In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 20 min
Onderdelen in deze les
link kijken tot 2.56
Slide 1 - Tekstslide
https:
Slide 2 - Link
incredibilis (2) waarom?
Slide 3 - Open vraag
quid hic.... significat Welke stilistische middelen?
A
anafoor
B
retorische vraag
C
asyndeton
D
trikolon
Slide 4 - Quizvraag
De retorische vragen suggereren dat Glaucia in opdracht van Magnus handelde.
Slide 5 - Tekstslide
Non quaero, quis percusserit. Waarom eigenlijk niet?
Slide 6 - Open vraag
percutere betekent niet vermoorden, maar slaan. Welke stilistisch middel is dat dan?
A
metonymia
B
metafoor
C
eufemisme
Slide 7 - Quizvraag
nihil est, Glaucia, quod metuas. Hoe heet het ook alweer als opeens tegen iemand anders wordt gesproken?
Slide 8 - Open vraag
2.56 - 5.52
Slide 9 - Tekstslide
https:
Slide 10 - Link
ferri (r. 4). Welk stilistisch middel?
A
metonymia
B
eufemisme
C
metafoor
D
poetisch pluralis
Slide 11 - Quizvraag
si quid ferri habuisti. Letterlijk: 'als /of je iets van ijzer hebt gehad'. Wat moet je eigenlijk lezen ipv quid?
Slide 12 - Open vraag
Hoe noem je de syntactische casus van ferri dan?
A
genitivus objectivus
B
genitivus partitivus
C
genitivus subjectivus
D
genitivus possessivus
Slide 13 - Quizvraag
invenio
betekent 'ik vind'. Maar hier vind Cicero helemaal nog niets, hij probeert iets te vinden. Dat gebruik van het praesens (kan ook in het imperfectum) heet 'conatief' : proberen te...