Les 21/22 - De regering regeert en het parlement controleert

WELKOM!
Ga naar  LessonUp.com en vul de code linksonder in. 
Gebruik je eigen naam!!!
Pak je boek!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM!
Ga naar  LessonUp.com en vul de code linksonder in. 
Gebruik je eigen naam!!!
Pak je boek!

Slide 1 - Tekstslide

Welke macht behoort niet tot de Trias Politica?
A
Wetgevende macht
B
Uitvoerende macht
C
Rechtsprekende macht
D
Rechterlijke macht

Slide 2 - Quizvraag

Vandaag:
  • Wetgevende macht
  • Uitvoerende macht

Slide 3 - Tekstslide

Wetgevende macht
Staten-Generaal 
=
Parlement 
=
Tweede + Eerste Kamer

Uitvoerende macht

Regering (kabinet)

Slide 4 - Tekstslide




Ken je een minister die ook in de Tweede Kamer zit?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wie staan hier op de foto?
A
De regering: ministers + koning
B
Het kabinet: ministers + koning
C
De regering: staatssecretarissen + koning
D
Het kabinet: staatssecretarissen + koning

Slide 7 - Quizvraag





Wanneer waren de laatste verkiezingen voor de regering?

Slide 8 - Tekstslide

Taken koning:
  • Nederland vertegenwoordigen
  •  Handtekening plaatsen onder nieuwe wetten
  • Troonrede voorlezen
  • Benoemen van ministers
  • Wekelijks overleg met MP

Slide 9 - Tekstslide

Taken minister
  • Opstellen van wetsvoorstellen
  • Uitvoeren van wetten
  • Opstellen van de rijksbegroting van hun departement.  

Slide 10 - Tekstslide

Troonrede
"Plan van de regering voor het komende jaar"

Slide 11 - Tekstslide

De troonrede begint altijd met:
A
'Jo, jo, jo, hartelijk welkom'
B
'Dag broeders en zusters'
C
'Leden van de Staten-Generaal'
D
'Leden van de regering'

Slide 12 - Quizvraag

Troonrede
"Plan van de regering voor het komende jaar"

Slide 13 - Tekstslide

Nieuw kabinet nodig!
Een nieuw kabinet is nodig als: 
  • Er de vier jaar regeren erop zit.
  • Bij een kabinetscrisis.


  • Als er geen nieuw kabinet is, regeert een demissionair kabinet.
Verkiezingen

Slide 14 - Tekstslide

Na de verkiezingen:
  • Nieuwe zetelverdeling
  • Fracties: "gekozen groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan."

Slide 15 - Tekstslide

Na de verkiezingen:
  • Oppositiepartijen = politieke partij in Eerste of Tweede Kamer die de regering tegenwerkt
  • Regeringspartij = politieke partij in Eerste of Tweede Kamer die de regering steunt.

Slide 16 - Tekstslide

Na de verkiezingen:
Zoektocht naar de regering: 
  • Partijen die het in grote lijnen met elkaar eens zijn over het te voeren beleid. 
  • Partijen die samen een meerderheid hebben in de Tweede Kamer (de helft + 1)

Slide 17 - Tekstslide

Kabinetsformatie

  1. Benoemen van een verkenner (TK)
  2. Benoemen van informateur (TK) 
  3. Benoemen van een formateur (TK)
  4. Benoemen en beëdigen van het kabinet (Koning)
  5. Foto met de regering op het koninklijk border (Koning)
  6. De Minister-President legt de regeringsverklaring af.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

HET PARLEMENT

Slide 20 - Tekstslide

Eerste Kamer

  • 75 leden
  • Indirect gekozen door provinciale staten. 
  • Rechten: geen recht van amendement en initiatief.
  • Taak: (EXTRA) controleren!
Tweede Kamer

  • 150 leden 
  • Direct gekozen door burgers met actief kiesrecht
  • Rechten: wetgevende en controlerende rechten
  • Taak: wetgeven en controleren
Parlement

Slide 21 - Tekstslide


Taak 1: wetgevend

  1. Recht van initiatief
  2. Recht van amendement
  3. Stemrecht
  4. Recht van budget

Eerste Kamer heeft 1 en 2 niet.

Taak 2: controlerend

  1. Recht van interpellatie
  2. Vragenrecht
  3. Recht van motie
  4. Recht van enquête
Gereedschap

Slide 22 - Tekstslide

Machtsverdeling in de praktijk
  1. Regering bedenkt een wetsvoorstel
  2. De Tweede kamer bespreekt, wijzigt en keurt de wet goed.
  3. Regering voert de wetten uit.
  4. De Tweede Kamer controleert de regering. 

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk
Maak vraag 1-10 op blz. 87
Maak vraag 11 op blz. 88
Maak vraag 2-8 op blz. 90. 
Slim om te maken: vraag 9, 10, 11 en 14 op blz. 91-93.

Slide 24 - Tekstslide