Wat landen doen tegen schommelende grondstofprijzen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2
In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Lesdoelen
Je leert in deze paragraaf:
Welke kenmerken ontwikkelingslanden hebben
Waarom arme landen weinig exportinkomsten hebben
Wat landen doen tegen schommelende grondstofprijzen
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Video
Wat is arm? Wanneer ben je arm?
Slide 3 - Tekstslide
Wat is arm?
Arme landen kunnen niet goed voorzien in eerste levensbehoefte.
Koopkracht: de hoeveelheid producten die je kan kopen
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Wij leven in een rijk land. In 2018 was Nederland het op twee na rijkste land van Europa en stonden we op plaats 14 van de top 25 rijkste landen in de wereld. Toch zijn er arme mensen in Nederland. Wanneer zou jij je arm voelen?
Slide 6 - Open vraag
Slide 7 - Video
Wat zie in je filmpje?
Gebrek aan goed voedsel en huizen
Afval niet ophalen
Markten / zelf eten verbouwen
Krotten
Laag inkomen, niet veel geld
Slide 8 - Tekstslide
Hoe herken je een ontwikkelingsland?
Noem eens een ontwikkelingsland?
timer
2:00
Slide 9 - Tekstslide
Kenmerken ontwikkelingslanden (een ontwikkelingsland is een land waar de inkomens en productie laag is)
koopkracht is laag
leven veel mensen onder de armoedegrens ( ondervoeding)
is de werkeloosheid hoog
is er nauwelijks sociale zekerheid
is er weinig industrie
is de infrastructuur slecht
zijn er veel mensen ondervoed
Slide 10 - Tekstslide
Armoedegrens ontwikkelingslanden
De Wereldbank stelt de absolute armoedegrens
op $1,25 per dag.
Een getal dat je als volgt moet lezen:
iemand ‘die leeft van 1,25 dollar per dag’ heeft volgens deze maat ‘een consumptie die vergelijkbaar is met wat iemand in Amerika kan kopen voor dat bedrag’.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Wat is arm? Armoede leidt tot armoede.
Slide 13 - Tekstslide
Financiële problemen arme landen?
Hoe komt dat?
Slide 14 - Tekstslide
Ze lenen geld van rijke landen voor scholen, ziekenhuizen etc.
Gevolg?
hoge schuld
problemen met de betaling van rente en aflossing
Slide 15 - Tekstslide
Ontwikkelingslanden zijn:
A
landen die goed ontwikkeld zijn
B
landen met een hoge koopkracht
C
landen met weinig analfabetisme
D
landen waar de productie en inkomens laag zijn
Slide 16 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van een ontwikkelingsland?
A
Slechte infrastructuur
B
Lage werkloosheid
C
Koopkracht is laag
D
Weinig industrie
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Maken
opdracht 1 tot met 10. Alleen vraag 8 hoeft niet gemaakt te worden.