Talent-KB1-H2.3

mening of feit
H2-les 3 lezen
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

mening of feit
H2-les 3 lezen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les Lezen

Door middel van teksten met vragen te maken, leren wat de volgende begrippen betekenen:


  • Leren wat feiten en meningen zijn.
  • Feiten en meningen herkennen.
  • De moeilijkewoordenwijzer leren toepassen.
  • Signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.

Slide 2 - Tekstslide

Feit of mening? NU KOMEN ER EEN AANTAL UITSPRAKEN VAN VANVELZEN

Slide 3 - Tekstslide

mening: ik vind, naar mijn mening, het lijkt mij.....
Feit: iets wat werkelijk zo is of wat echt gebeurd is. Feiten kun je controleren 

Mening: wat een persoon ergens van vindt
(andere woorden: standpunt, oordeel, opinie en opvatting)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een feit?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een mening?

Slide 6 - Open vraag

Moeilijke woordenwijzer
Heb ik het woord nodig om de tekst te begrijpen?
Ja
Staat de uitleg in de tekst?
  • ander woord
  • voorbeeld
  • omschrijving
Nee
Zoek de betekenis op!

Slide 7 - Tekstslide

wat doe je met een
moeilijk woord?

Slide 8 - Woordweb

Signaalwoorden voor
een
opsomming

Slide 9 - Woordweb

verband: opsomming

Een opsomming somt zaken op. Je herkent dit verband aan de volgende signaalwoorden: ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook (nog), verder, ten slotte, en.

Je kunt een opsomming ook herkennen aan dubbele punt (;), liggende streepjes (-), getallen (1, 2, 3) of dots (*)


Bijv: Voor een cake heb je nodig: bloem, boter, suier een ei en bakpoeder

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld 1
Ik moet eieren en melk kopen. Bovendien is de boter op en er is ook geen kaas meer.

en, bovendien, ook: signaalwoorden voor een opsomming
(Op mijn boodschappenlijstje staan: 
eieren, melk, boter en kaas.)

Slide 11 - Tekstslide

Aantekeningen

Schrijf onderstaande aantekeningen in je aantekeningenschrift.


Feit: Iets wat werkelijk zo is, of zo is gebeurd.


Mening: Iets wat iemand anders ergens van vindt.


Signaalwoorden: Woorden die tekstverbanden aangeven.


Opsomming: Woorden/zinnen/alinea's die in een bepaalde volgorde worden geschreven/gezegd

Slide 12 - Tekstslide

Moeilijk-woordenwijzer:

Vier stappen om de betekenis van een moeilijk woord te achterhalen.


Zoekend lezen:

Leesstrategie waarbij je direct zoekt naar de informatie die je nodg hebt.

Slide 13 - Tekstslide

Maken Talent H2-les 3 lezen
Ik lees iedere les de leestekst en leerteksten voor.

Slide 14 - Tekstslide

Maken Talent H2-les 3 lezen

De les lezen verdelen we in 3 delen.
- Les 1 opdracht 1 t/m 8.  Opdracht 7 hoeft niet.
- Les 2 opdracht 10 t/m 16.
Opdracht 9 en 15 hoeven niet.
- Les 3 opdracht 18 t/m 24.
Opdracht 17 en 21 hoef niet.

Slide 15 - Tekstslide

Welke vooraf gestelde doelen heb je behaald?

Slide 16 - Open vraag