Engelse werkwoorden in het Nederlands vervoegen -zelfstandig

Engelse werkwoorden in het Nederlands vervoegen (Izelfstandig)  
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Engelse werkwoorden in het Nederlands vervoegen (Izelfstandig)  

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les ken je de regels  rondom de vervoeging van Engelse werkwoorden

Slide 3 - Tekstslide

Geef voorbeelden van
Engelse werkwoorden
overgenomen in het Nederlands

Slide 4 - Woordweb

Tip: bij Beter Spellen vind je overzichten van Engelse werkwoorden en hoe ze moeten worden vervoegd.

Slide 5 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
Werkwoorden die uit het Engels komen, vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse (zwakke) werkwoorden.

joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
gamen - ik game - hij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed

Slide 6 - Tekstslide

Regels
Engelse werkwoorden vervoeg je net zoals Nederlandse. Bij lastige zaken (zoals woorden woorden als pushen) ga je uit van de klank (sis-klank).

Bij verleden tijd en voltooid deelwoord ga je uit van de regels van het x-kofschip. 

Slide 7 - Tekstslide

Spelling Engelse werkwoorden
De uitspraak bepaalt of je aan het eind van de ik-vorm één of twee medeklinkers schrijft. 

paintballen > ik paintball - hij paintballt - hij heeft gepaintballd (je hoort 'bol', dus dubbel l) 

whatsappen > ik whatsapp - hij whatsappt - hij heeft gewhatsappt (je hoort 'ep')



Slide 8 - Tekstslide

Spelling Engelse werkwoorden
Wanneer schrijf je dan geen dubbele klinker aan het einde van de ik-vorm?

Als de dubbele klinker niet bepalend is voor de uitspraak.

Grillen > ik gril - jij grilt - hij heeft gegrild
Stressen > ik stres - jij strest - hij is gestrest


Slide 9 - Tekstslide

Engelse werkwoorden
  • sommige ww behouden -e in de stam, vanwege uitspraak:

    gamen > ik game - jij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed

    deleten >ik delete - jij deletet - hij deletete - hij heeft het bestand gedeletet

Slide 10 - Tekstslide

Haal de -n eraf voor TT en voeg de gebruikelijke uitgang toe
Haal de -en eraf voor VT en VD en gebruik het x-kofschip.

Slide 11 - Tekstslide

De ik-vorm krijgt geen dubbele medeklinker!
Haal de -en van het hele werkwoord en kijk dan naar laatste letter bij vt en vd.

Slide 12 - Tekstslide

Engelse werkwoorden schrijf je net als:
A
Sterke werkwoorden
B
Zwakke werkwoorden

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Video

Tegenwoordige tijd
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm: deleten
A
deletet
B
delet
C
delete

Slide 15 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes?

Hij (liken) .... elke foto die zij plaatst.

A
likt
B
liket
C
liked
D
likedt

Slide 16 - Quizvraag

Wat hoort er op de plek van de puntjes? verleden tijd
Na schooltijd (racen) .... hij naar huis om op tijd te zijn voor de visite.
A
racte
B
racde
C
racete
D
racede

Slide 17 - Quizvraag

verleden tijd:
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm: timen
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede

Slide 18 - Quizvraag

verleden tijd:
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm: barbecueën
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette

Slide 19 - Quizvraag

verleden tijd
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm: lunchen
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde

Slide 20 - Quizvraag

verleden tijd:
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm: pushen
A
pushete
B
pushde
C
pushte
D
pushede

Slide 21 - Quizvraag

tegenwoordige tijd:
hoe schrijf je het volgende werkwoord in de hij-vorm : deleten
A
deletet
B
delet
C
delete

Slide 22 - Quizvraag

Wat is goed gespeld?
A
Els savt de documenten op haar pc
B
Els savet de documenten op haar pc

Slide 23 - Quizvraag

Wat is goed gespeld?
A
Ik heb jaren gevolleybald
B
Ik heb jaren gevolleyballd

Slide 24 - Quizvraag

Want.....
Werkwoorden die uit het Engels komen, vervoeg je op dezelfde manier als Nederlandse (zwakke) werkwoorden.

joggen - ik jog - hij jogt - hij jogde - hij heeft gejogd
downloaden - ik download - hij downloadt - hij downloadde - hij heeft gedownload
gamen - ik game - hij gamet - hij gamede - hij heeft gegamed

Slide 25 - Tekstslide

Wat is goed gespeld?
A
Job heeft het document gedeleted
B
Job heeft het document gedeletet

Slide 26 - Quizvraag

Wat vind je van deze LessonUp?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Slide 28 - Tekstslide