In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Chapitre 3 1MHV
Bonjour tout le monde
Slide 1 - Tekstslide
Le programme d'aujourd'hui
1. Bron E: on lit le vocabulaire E
2. On regarde le film ensemle ( samen)
2. Fais les exercices : 20, 21, 22
Slide 2 - Tekstslide
Leerdoelen
Aan het eind van deze paragraaf kun je de belangrijkste informatie uit een film begrijpen en ken je woorden die te maken hebben met schoolvakken en leraren.
Slide 3 - Tekstslide
Vocabualire E (h/v)
dans: in
comme: zoals
en plus: bovendien
aujourd'hui : vandaag
tout le monde: iedereen
( volé) ; gestolen
Slide 4 - Tekstslide
vocabulaire E mavo
encore : rentrer
encore: nog
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat betekenen deze woorden : 1-dessin 2-matière 3- quelle heure est- il?
Slide 7 - Open vraag
A
Slide 8 - Quizvraag
On regarde le film : digitale omgeving grandes lignes 20a.
Slide 9 - Tekstslide
Les devoirs
- Fais les exercices: 20,21, 22
Apprends le vocabulaire E (FN-NF
Slide 10 - Tekstslide
le programmes d'aujourd'hui : le 4 mars
1. Quiz sur le vocabulaire E
2. On travaille avec section F ( bron F) :lire , fais les exercices :
23, 24, 24, 26
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de betekenis van de volgende woorden? 1. enthousiaste 2. terrible 3. le secret 4. préféré (e)
Slide 12 - Open vraag
je finis
A
ik eindig/ ben klaar
B
ik werk
C
ik moet
D
ik maak
Slide 13 - Quizvraag
altijd
A
demain
B
aujourd'hui
C
je finis
D
toujours
Slide 14 - Quizvraag
Qui est ton prof de français ?
A
wanneer heb je Franse les?
B
wie is je leraar Frans?
C
Heb jij Franse les?
D
is dit je franse leraar?
Slide 15 - Quizvraag
Il est sévère?
A
Is hij aardig?
B
Is hij grappig?
C
Is hij streng?
D
Is hij enthousiast?
Slide 16 - Quizvraag
Choisis le bon mot: Tout le monde/ le musée veut aller à l'école.
Slide 17 - Open vraag
Choisit le bon mot: Les maths, c'est ma matière préférée/ travailler.
Slide 18 - Open vraag
Les devoirs:
Fais les exercices: 23, 24, 25, 26
Slide 19 - Tekstslide
le programme d'aujourd'hui 11 mars
1. On révise le vocabulaire F
2.Quiz
3. Pharses-clés G
Slide 20 - Tekstslide
Voc. F (H/V)
- Voir: zien
- donner: geven
faire: doen, maken
j'ai peur: ik ben bang
Je suis d'accord: ik ben het eens
tu peux: je kunt
Slide 21 - Tekstslide
voc. F (mavo)
interessant(e): interessant
Slide 22 - Tekstslide
les phrases
Slide 23 - Tekstslide
Quelle est ta matìere préférée ?
A
wat heb je liever?
B
Heb jij liever deze vak?
C
wat is lievelingsvak?
D
wat vind je leuk om te doen?
Slide 24 - Quizvraag
Vertaal naar het Nederlands ( H/V) :1. mauvais (e) 2. ce soir 3.j'ai peur. Vertaal naar het Nederlands (mavo): 1. pareseeux (se)2. la langue.3. oublier
Slide 25 - Open vraag
vertel : hoe je heet en hoe oud je bent. waar je woont. wat je lievelingsvak is. welk vak je niet leuk vindt. vertel nog iets over school of over een leraar.
Schrijf een kleine tekst door de volgende punten te verwerken
Slide 26 - Open vraag
«J’ai peur de la réaction de mes parents.» Waarvoor is Magali bang?
Slide 27 - Tekstslide
Wat betekent de titel en de vragen?
Slide 28 - Tekstslide
Les pharses-clés G: vervang steeds de schuingedrukte woorden
Slide 29 - Tekstslide
travaille avec ton voisin
Slide 30 - Tekstslide
les devoirs
Fais les exercices : 27 t/m 29
Slide 31 - Tekstslide
Vertaal naar het Frans (H/V): 1. de ouders 2. serieus 3. de toets Vertaal naar het Frans (mavo): 1. maken/ doen 2. de leerling 3. interessant