VakV 3 Maakonderwijs
1 / 20
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 2 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 3 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 4 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 5 - Tekstslide
Vraag de leerlingen of ze weten wat het verschil is tussen 2D en 3D. Weten ze ook waar de D voor staat? Leg uit dat 3D driedimensionaal betekent. 2D is alleen een plat vlak, terwijl bij 3D ook diepte te zien is.
Slide 6 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 7 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 8 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 9 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 10 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 11 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 12 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 13 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Slide 14 - Tekstslide
Vraag of de leerlingen weten wat een 3D printer is en hoe deze printer werkt. Een 3D printer print laagje voor laagje. Er kunnen allerlei materialen worden gebruikt voor het printen. Het materiaal dat gebruikt wordt, moet wel stroperig gemaakt kunnen worden en vervolgens weer snel opdrogen. Bij veel 3D printers wordt gebruik gemaakt van filament, dit is een soort plastic draad. Je kunt ook 3D printen met gerecycled plastic.
Slide 15 - Tekstslide
In de video kon je zien dat je het ontwerp voor een 3D-print maakt met de computer. Er zijn verschillende programma's waarin je dat kunt doen, zoals bijvoorbeeld Tinkercad. In dit programma kun je verschillende vormen kiezen en de afmetingen hiervan aanpassen. Door meerdere vormen met elkaar te combineren kun je ook je eigen ontwerpen maken.
Slide 16 - Tekstslide
Tijdens het maken van de 3D-tekening moet je rekening houden met een aantal dingen. Ten eerste moet je goed letten op de ondersteuning. Wanneer je bijvoorbeeld een dak print met een lege ruimte er onder, zal het dak naar beneden storten tijdens het printen. Daarom moet je er voor zorgen dat het dak ondersteund wordt. Verder kan een 3D-printer maar één kleur tegelijk printen. Het printen kan bovendien veel tijd in beslag nemen, hoe groter het ontwerp, hoe langer het duurt om te printen. Soms kun je uren bezig zijn voor jouw tekening eindelijk geprint is.
Slide 17 - Tekstslide
In de video kon je zien dat je het ontwerp voor een 3D-print maakt met de computer. Er zijn verschillende programma's waarin je dat kunt doen, zoals bijvoorbeeld Tinkercad. In dit programma kun je verschillende vormen kiezen en de afmetingen hiervan aanpassen. Door meerdere vormen met elkaar te combineren kun je ook je eigen ontwerpen maken.
Slide 18 - Tekstslide
In de video kon je zien dat je het ontwerp voor een 3D-print maakt met de computer. Er zijn verschillende programma's waarin je dat kunt doen, zoals bijvoorbeeld Tinkercad. In dit programma kun je verschillende vormen kiezen en de afmetingen hiervan aanpassen. Door meerdere vormen met elkaar te combineren kun je ook je eigen ontwerpen maken.
Slide 19 - Tekstslide
In de video kon je zien dat je het ontwerp voor een 3D-print maakt met de computer. Er zijn verschillende programma's waarin je dat kunt doen, zoals bijvoorbeeld Tinkercad. In dit programma kun je verschillende vormen kiezen en de afmetingen hiervan aanpassen. Door meerdere vormen met elkaar te combineren kun je ook je eigen ontwerpen maken.
Slide 20 - Tekstslide
Gebruik de lay-out op de portal.
denk aan thema, groep, tijd, ontwerpproces
denk aan thema, groep, tijd, ontwerpproces
