test 6.4

Quiz Par. 6.4
Zet formules volledig in de rekenmachine. Behalve als er staat zonder rekenmachine.

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Quiz Par. 6.4
Zet formules volledig in de rekenmachine. Behalve als er staat zonder rekenmachine.

Slide 1 - Tekstslide

1. Een zeppelin vaart op een hoogte van 240 meter. Deze zeppelin gaat naar een grotere hoogte. Zie formule. Hoeveel seconden duurt het om naar 320 meter te stijgen?
tijdINseconden=20h240

Slide 2 - Open vraag


2. Hoeveel meter stijgt de zeppelin per seconde?

Slide 3 - Open vraag

3. Een andere zeppelin vaart op een hoogte van 50 meter. Deze zeppelin gaat naar een grotere hoogte. Hoeveel seconden duurt het om naar 180 meter te stijgen.
TIJDINSECONDEN=10h50

Slide 4 - Open vraag

4. Hoeveel stijgt deze zeppelin per seconde?
TIJDINSECONDEN=10h50

Slide 5 - Open vraag

5. De schoolarts gebruikt voor het voorspellen van de lengte van jongens de onderstaande formule (in cm). Wat voor een voorspelling doet de schoolarts bij Gijs met een v(ader) van 180 cm en een m(oeder) van 172 cm?


lengtejongen=2(m+13)+v+4,5

Slide 6 - Open vraag

6. De schoolarts gebruikt voor het voorspellen van de lengte van jongens de onderstaande formule (in cm). Wat voor een voorspelling doet de schoolarts bij Max met een v(ader) van 2,1 m en een m(oeder) van 1,9 m?


lengtejongen=2(m+13)+v+4,5

Slide 7 - Open vraag

7. De schoolarts gebruikt voor het voorspellen van de lengte van jongens de onderstaande formule (in cm). Wat voor een voorspelling doet de schoolarts bij Ben met een v(ader) van 172 cm en een m(oeder) van 183 cm?


lengtejongen=2(m+13)+v+4,5

Slide 8 - Open vraag

8. Bij kinderopvang Spetter willen ze niet dat er kinderen alleen zijn in de groep. Daarom is er altijd een extra leidster of leider aanwezig.
Op een dag zijn er 15 kinderen. Hoeveel leidsters zijn er dan nodig?
aantalleidsters=1+(aantalkinderen:7)

Slide 9 - Open vraag

9. Bereken zonder rekenmachine.
7+(16+5)25=

Slide 10 - Open vraag

10. Bereken met rekenmachine.
Rond zo nodig af op twee decimalen.
(152+17)+240160

Slide 11 - Open vraag

11. Bereken zonder rekenmachine. Schrijf ook de tussenstappen op. Rond zo nodig af op twee decimalen.
23:2236:32+10=

Slide 12 - Open vraag

12. Bereken met rekenmachine.
Rond zo nodig af op twee decimalen.
3786:(34)6+26=

Slide 13 - Open vraag

13. Bereken met rekenmachine.
Rond zo nodig af op twee decimalen.
2,74

Slide 14 - Open vraag

14. Wat is het tegengestelde van 0?

Slide 15 - Open vraag

15. Wat is het tegengestelde van ?
92

Slide 16 - Open vraag

15. Wat is het tegengestelde van ?
17

Slide 17 - Open vraag

17. Schrijf met duizend, miljoen of miljard.
5 700 000 000

Slide 18 - Open vraag

18. Schrijf van klein naar groot alle delers van 21 op.

Slide 19 - Open vraag

19. Schrijf in volgorde van klein naar groot de eerste veelvouden op van 15.

Slide 20 - Open vraag

20, Bereken zonder rekenmachine
- het product van 12 en 4
- het verschil van 14 en 4
- het quotiënt van 36 en 9

Slide 21 - Open vraag

Einde test
Ga langs bij mevrouw Thijs om te controleren of je antwoorden goed zijn. 

Slide 22 - Tekstslide