Klas 3 les 21 schooljaar 2024/2025

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Koppel de volgende woorden aan de juiste betekenis: 

1. Schulausflüge

2. Klassenfahrten 

3. Krank melden

4. Ausgeschlossen

5. zurück ziehen

6. Flohmarkt

7. billiger

8. Ernährung 

9. einzupacken 

10. fertig machen 

A) ziek melden

B) inpakken

C) klaar maken

D) terugtrekken

E) buitengesloten

F) uitstapjes met school

G) klassenuitje

H) vlooienmarkt (rommelmarkt)

I) voeding 

j) goedkoper

Das Programm

Startaufgabe  

Examentraining

Text besprechen

Pause 

Wiederholung Thema Schule 

Wiederholung Thema Haus & Zimmer

Canva 

 

Leesvaardigheid: "Arme Kinder gibt es auch in Deutschland"

Je krijgt een tekst over een watermeloen. 

Examentraining 

Je krijgt een lange tekst over jongeren die in Duitsland onder de armoedegrens leven. 

In Duitsland is (stille) armoede een probleem waar vaak niet of nauwelijks over gesproken wordt. 

In de tekst wordt verteld hoe de armoede effect heeft op het dagelijks leven van deze jongeren. 

Examentraining: ABC vraag 
(7,8,9,11)

Aanpak:

1. Bekijk de titel en de afbeelding.

2. Waar gaat de tekst over?

3. Lees de vraag.

4. Lees de tekst.

5. Bekijk de antwoorden

6. Markeer het antwoord in de tekst.

7. Kies het antwoord dat het beste met de tekst overeenkomt.

Absatz 1

1) „Kinder armer Eltern können oft nicht mit auf Schulausflüge oder Klassenfahrten fahren, weil sie dafür

kein Geld haben. Meistens sagen sie das dann aber nicht so offen, sondern melden sich krank oder schieben einen

anderen Grund vor“, sagt Beata Hoffmann vom Kinderschutzbund in Hannover. Dabei gibt es aber oft Hilfen für arme Kinder. Doch danach zu fragen, ist vielen Eltern und den Kindern peinlich.

Absatz 2 

(2) „Arme Kinder gehen häufig nicht in Fußball- oder Schwimmvereine, weil das den Eltern zu teuer ist“, erzählt die Kinderschutzexpertin.
Die Jungen und Mädchen fühlen sich dadurch oft vom Spaß der anderen ausgeschlossen. Für Kino oder Eisessen-Gehen fehlt das Geld ebenfalls. Manche Kinder ziehen sich dann ganz von ihren Klassenkameraden zurück.„Dabeihelfen viele Sportvereine Kindern und verlangen weniger Geld oder gar keins.“

Absatz 3

(3) „An der Kleidung merkt man nicht immer, ob eine Familie arm ist. Viele Eltern kaufen zum Beispiel Levis Jeans auf dem Flohmarkt. Da sind die Sachen dann viel billiger und sehen trotzdem noch toll und manchmal auch teuer aus.“ 

Absatz 5

(5) „Gute Ernährung ist für die Gesundheit sehr wichtig und dafür, dass

man in der Schule immer gut aufpassen kann.
Ein Pausenbrot und dazu ein Apfel oder eine Möhre sind nicht so teuer. Es muss nur jemand daran denken, es fertig zu machen und einzupacken. Und gerade da geht es meistens schief.“

Open vraag: 

Kinderen uit arme gezinnen kunnen zich op school vaak moeilijk concentreren.

 Welke twee redenen worden daarvoor in alinea 4 genoemd?  

Beantwoord deze vraag in het Nederlands. 

Absatz 4

(4) „Wenn Eltern wenig Geld haben, wirkt sich das auch manchmal auf die Schulnoten der Kinder aus. Manche Schüler können sich im Unterricht nicht so gut konzentrieren.
Denn die Sorgen der Eltern machen auch die Jungen und Mädchen traurig. Oder sie bekommen nicht genug oder nicht so gutes Essen.

Manchmal fehlt den Eltern auch das Geld für zusätzliche Schulbücher oder für Nachhilfeunterricht.

Thema 2 "Schule und Schulfächer"

Schrijf in het Duits: 

- de naam van jouw school 

-  In welke klas jij zit (in het Duits) 

- Op welk niveau jij zit ( in het Duits) 

- welke vakken jij volgt 

- wat jouw lievelings-/beste vak is 

- welk vak jij niet/minder leuk vindt + reden 

- dat jij volgend jaar eindexamen gaat doen

Schule und Schulfächer 

Meine Schule heißt dé HBM. 

Ich bin in der neunten Klasse. 

Meine Schule ist eine Hauptschule. 

Ich habe Niederländisch, Deutsch, Erdkunde, Englisch, Geschichte, Ökonomie, Biologie, Mathe und Sport. 
Mein Lieblingsfach ist Sport. 
Ich finde Mathe doof, weil der Lehrer streng ist. 

Nächstes Jahr mache ich meine Abschussprüfung. 

Thema 3:  "Haus und Zimmer"

Schrijf in het Duits: 

- waar je woont 

- in wat voor soort huis je woont 

- hoeveel slaapkamers jouw huis heeft 

- noem minimaal 3 kamers in jouw huis

- geef aan of het huis een tuin of balkon heeft 

- of jij wel of niet een eigen kamer hebt

- welke kleur de muren in jouw kamer zijn

- noem minimaal 4 dingen die in jouw kamer te vinden zijn.

- beschrijf de sfeer van jouw huis/kamer

Thema 3: "Haus und Zimmer"

Ich wohne in Halfweg.  Ich wohne in einem Reihenhaus/einem Hochhaus/einer Villa. 
Mein Haus hat vier Schlafzimmer. 
Mein Haus hat eine Küche, ein Badezimmer und ein Esszimmer. 
Mein Haus hat einen (kleinen/großen) Garten/Balkon. 
Ich habe ein eigenes Zimmer.  Die Wände sind weiß und rot. 
In meinem Zimmer sind: ein Bett, eine Spiegel, eine Pflanze und einen Schrank. Mein Zimmer ist gemütllich. 

Sprechübung 

Oefen de door jou geschreven tekst over jezelf hardop. 

Probeer dit in je mooiste Duits te doen. 

Canva 

Pak een laptop en log in via jouw schoolaccount. 

Open het internet en ga naar www.canva.com. 

Maak een account aan met jouw school e-mail. 

Maak een poster met de thema's; 

ik, school, schoolvakken, huis en kamer 

Hausaufgaben: 

Leer de door jou geschreven teksten over

 "Thema 1 t/m 7 "  in de voorbereiding op SEIII