V2 - K8 Paragraf A: Sehen + B: Wortschatz du4 neulich

• Duits
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

V2 - Woche 23 - Stunde 1

Planung

Teil 1: Laptop (Wörter/Hören)

Weißt du es noch? Wortschatz

Neues Thema: Aussehen (K8)

Machen: Aufgabe 1a,  5

Teil 2: im Arbeitsbuch (Wörter)

Machen: Aufgabe 3, 4

Lernziele

Aan het einde van de les heb ik  nieuwe woorden over het thema 'Aussehen' (uiterlijk) geleerd

Bekannte Farben

übersetze: rood, geel, zwart, blauw, wit

Bekannte Eigenschaften

übersetze:
mooi, knap, jong, oud, klein, groot

schön, hübsch, jung, alt, klein, groß

Sieh dir das Bild an und lies den Text. Beantworte die folgende  Frage in LessonUp.

Wer ist Suse
Schneeweiss?

Wer ist jetzt dran?

K8 B Wortschatz - Aussehen!

Gemeinsam:

Machen: K8 Wortschatz 5  (S. 69)               10 Minuten

Schlage nun dein Buch auf Seite 69 auf.

Lies die Sätze.

Du wirst den Text einmal hören. 

apps.noordhoff.nl

K8 B Wortschatz - Aussehen!

Selbstständig: 

Machen: Aufgabe 3, 4 (S.67)             

Fertig?: lernen K8 Lernliste A (N-D) in Quizlet

Welche neue Vokabeln zum Thema Aussehen
hast du heute gelernt?

Notiere mindestens 3 mit niederländischer Übersetzung.

Bis zum nächsten Mal!

Wie war es?
Hoe is het gegaan?

😒🙁😐🙂😃

V2 - Woche 24 - Stunde 1

Aan het begin van de les

1. Zoek (rustig) je plekje op. 

2.Leg op de hoek van je tafel: 

• Duits boek, (Neue Kontakte vwo 1-2 B)
• pen
  
• Laptop

3. Absentie controle

Planung

Thema: Aussehen (K8)

• Besprechen: Modalverben o.t.t.
  
• Machen: Aufgabe 21
  
• Dann: 2, 6, 7, 8

Lernziele

• Ik kan de modale werkwoorden (dürfen, können, müssen, wissen) in de tegenwoordige tijd gebruiken.

• Ik ken de betekenis van de modale werkwoorden. 
  

die erste 4 Modalverben: betekenis

• dürfen   (= mogen, toestemming hebben)
• können (= kunnen)
• müssen (= moeten als noodzaak)
• wissen (= weten - geen modaal ww, maar net zo vervoegd)

Kannst du schwimmen? Ja, ........... ..........
(ik kan) gut schwimmen

Kann ich kommen?
Diese Woche ................... ..... (kun jij) leider nicht
kommen.

De stamklinker van het werkwoord müssen verandert in het enkelvoud.

Naar welke?

1. a
2. u
3. i
4. e

Darf ich nach Hause? Nein, ......... ............. (jij mag)
noch nicht nach Hause.
Die Arbeit ist noch nicht fertig

De stamklinker van het werkwoord wissen verandert in het enkelvoud ook.

Naar welke?

1. ei
2. e
3. i
4. ie

Können wir helfen? Nein, hiermit ................. .............
(kunnen jullie) nicht helfen. Danke.

Grammatik - Besprechen      10 Min

Nakijken huiswerk (Aufg 20, 21 en 3, 4): 

Kijk je antwoorden na en verbeter fouten met een andere kleur pen.

Steek je hand op als je en vraag hebt.

Wat gaat goed?

Wat vind je nog lastig?

Hören + Wörter  - Buch B           10 Min

Machen: 

Aufg 21 (S. 78), 

Dann 2, 6, 7 + 8 (S. 69) (selbstständig)

Steek je hand op als je en vraag hebt.

bis zum nächsten Mal!

Blijf op je plek tot de docent aangeeft dat het lesuur voorbij is. 

Schuif je stoel aan en laat het lokaal netjes achter. Danke!