Overal Nask Hst 2.3 Lichtbundels

Hst 2.3 Lichtbundels
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Hst 2.3 Lichtbundels

Slide 1 - Tekstslide

We kennen drie soorten lichtbundels
Divergente lichtbundels

  • De meeste lichtbronnen maken een divergente bundel. 

  • Dit is een bundel die steeds groter wordt. 

  • Bijvoorbeeld een zaklamp. Als je een zaklamp dicht bij de muur houdt is de bundel klein. Als je verder weg gaat staan wordt de bundel groter.

Slide 2 - Tekstslide

Evenwijdige lichtbundel
  • Een laser is een evenwijdige lichtbundel. 

  • Deze bundel wordt niet groter en niet kleiner. 

  • Dit is handig omdat deze bundel zijn energie veel langer vast houd dan een divergente bundel. Hierdoor schijnt een laser heel ver.

Slide 3 - Tekstslide

Convergente lichtbundel
  • Een bundel die steeds kleiner wordt heet een convergente bundel. 

  • De lichtbundel richt zich op een bepaald punt. Dit punt noemen we het brandpunt. Als de lichtbundel na het brandpunt verder gaat wordt deze divergent. 

  • Als je een vergrootglas in de zon houdt ontstaat er een convergente lichtbundel.

Slide 4 - Tekstslide

Lenzen
Met lenzen kun je een lichtbundel veranderen.

Hoe?

Slide 5 - Tekstslide

Positieve lenzen zijn in het midden dikker dan aan de rand. 

Daarom worden ze ook wel bolle lenzen genoemd. 

Slide 6 - Tekstslide

Bolle lens
Een bolle lens knikt de lichtstralen naar binnen.



CONVERGERENDE WERKING

Slide 7 - Tekstslide

Brandpunt
Het brandpunt van een bolle lens is het punt waar de lichtstralen samenkomen als op de lens een evenwijdige lichtbundel schijnt. 

Slide 8 - Tekstslide

Een sterkere lens knikt de lichtstralen meer naar binnen. De brandpuntsafstand is dan kleiner.

Slide 9 - Tekstslide

Een negatieve of holle lens is in het midden 
dunner dan aan de rand.

Slide 10 - Tekstslide

Lichtstralen worden door een negatieve lens naar buiten geknikt. Een divergerende werking.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Tekstslide

Opdrachten maken
Waar? Bladzijde 84 t/m 91
Wat? Opdracht 36 t/m 49
Hoe? In je werkboek
Klaar? Nakijken

timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide