Renaissance 1

Inhoud komende lessen
  •  Mondeling over 7 boeken (15 minuten), incl. Klucht van de Koe                           Lezen ‘Klucht van de Koe’ + maken opdracht + uitleg Renaissance
  • Boek 7 uitkiezen! Doe dit aankomende week (vrijdag gekozen + het liefst ook in huis al) 
  • SE4: leesvaardigheid + argumenteren (examenteksten maken)

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Inhoud komende lessen
  •  Mondeling over 7 boeken (15 minuten), incl. Klucht van de Koe                           Lezen ‘Klucht van de Koe’ + maken opdracht + uitleg Renaissance
  • Boek 7 uitkiezen! Doe dit aankomende week (vrijdag gekozen + het liefst ook in huis al) 
  • SE4: leesvaardigheid + argumenteren (examenteksten maken)

Slide 1 - Tekstslide

De renaissance ontstond in Italië en was
A
een poging om het katholieke geloof omver te werpen.
B
een stroming in de schilderkunst die zo precies mogelijk de werkelijkheid wilde weergeven.
C
een poging om de klassieke oudheid te doen herleven en na te volgen.

Slide 2 - Quizvraag

Wat betekent 'renaissance'?

Slide 3 - Open vraag

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur

  • Periode tussen ongeveer 1450-1600

  • Ontstaan in Italië

Slide 4 - Tekstslide

middeleeuwen
Renaissance
Gedenk te sterven
Carpe diem
Pluk de dag
Memento mori 

Slide 5 - Sleepvraag

Anders denken over het leven en de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 6 - Tekstslide

Reformatie (1)
  • Betekent hervorming

  • In dit geval hervorming van de katholieke kerk

  • Begint aan het einde van de middeleeuwen, in de 15e eeuw

  • Protesteren tegen de macht en rijkdom (o.a. door aflaten) van de katholieke kerk

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Reformatie (2)
  • Belangrijkste hervormers: Maarten Luther en Johannes Calvijn

  • In 1517 komt Luther met 95 stellingen (vooral tegen aflaten)

  • Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen

  • Luther wordt echter door de Paus in de ban gedaan

Slide 9 - Tekstslide


Waarom heeft Luther succes?

  • Door de uitvinding van de boekdrukkunst kunnen de teksten van Luther snel worden gekopieerd en verspreid.
  • Luther wordt gesteund én beschermd door machtige Duitse vorsten.
  • De ideeën (van eenvoud en soberheid) spreken veel arme gelovigen aan.
  • Veel gelovigen zijn het niet eens met de aflaten: Luther durft er iets van te zeggen.

Slide 10 - Tekstslide

Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken. 
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden. 
Veel aanhangers in Nederland

Slide 11 - Tekstslide

Gevolgen van de reformatie
  • Splitsing in de christelijke kerk (1517): ontstaan van de protestantse kerken (ook wel: hervormde- of gereformeerde kerk) naast de katholieke Kerk

  • Protestantse kerk spreekt veel (arme) mensen in West-Europa aan.

  • Vervolging van protestanten (ketters)

Slide 12 - Tekstslide

Protestantse kerk
  • Christelijke kerk

  • Er is geen duidelijke leider

  • De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in de volkstaal

  • Geen beelden en/of verering van heiligen en relieken (is afleiding)

  • Sobere handelingen

Slide 13 - Tekstslide


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van heiligen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 14 - Quizvraag


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Sobere handelingen
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 15 - Quizvraag


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

Verering van relieken
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 16 - Quizvraag


Protestantse kerk of
Katholieke kerk?

De Paus is de leider
A
Protestantse kerk
B
Katholieke kerk

Slide 17 - Quizvraag

Welke van de stellingen is juist?


1 Toen Luther zijn stellingen bedacht wilde hij een
nieuwe kerk beginnen.
2 De Paus wilde wel met Luther praten over zijn
ideeën.
A
Alleen 1 is juist
B
Alleen 2 is juist
C
Beide zijn juist
D
Beide zijn onjuist

Slide 18 - Quizvraag

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen

Slide 19 - Sleepvraag

Het 
Wilhelmus

Slide 20 - Tekstslide


Over wie gaat het
Wilhelmus eigenlijk?
A
Willem Alexander
B
Willem van Oranje-Nassau
C
Koning Willem III
D
Willem van Hanegem

Slide 21 - Quizvraag

Het Wilhelmus gaat over Willem van Oranje-Nassau, een Nederlandse edelman die in 1568 in opstand kwam tegen de Spaanse koning.

Het Wilhelmus was een strijdlied van de soldaten/geuzen. Ze steunden Willem van Oranje-Nassau in de opstand.

Slide 22 - Tekstslide


Hoeveel coupletten heeft 
het Wilhelmus.
A
2 coupletten
B
8 coupletten
C
15 coupletten
D
18 coupletten

Slide 23 - Quizvraag

couplet 1
couplet 2
couplet 3
alle 1e regels

Slide 24 - Tekstslide

Wat betekenen de dikgedrukte rode woorden?
Zich verontschuldigen of iemand sparen.
Geminacht, met minachting bejegend.
Genezing, geluk brengend.
Bang zijn.
Oud Hollands woord voor legermacht.
 In acht nemen of nakomen.
Oud Hollands woord voor gehoorzamen.
Een hekel hebben aan

Slide 25 - Sleepvraag

Arcrostichon
Een acrostichon, ofwel naamdicht, is een gedicht waarvan de eerste letters van de zinnen een woord of naam vormen.

Het Wilhelmus is het bekendste voorbeeld. 
De beginletters van de vijftien strofen vormen de naam ‘Willem van Nassau'

Slide 26 - Tekstslide

tip
Sleep het juiste begrip in het juiste kader.
tip

Slide 27 - Tekstslide

Rederijkersliteratuur is een genre dat ontstond in de Renaissance
A
Niet waar
B
Waar

Slide 28 - Quizvraag

Gezelschapsspel
Boeken met emblemata waren populair bij de burgers in de 17e eeuw. 

Het was een populaire spelvorm om de diepere boodschap te raden uit motto en pictura. Het subscriptio gaf het antwoord.

Slide 29 - Tekstslide

Uit welke drie onderdelen bestaat een embleem?

Slide 30 - Open vraag

motto, pictura, subscriptio

Slide 31 - Tekstslide

In de Renaissance werden vaak
kortere verhalen geschreven met grappen en seksuele wetenswaardigheden

A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

De grap van het toneelstuk is te flauw voor woorden: een handige dief steelt van een goedgelovige boer zijn prachtige, vetgemeste koe en weet de sukkel door vlotte praatjes zo ver te krijgen dat deze het beest voor hem op de markt verkoopt.

Scheldpartijen en vunzige passages worden niet geschuwd. Een dief als held maakt deze schrijver nog rebelser en aansprekender.

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Link

Lijkt het verhaal je wat?
Uiteraard!
Nee
Vreselijk
Prima
Ik weet het niet, ik lees nooit.

Slide 38 - Poll

5V1

hoofdpersonages: de boer Dirck en Gijsje de gauwdief
bijpersonen: Joosje de Pierewaaier, Giertje, Keesje de boerenzoon
 


Slide 39 - Tekstslide

         5V2


hoofdpersonages: de boer Dirck en Gijsje de gauwdief
bijpersonen: Joosje de Pierewaaier, Giertje, Keesje de boerenzoon

Slide 40 - Tekstslide