10.2

Schooljaar 2022-2022
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Schooljaar 2022-2022

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Slide 2 - Tekstslide

- terugblik 10.1
- uitleg 10.2
- Zelfstandig werken
Huiswerk maandag 7 nov:
Maken + nakijken opdrachten 10.2 1 t/m 23
Leren bron 1 + bron 5 + begrippen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide


Stoffen zijn in 3 groepen in te delen, noem deze groepen en waaruit ze zijn opgebouwd.

Slide 5 - Open vraag

Deel de volgende stoffen in bij de juiste groep.

TIP: uit welke atomen is de stof opgebouwd?
Metalen
ZOUTEN
MOLECULAIRE STOFFEN
water
natriumjodide
koperoxide
calcium
koolstof
methaan
goud
kaliumfluoride
kwik

Slide 6 - Sleepvraag

Geleidt deze stof stroom?
AgO(aq)
A
ja, het is een zout
B
nee, het is een zout
C
ja, het is een moleculaire stof
D
nee, het is een moleculaire stof

Slide 7 - Quizvraag


Geleidt deze stof stroom?
A
ja, het is een zout
B
nee, het is een zout
C
ja, het is een metaal
D
nee, het is een metaal

Slide 8 - Quizvraag


Een stof heeft de volgende eigenschappen:
- Heeft hoog smeltpunt
- Is vast bij kamertemperatuur
- Geleid geen stroom in de vaste vorm
Bij welke groep stoffen hoort deze stof?
A
metalen
B
moleculaire stof
C
niet-metaal
D
zouten

Slide 9 - Quizvraag


Leg uit hoe op microniveau een zout is opgebouwd. Gebruik de begrippen: Ionen, kristalrooster, lading.

Slide 10 - Open vraag

boek blz: 80 - 81

Slide 11 - Tekstslide

boek blz 80

Slide 12 - Tekstslide


De oplosbaarheid van salmiak is 758 g/L. Wat kun je zeggen over de oplosbaarheid van dit zout?
A
Goed oplosbaar
B
Matig oplosbaar
C
Slecht oplosbaar
D
Is niet te zeggen

Slide 13 - Quizvraag


Koperoxide is een zout. Zoek op in je BiNaS wat de oplosbaarheid van dit zout is.
A
Goed
B
Matig
C
Slecht
D
Bestaat niet

Slide 14 - Quizvraag


Magnesiumjodide is een zout. Zoek op in je BiNaS 
wat de oplosbaarheid van dit zout is.
A
Goed
B
Matig
C
Slecht
D
Bestaat niet

Slide 15 - Quizvraag


Natriumoxide is een zout. Zoek op in je BiNaS 
wat de oplosbaarheid van dit zout is.
A
Goed
B
Matig
C
Slecht
D
Bestaat niet

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Tekstslide


In 250 ml water zit 130 g salmiak opgelost. Wat is de concentatie?
A
250 / 130 = 1,92 g/L
B
130 / 250 = 0,52 g/L
C
0,25 / 130 = 0,0019 g/L
D
130 / 0,25 = 520 g/L

Slide 18 - Quizvraag


De concentratie NaCl is 270 g/L. Je hebt 430 ml van deze oplossing. Hoeveel gram NaCl is in dit glas aanwezig?
A
270 x 430 = 116 100 g
B
270 x 0,43 = 116,1 g
C
0,270 x 430 = 116,1 g
D
0,270 x 0,430 = 0,1161 g

Slide 19 - Quizvraag


Jacob heeft hoofdpijn. Daarvoor slikt hij een paracetamol. De concentratie paracetamol in zijn bloed is 0,111 g/L. Jacob heeft 4,5 L bloed. Bereken hoeveel paracetamol hij in zijn bloed heeft.

Slide 20 - Open vraag

Sleep de juiste antwoorden naar de som.
a. 10 g     =                       mg

b. 28 kg  =                       mg

c. 83 g    =                        cg

d. 92 cm3    =                   ml
Er blijven antwoorden over!
0,0001
10000
9200
0,920
0,0083
8300
92
92 000
28 000 000
83 000

Slide 21 - Sleepvraag

boek: blz 80 - 81

Slide 22 - Tekstslide


De oplosbaarheid van salmiak is 758 g/L. 
In 250 ml water zit 230 g salmiak opgelost. 
Kan dit?
A
250 / 230 = 1,09 g/L Ja, onverzadigd
B
250 / 230 = 1,09 g/L Nee, verzadigd
C
230 / 0,25 = 920 g/L Ja, onverzadigd
D
230 / 0,25 = 920 g/L Nee, verzadigd

Slide 23 - Quizvraag


Leg uit hoe je kunt zien of een oplossing 
verzadigd is.

Slide 24 - Open vraag

Huiswerk maandag 7 nov

Maken + nakijken opdrachten 10.2 1 t/m 23
Leren bron 1 + bron 5 + begrippen

Slide 25 - Tekstslide