lijnsymmetrie/driehoeken/draaisymmetrie

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat is een ander woord voor lijnsymmetrie?
A
draaisymmetrie
B
puntsymmetrie
C
spiegelsymmetrie
D
vouwsymmetrie

Slide 2 - Quizvraag

Noem de eigenschappen van een gelijkbenige driehoek.

Slide 3 - Open vraag

symmetrische driehoek
gelijkbenige driehoek 
2 gelijke benen
basis en basishoeken
tophoek
1 symmetrieas

Slide 4 - Tekstslide

Noem de eigenschappen van een gelijkzijdige driehoek.

Slide 5 - Open vraag

symmetrische driehoek
gelijkzijdige driehoek 
3 gelijke zijden
3 gelijke hoeken
3 symmetrieassen (loodrecht op de zijde)

Slide 6 - Tekstslide

Wat voor symmetrie heeft het figuur hiernaast?
A
Geen symmetrie
B
Lijnsymmetrie
C
Draaisymmetrie
D
Lijnsymmetrie én draaisymmetrie

Slide 7 - Quizvraag

Is er sprake van draaisymmetrie en wat is dan de kleinste draaihoek?
A
Nee
B
Ja, 90 graden
C
Ja, 120 graden
D
Ja, 180 graden

Slide 8 - Quizvraag

Is hier sprake van lijn
en/of draaisymmetrie?
A
draaisymmetrie
B
lijnsymmetrie
C
allebei niet
D
draai- en lijnsymmetrisch

Slide 9 - Quizvraag

BEWERING
Een gelijkzijdige driehoek heeft 1 symmetrieas.
A
WAAR
B
NIET WAAR

Slide 10 - Quizvraag

Een gelijkzijdige driehoek is draai symmetrisch over .........
A
60 graden
B
120 graden
C
180 graden
D
360 graden

Slide 11 - Quizvraag

Een rechthoekige driehoek heeft:
A
Twee rechte hoeken en één stompe hoek.
B
Heeft twee scherpe hoeken en één rechte hoek.
C
Heeft drie rechte hoeken.

Slide 12 - Quizvraag

Hoeveel rechthoekige driehoeken zie ik hier?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 13 - Quizvraag