Cursus 2.1 Internationale handel

H2 De wereld is een winkel
Cursus 2.1 Internationale handel
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 2

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

H2 De wereld is een winkel
Cursus 2.1 Internationale handel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma

  1. Multinational 
  2. - Transport/Logistiek
  3. - Verandering/Continuïteit
  4. - Import/export
  5. - Groothandel
  6. - Detailhandel
  7. - Invoerwaarde
  8. - Uitvoerwaarde

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kan de leerling...
  1. Het verschil tussen import en export herkennen en uitleggen.
  2. Aan de hand van voorbeelden continuïteiten en veranderingen herkennen en beschrijven.
  3. Uitleggen wat ze bedoelen met logistiek en transport.
  4. Uitleggen wat groothandel is.
  5. Uitleggen wat detailhandel is.
  6. Het verschil tussen invoerwaarde en uitvoerwaarde uitleggen en herkennen.





Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

H2 De wereld is een winkel
Cursus 2.1 Internationale handel

    Begrippen:
    - Multinational
    - Transport
    - Continuïteit
    - Logistiek
    - Export/Import
    - Uitvoerwaarde/Invoerwaarde
    - Detailhandel

    Slide 4 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Waar denk je aan als je dit leest:
    'De wereld is een winkel...'

    Slide 5 - Woordweb

    Deze slide heeft geen instructies

    H2. De wereld is een winkel
    • Cursus 2.1 Internationale handel
    • Veel producten die je in Nederland koopt, worden ergens anders in de wereld gemaakt....
     


    • Waarom kopen we spullen van over de  hele wereld?
    • Het gaat over handel in de wereld. 

    Slide 6 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Nederland exporteert 

    Waarom internationale handel?
    • Een ander land kan iets maken (en jij niet).
    • Een ander land kan het beter / goedkoper.

    Slide 7 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Multinational 
    • Bedrijf dat meerdere vestigingen heeft in veel landen verspreid over de wereld. 

    Slide 8 - Tekstslide

    shell
    Welke multinationals ken jij?

    Slide 9 - Open vraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Handel wat komt daarbij kijken?
    Veel hetzelfde gebleven ---> Continuïteit
    - Nederland is nog steeds een handelsland (VOC)

    Handel: Transport (vervoer) en distributie (verdeling) van goederen en informatie  tussen verschillende landen.

    > Het plannen en organiseren van deze transport noemen we logistiek <
    Van begin tot eind...


    Slide 10 - Tekstslide

    Logistiek is meer dan alleen het transport van de ene naar de andere plek. Het is een verzamelterm voor alles wat komt kijken bij het organiseren, plannen, besturen en uitvoeren van een stroom aan goederen vanaf de eerste tot de laatste fase.
    Import

    Nederland importeert 
    (invoeren) goederen en diensten uit het buitenland.

    Voorbeelden:
    • Schoenen, fruit, telefoons (apple/samsung), etc.
     

    Export 

    Nederland exporteert  
    (uitvoeren) ook goederen en diensten naar het buitenland.

    Voorbeelden:
    • Kaas, tomaten, tulpen, etc. 

    Slide 11 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 12 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Samsung is een multinational...
    A
    ja
    B
    nee

    Slide 13 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Dirk van den Broek is een multinational...
    A
    ja
    B
    nee

    Slide 14 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Uitvoer van goederen:
    A
    Detailhandel
    B
    Export
    C
    Groothandel
    D
    Import

    Slide 15 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Invoer van goederen noem je:
    A
    Detailhandel
    B
    Export
    C
    Groothandel
    D
    Import

    Slide 16 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat is logistiek?
    A
    Informatie geven
    B
    Goederen leveren
    C
    Regelen en plannen van goederen- en informatiestromen
    D
    Exporteren

    Slide 17 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Vandaag komen er vijf vrachtwagens vol met goederen vanuit Duitsland naar de Nederlandse distributie centrum.

    Dit is een voorbeeld van...
    A
    Import
    B
    Transport
    C
    Logistiek
    D
    Exporteren

    Slide 18 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Net als de VOC heeft Nederland nog steeds een plek in de wereldhandel.
    Ik heb bedrijven gevestigd over de hele wereld
    Op mijn schema staat er dat er vandaag drie nieuwe containers vol goederen binnenkomen.
    Ik vervoer het product van de ene plek naar de andere.
    Logistiek
    Transport
    Continuïteit
    Multinational

    Slide 19 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 20 - Video

    Deze slide heeft geen instructies

    Uitvoerwaarde
    • Het totale bedrag aan verkochte goederen aan het buitenland.

    Invoerwaarde 
    • Het totale bedrag aan ingekochte goederen uit het buitenland.
     


    Invoer- en uitvoerwaarde

    Slide 21 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Groothandel/Detailhandel 
    Groothandel --> Verkoopt producten door aan winkels.

    Detailhandel -->Winkels die producten verkopen aan een consument. 


    Slide 22 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Slide 23 - Tekstslide

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat is een detailhandel?
    A
    Een winkel die producten verkoopt aan de consument.
    B
    Een winkel die producten verkoopt aan winkels.
    C
    Producten verkopen aan het buitenland.
    D
    Een handel in waar het om details gaat.

    Slide 24 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Wat is een groothandel?
    A
    Een groot bedrijf
    B
    Een bedrijf dat in grote producten handelt
    C
    Een bedrijf dat producten verkoopt aan winkels
    D
    Een klein bedrijf

    Slide 25 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Groothandel
    Detailhandel

    Slide 26 - Sleepvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    De totale waarde van geëxporteerde goederen wordt ..... genoemd
    A
    Invoerwaarde
    B
    Uitvoerwaarde

    Slide 27 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    Hoe noem je de handel tussen landen?
    A
    Internationale handel
    B
    Driehoekshandel
    C
    Export
    D
    Import

    Slide 28 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    De totale waarde van geïmporteerde goederen wordt ..... genoemd
    A
    Invoerwaarde
    B
    Uitvoerwaarde

    Slide 29 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies

    De uitvoerwaarde van
    Nederland naar Duitsland
    is hoger dan andersom
    Blz. 49 Bron 7
    A
    Eens
    B
    Oneens

    Slide 30 - Quizvraag

    Deze slide heeft geen instructies