maandag 19 september 2022

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

blok 1 

Korte uitleg Grammatica

Werkwoorden zijn woorden die je kunt doen.

Er zijn verschillende vormen. Een ervan is de pv, deze kun je in de tt zetten en in de vt.

Wil je de pv weten dan doe je de tijdsproef

Voorbeeld

Wie had mij vanmorgen gebeld ? Deze zin staat in de VT. Nu schrijf ik hem in de TT. Ik doe de tijdsproef.

Wie heeft mij vanmorgen gebeld ? Je ziet dat het woordje had verandert in heeft. Had/heeft is dus je PV

Het wwg en het ond.

Alle werkwoordsvormen in een zin noem je het werkwoordelijk gezegde (wwg).

Om het onderwerp in de zin te vinden doe je de vraag :

wie/wat + het wwg.

Even een paar zinnen.

De gitarist heeft haar instrument gestemd.

Daan heeft mij een leuke verjaardagskaart gestuurd.

Ik zal je straks helpen.

Johnny moest de auto wassen.

Spelling

Je krijgt nu 10 werkwoorden.Schrijf het voltooid deelwoord op.

01 maken

02 horen

03 fietsen

04 zwemmen

05 eten

06 slapen

07 wonen

08 voetballen

09 spieken

10 plakken

Over taal 

Wie heeft als eerste de juiste tekst ?

Ed hoenusnor hodut nav leve balkaa

Mara si chot leeh reg kumizaal

Ej tome ej sud raam onoit brevazen

Las ej meh grachtip honor rooth zablen.

Tad tode ijh (twant ijh feeth nege skeu)

Datijl ne igeeuw rood nijz nesu.

Leesplan 

Tekst verkennen, begrijpen en verwerken.

Tekstsoorten en doelen.

informerende tekst

amuserende tekst

aansporende tekst

uitleggende tekst

overtuigende tekst

manieren van lezen

verkennend

grondig en zoekend lezen

opbouw van een tekst :

onderwerp, deelonderwerpen, alinea en tussenkopje