Future met to be going to - 13/02/2025

 Going to
13/02/2025
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

 Going to
13/02/2025

Slide 1 - Tekstslide

Today's goal:
  • Ik weet wanneer ik 'to be going to' moet gebruiken
  • Ik kan 'to be going to' gebruiken om over de toekomst te praten
  • Ik weet hoe ik vragen en  ontkenningen met 'to be going to' moet maken.

Slide 2 - Tekstslide

Going to 
We gebruiken 'to be going to' om te praten wat er gaat gebeuren of wat iemand van plan is.

Slide 3 - Tekstslide

To be going to 
Om een zin met 'to be going to' te maken hebben we drie dingen nodig:

  1. am / are / is (= to be)
  2. going to
  3. hele werkwoord/infinitief

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Welke vormen van 'to be' zijn correct?
A
I am
B
We are
C
He am
D
You is

Slide 6 - Quizvraag

He is going to fall.
(to be) + going to
He is going to fall.
You see it coming. Use (TO BE) + GOING TO if it is CERTAIN.

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

What are you going to do tonight? (Answer in English!)

Slide 9 - Open vraag

We are going to practice this!

Slide 10 - Tekstslide

I ___ see a movie in the cinema tonight.
A
am going to
B
are going to
C
is going to

Slide 11 - Quizvraag

Mark and Jessica ___ play tennis tomorrow.
A
am going to
B
are going to
C
is going to

Slide 12 - Quizvraag

The dog ___ run after the ball!
A
am going to
B
are going to
C
is going to

Slide 13 - Quizvraag

Ontkenningen  met going to
Als je zegt dat iets NIET gaat gebeuren gebruik je not/n't

  • You are not going to return that book to the library.
  • He isn't going to tell you.
  • I'm not going to do that.

Slide 14 - Tekstslide

Vragen met going to
Als je vraagt of er iets gaat gebeuren begint de zin met am / are / is

  • Am I going to meet your sister?
  • Is George going to  do his homework?
  • Are we going to watch a movie tonight?

Slide 15 - Tekstslide


They ___ sleep.
A
am not going to
B
is not going to
C
are not going to

Slide 16 - Quizvraag

Maak een zin met 'going to'

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Video

Welke tijd hebben we net herhaald?
A
Verleden tijd
B
Toekomstige tijd
C
Tegenwoordige tijd
D
De oertijd

Slide 19 - Quizvraag

Time to practise!
VMBO B 1: Paragraph 3.3 ex. 
VMBO T 1: Paragraph 3.3 ex. 
VMBO B/T 2: Paragraph 3.3 ex. 
 

Slide 20 - Tekstslide