2H Herhaling H1 + H2
1 / 20
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Tijdvak 1
Tijdvak 2
Tijdvak 3
Tijdvak 4
Tijdvak 5
Tijdvak 6
Tijdvak 7
Tijdvak 8
Tijdvak 9
Tijdvak 10
Slide 2 - Sleepvraag
1950-nu
1500-1600
1900-1950
1000-1500
1800-1900
500-1000
1700-1800
3000 v.chr. - 500 n.chr.
1600-1700
tot 3000 v.chr.
Slide 3 - Sleepvraag
Slide 4 - Tekstslide
Begrip: Landvoogd
Slide 5 - Open vraag
Begrip: Staten-Generaal
Slide 6 - Open vraag
1566
A
Begin van de Opstand
B
Beeldenstorm
C
Begin Republiek der 7 Verenigde Nederlanden
D
Vrede van Münster
Slide 7 - Quizvraag
1588
A
Begin van de Opstand
B
Beeldenstorm
C
Begin Republiek der 7 Verenigde Nederlanden
D
Vrede van Münster
Slide 8 - Quizvraag
1568
A
Begin van de Opstand
B
Beeldenstorm
C
Begin Republiek der 7 Verenigde Nederlanden
D
Vrede van Münster
Slide 9 - Quizvraag
Wie is dit?
A
Filips II
B
Willem van Oranje
C
Hertog van Alva
D
Willem I
Slide 10 - Quizvraag
Wie was Hertog van Alva?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Begrip: Absolutisme
Slide 13 - Open vraag
Begrip: Regent
Slide 14 - Open vraag
1648
A
Oprichting VOC
B
Vrede van Münster
C
Rampjaar voor de Republiek
D
Hertog van Alva komt aan in de Nederlanden
Slide 15 - Quizvraag
1602
A
Oprichting VOC
B
Vrede van Münster
C
Rampjaar voor de Republiek
D
Hertog van Alva komt aan in de Nederlanden
Slide 16 - Quizvraag
Wie is dit?
Slide 17 - Open vraag
Waarom krijgt Jan Pieterszoon Coen tegenwoordig veel kritiek?
A
Hij was vooral bezig met zijn eigen belang en niet met die van de VOC
B
Hij liet met veel geweld Jakarta veroveren.
C
Hij hield zich niet aan het monopolie van de VOC
D
Hij onderwierp met veel geweld opstandige Molukkers.
Slide 18 - Quizvraag
Waarom werden Johan de Witt en zijn broer vermoord?
A
Ze hadden de provincie slecht bestuurd
B
Ze hadden een deal gesloten met Frankrijk
C
Ze hadden geld gestolen van de Republiek
D
Ze werden beschuldigd van een moordpoging op Willem III
Slide 19 - Quizvraag
Wat was Johan de Witt?
A
Koning
B
Raadspensionaris
C
Stadhouder
D
Hertog
