wk 39 havo 3 les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

programme havo 3

chanson

Bezittelijk voornaamwoord

schrijf/spreekopdr: vertel over je gezin (namen, leeftijden hobby's). Gebruik daarbij het bezittelijk voornaamwoord in alle vormen die je kunt vinden. 

Gebruik ten minste 6 verschillende soorten vnw.

Gebruik hiervoor tb. p. 111 par. 10

Maken oef 17+18

programme havo 3

chanson

Bezittelijk voornaamwoord

schrijf/spreekopdr: vertel over je gezin (namen, leeftijden hobby's). Gebruik daarbij het bezittelijk voornaamwoord in alle vormen die je kunt vinden. 

Gebruik ten minste 6 verschillende soorten vnw.

Gebruik hiervoor tb. p. 111 par. 10

Maken oef 17+18

programme havo 3

chanson

Bezittelijk voornaamwoord

schrijf/spreekopdr: vertel over je gezin (namen, leeftijden hobby's). Gebruik daarbij het bezittelijk voornaamwoord in alle vormen die je kunt vinden. 

Gebruik ten minste 6 verschillende soorten vnw.

Gebruik hiervoor tb. p. 111 par. 10

Maken oef 17+18

bezittelijk voornaamwoord

mon ma mes

ton ta tes

son sa ses

notre nos

votre vos

leur leurs

C'est le livre de Sara.
C'est ____ livre

1. son
2. sa
3. ses

C'est la trousse de Jarno. C'est ___ trousse.

1. son
2. sa
3. ses

La femme est _____ mère (jouw)

1. ma
2. ta
3. sa
4. la

____ frère s'appelle Piet. (mijn)

1. mon
2. ma
3. mes

Christine est _____ soeur? (jouw)

1. ton
2. ta
3. tes

C'est la voiture de papa.
C'est____ voiture. (zijn)

1. son
2. sa
3. ton
4. ta

le garçon a mis le stylo sur ____ table(v). (zijn)

Nous avons fait _____ devoirs. (ons)

J'attends _____ réponse! (jullie)

au travail

• schrijfopdr: vertel over je gezin (namen, leeftijden hobby's). Gebruik daarbij het bezittelijk voornaamwoord in alle vormen die je kunt vinden.
  
• Gebruik ten minste 6 verschillende soorten vnw. 
  
• Gebruik hiervoor tb. p. 111 par. 10
  
• schrijf op het toetsblaadje en lever in als je klaar bent.

Klaar? Maak oef 17 + 18

Toets unité 1

donderdag 3 oktober

1. apprendre 2 t/m 6
   
2. vraagwoorden: p. 114 TB (paragraaf 16, vraagzinnen en vraagwoorden) + oef 11,12,13
   
3. werkwoorden op -er, présent en passé composé: p. 118/119 TB (demander/chanter)
   
4. werkwoorden op -ir, présent en passé composé: p. 123 TB (choisir)
   
5. Je kunt vertellen over jezelf en vragen naar de ander (naam, woonplaats, leeftijd en nationaliteit), 
   
6. bezittelijke voornaamwoorden van p. 111 TB en je kunt hier zinnen mee maken (oef. 17 en 18)
   

bekijk classroom voor de leerstof en oefenmaterialen