Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Word order + many + few + future H3/A3
Planning
Word order
Many/Much
Few/Little
Future
Previous grammar
1 / 19
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
In deze les zitten
19 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Planning
Word order
Many/Much
Few/Little
Future
Previous grammar
Slide 1 - Tekstslide
Word order
I will tell you the story at school tomorrow
Wie - doet - wat (of wie) - waar - wanneer
Slide 2 - Tekstslide
Many / Much
When do you use 'much'?
For things that are uncountable (water, sand, money)
When do you use 'many'?
For things that are countable (oranges, books, pictures)
Slide 3 - Tekstslide
Few / Little
When do you use 'little'?
For things that are uncountable (People, gas, sugar)
When do you use 'few'?
For things that are uncountable (Table, bottle, dollar)
Slide 4 - Tekstslide
This president had ...... power.
A
Few
B
Little
Slide 5 - Quizvraag
..... children understood the difference.
A
Few
B
Little
Slide 6 - Quizvraag
How ..... players are in a handball team.
A
Much
B
Many
Slide 7 - Quizvraag
How ...... coins did you find yesterday?
A
Much
B
Many
Slide 8 - Quizvraag
How ....... water is in the bottle?
A
Much
B
Many
Slide 9 - Quizvraag
Future tense
Will
She will pass the test tomorrow.
Negative: She won't pass the test tomorrow
To be going to
He is going to live in Amsterdam when he turns 18.
Slide 10 - Tekstslide
There is someone at the door. I ......... (get) it.
A
am getting
B
get
C
will get
D
won't get
Slide 11 - Quizvraag
Past perfect
Had + past participle
Had sold
Iets is gebeurd, en dan nog daarvoor.
Slide 12 - Tekstslide
She ...... (meet) before the party
A
Met
B
Had met
C
is meeting
D
meets
Slide 13 - Quizvraag
Passive
Lijdende vorm vooraan in de zin.
Zet het in dezelfde tijd als de actieve zin.
Gebruik altijd een vorm van 'to be' + 'past participle'.
My father
built
this house
This house
was built
by my father.
Slide 14 - Tekstslide
Make the sentence passive:
She washed her car yesterday.
A
Her car is being washed yesterday.
B
She was washed her yesterday.
C
Her car was washed yesterday.
D
Yesterday her car was washed.
Slide 15 - Quizvraag
If-sentences (tegenwoordige tijd)
In welk deel staat 'If'?
Daar gebruik je Present Simple
If it rains,
In het tweede deel gebruik je Will + het hele werkwoord.
If it rains, we will get wet.
Slide 16 - Tekstslide
If-sentences (verleden tijd)
In welk deel staat 'if'?
In dat deel gebruik je 'past simple'.
If I won the lottery
In het andere deel gebruik je would + het hele werkwoord.
If I won the lottery, I would buy a car.
Slide 17 - Tekstslide
If-sentence (tegenwoordige tijd)
If he .......... (go), I ............ (stay)
A
goes, stay
B
goes, stayed
C
went, will stay
D
goes, will stay
Slide 18 - Quizvraag
If-sentence (verleden tijd)
If they ........ (sell) their house,
they ............ (be) rich
A
sold, would be
B
sold, will be
C
would sell, would be
D
sell, would be
Slide 19 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
Word order + many + few + future H3/A3
Juni 2020
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Much/many & possesive s
Juni 2022
- Les met
28 slides
Engels
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
2V Wider World unit 4 quantifiers & irr. verbs 56-70
Juni 2022
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
testweek prep
Augustus 2022
- Les met
32 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Quantifiers (U2.4)
November 2023
- Les met
16 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Quantifiers
November 2023
- Les met
26 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
futures 2B, 2D
Augustus 2022
- Les met
34 slides
Engels
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
There is/there are/some/any/1,2 conditionals
Oktober 2023
- Les met
22 slides
Engels
Middelbare school
mavo
Leerjaar 6