Engels 2BB File 1

Bruises 
Dirt 
to examine
To vomit
Cast
1 / 35
volgende
Slide 1: Sleepvraag
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Bruises 
Dirt 
to examine
To vomit
Cast

Slide 1 - Sleepvraag

Vertaal: afspraak

Slide 2 - Open vraag

Wat betekent: To dislocate
A
personeel
B
opereren
C
snel
D
ontwrichten

Slide 3 - Quizvraag

Twee keer
Verder
Medicijnen voorschrijven
Hoofdpijn
Twice
Further
To prescribe
Headache

Slide 4 - Sleepvraag

Vertaal: Ik had een ongeluk een week geleden

Slide 5 - Open vraag

Wat betekent:
teen, knie, hoofd

Slide 6 - Open vraag

Wat betekent: personeel
A
Staf
B
Staff
C
Stuff
D
Stiff

Slide 7 - Quizvraag

Vertaal: hersenschudding
A
Headshacking
B
Cincossion
C
Concussion
D
Headpain

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal: Het doet zeer als je mijn nek aanraakt

Slide 9 - Open vraag

Meervoud (plural)

Slide 10 - Tekstslide

Meervoud (plural) 
Demeeste meervouden in het Engels eindigen op een -s.
Parent - parents
Star - stars
story - stories 
Onregelmatige meervouden: 
foot - feet
tooth - teeth 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Whats the plural of:
baby
A
babys
B
babeys
C
babies
D
babyes

Slide 15 - Quizvraag

What is the plural of:
Fish
A
Fish
B
Fishes

Slide 16 - Quizvraag

What is the plural of:
Wolf
A
Wolves
B
Wolfs

Slide 17 - Quizvraag

Choose the plural form
sandwich
A
sandwich
B
sandwiches
C
sandwichs
D
sandwhichies

Slide 18 - Quizvraag

Which plural is correct?
A
mans
B
men

Slide 19 - Quizvraag

The past simple

Slide 20 - Tekstslide

Uitleg past simple
When do we use the past simple? (verleden tijd)
To say that something happened in the past and it's done now.
For example - She talked to her friend yesterday.

Slide 21 - Tekstslide


:)  ww + ED

:(  Didn't + ww

?  Did + ww



:)  2e rijtje

:(  Didn't + ww

?  Did + ww
Uitleg Past Simple

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Past Simple
Yesterday I ... a movie.
A
watches
B
watched
C
watch

Slide 24 - Quizvraag

Past simple
He ....... a lot.
A
talks
B
talking
C
talked
D
talk

Slide 25 - Quizvraag

Past simple:
make
A
made
B
makes
C
maked
D
making

Slide 26 - Quizvraag

Past simple
I ...... my boyfriend.
A
kiss
B
kisses
C
kissed
D
kisset

Slide 27 - Quizvraag

Past Simple van to buy
A
buyed
B
buyd
C
bought
D
bougt

Slide 28 - Quizvraag

Ik snap de Past Simple
A
Yep
B
Nope

Slide 29 - Quizvraag

Uitleg present perfect
voltooid tegenwoordige tijd
- To talk about something that has started in the past, and is still continuing now. (I have lived here for 3 years.)
- to talk about events that have a result now. (My jeans is too tight, because I have eaten too much!) (oorzaak)

Slide 30 - Tekstslide

Uitleg present perfect
What does a present perfect look like?

+  have / has + voltooid deelwoord (3e rijtje)

Slide 31 - Tekstslide

past simple or present perfect?
Mary .................(win) the lottery last year.
A
simple past
B
present perfect

Slide 32 - Quizvraag

He has worked very hard.
A
past simple
B
present perfect

Slide 33 - Quizvraag

We sang that song yesterday.
A
Past Simple
B
Present Perfect

Slide 34 - Quizvraag

past simple or present perfect?
Mary won the lottery last year.
A
simple past
B
present perfect

Slide 35 - Quizvraag