Massamedia hoofdstuk 8 (basis)




Massamedia




Hoofdstuk 8: De media horen bij democratie!
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les




Massamedia




Hoofdstuk 8: De media horen bij democratie!

Slide 1 - Tekstslide

Massamedia
Hoofdstuk 8
In de vorige hoofdstukken hebben we het gehad over verschillende soorten media, waarvoor je media gebruikt, over het nieuws en reclame.

Maar wat heeft de media nu eigenlijk te maken met de maatschappij?

In deze les behandelen we de deelvraag:
  • Welke rol spelen de media in een democratie?

Slide 2 - Tekstslide

Lees nu eerst Hoofdstuk 8
boek Massamedia
(blz. 50 en 51)

Hierna krijg je steeds uitleg met daarna een paar vragen (de vragen zijn de gele slides).

Slide 3 - Tekstslide

Vrijheid van meningsuiting
In Nederland hebben we veel vrijheid en veel rechten.
Rechten = alle dingen die je MAG doen of MAG hebben.

De rechten die iedereen in Nederland heeft, staan in de grondwet, de belangrijkste wet in ons land.

Een belangrijk recht = vrijheid van meningsuiting = dat iedereen mag zeggen en schrijven wat hij wil.

Slide 4 - Tekstslide

Persvrijheid
Dat dit artikel in de Grondwet staat is voor ons allemaal belangrijk, maar vooral voor journalisten.

Die hebben daardoor namelijk: persvrijheid..
Dit wil zeggen: de media in ons land mogen bijna alles schrijven en laten zien wat ze willen.

Slide 5 - Tekstslide

Censuur
Persvrijheid en democratie horen bij elkaar. In een democratie is er altijd persvrijheid voor de media!
In een dictatuur is er géén persvrijheid maar precies het tegenovergestelde. 

Dit noem je censuur = Dat betekent dat artikelen van journalisten vóóraf worden gecontroleerd (door de machthebbers).
De regering wil dan niet dat de bevolking dingen te weten komt.

Slide 6 - Tekstslide

In Nederland is er sprake van...
A
Censuur.
B
Persvrijheid.

Slide 7 - Quizvraag

Vrijheid van meningsuiting en politiek hebben veel met elkaar te maken.
Een land waar CENSUUR is, noem je een....
A
Democratie.
B
Dictatuur.
C
Vrij land.

Slide 8 - Quizvraag

Is er in Zimbabwe vrijheid van meningsuiting of juist niet?
Gebruik in je antwoord het begrip CENSUUR.

Slide 9 - Open vraag

Mag de pers alles zeggen?
Persvrijheid betekent niet dat journalisten echt alles mogen schrijven of laten zien wat ze willen.
Ze mogen niet:
  • Discrimineren
  • Expres liegen
  • Oproepen tot geweld
Dit mag niet omdat er bijvoorbeeld ook in de grondwet staat dat je
niet mag discrimineren.

Slide 10 - Tekstslide

Journalisten mogen niet alles zeggen of schrijven. Welke drie dingen mogen NIET?

Slide 11 - Open vraag

Pluriformiteit van de media
In een democratie is het fijn dat je kan kiezen uit allerlei kranten, tijdschriften, websites en radio- en tv-zenders.
We noemen dit pluriformiteit van de media = we kunnen kiezen uit veel verschillende media.
De overheid vindt deze pluriformiteit belangrijk! Het zorgt ervoor dat er media zijn voor alle groepen in de samenleving (jongeren, ouderen enz.)

Pluriformiteit betekent ook dat er veel verschillende nieuwsbronnen zijn. Mensen kiezen de nieuwsbron die bij hun mening past.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit dat de pluriformiteit in gevaar komt als alle kleine kranten en tijdschriften verdwijnen.

Slide 13 - Open vraag


Controle
De journalisten die schrijven over het nieuws, controleren politici.
Bijvoorbeeld: als een minister belooft om geld te geven aan hulpverlening voor jongeren, doet hij dat dan ook? Zo niet, dan komt het in de krant of op tv en kunnen we dat allemaal lezen en zien.

Slide 14 - Tekstslide

Dus... Welke rol spelen de media in een democratie?
  1. In een democratie is er persvrijheid.
  2. In een democratie is er pluriformiteit van de media.
  3. In een democratie controleren journalisten de politici.

Slide 15 - Tekstslide



Roddelbladen schrijven niet altijd de waarheid.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 16 - Quizvraag



In de grondwet staan alle rechten die iedereen in Nederland heeft.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 17 - Quizvraag



In Nederland is er censuur.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 18 - Quizvraag


Ook journalisten mogen alles schrijven wat ze willen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 19 - Quizvraag



In een dictatuur is er vaak wel persvrijheid.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 20 - Quizvraag



Pluriformiteit betekent dat de overheid geld geeft aan alle tijdschriften en kranten.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 21 - Quizvraag



Bij censuur worden berichten en artikelen van journalisten vooraf gecontroleerd.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 22 - Quizvraag



Rechten zijn alle dingen die je MOET doen.
A
Juist.
B
Onjuist.

Slide 23 - Quizvraag

Stelling: "Stel dat er op een internetsite staat dat de Nederlandse minister-president moet worden vermoord. Dan moet deze site meteen worden gesloten."
Noem een argument VOOR deze stelling.

Slide 24 - Open vraag

Stelling: "Stel dat er op een internetsite staat dat de Nederlandse minister-president moet worden vermoord. Dan moet deze site meteen worden gesloten."
Noem een argument TEGEN deze stelling.

Slide 25 - Open vraag

Stelling: "Stel dat er op een internetsite staat dat de Nederlandse minister-president moet worden vermoord. Dan moet deze site meteen worden gesloten."
Wat is je EIGEN MENING over deze stelling?

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide