7. Formatief handelen
De docent geeft de leerlingen gedurende de verschillende lesfasen gerichte feedback, feedup en feedforward op de op de inhoud van het werk, de leerstrategie, het gedrag en op zelfsturing. De docent bevraagt leerlingen willekeurig met open vragen. Hierbij stimuleert de docent het kwaliteitsbesef onder leerlingen door bijvoorbeeld leerlingen werk met elkaar te laten vergelijken of uitgewerkte voorbeelden in te zetten.

Slim Stampen
  1. Ga naar SomToday -> Leermiddelen -> Grandes Lignes.
  2. Selecteer het boek.
  3.  Klik rechts op ''Geplande Taken''
  4. Klik op ''Toetsweek 1''
  5. Oefen grammaire D en H (chapitre 6)
    Klik op D: overhoren (helemaal onderaan - let op: chapitre 6!);
  6. Klaar?
    Klik op H: overhoren

Slide 23 - Tekstslide

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Vocabulaire A
Apprenez les mots du vocabulaire A, écris ces mots dans ton cahier!
1. Être en forme
2. Malade
3. Repose-toi bien
4. Rater
5. Avoir peur
6. Facile
7. Sûr(e)
8. Fais attention
9. C’est mieux
10. Bouger 

Slide 24 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Vocabulaire B
Apprenez les mots du vocabulaire B, écris ces mots dans ton cahier!

  1. le corps
  2. la gorge
  3. le ventre
  4. le dos
  5. la main
  6. la jambe
  7. le pied
  8. le doigt
  9. l’oreille v
  10. les yeux m mv
  11. partout
  12. guérir

Slide 25 - Tekstslide

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Exit ticket

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

    Begrippen uit deze les

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Exit ticket

Slide 28 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies