8.4 Eenheden van snelheid

Welkom
Paragraaf 8.4 Eenheden van snelheid

Leg bladzijde 129 voor je open!
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Paragraaf 8.4 Eenheden van snelheid

Leg bladzijde 129 voor je open!

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de hoogste snelheid de je gefietst heb?

Slide 2 - Open vraag

Voorkennis
Wat weet je al?

Slide 3 - Tekstslide

decennium
uur
millenium
eeuw
jaar
week
kwartaal
minuut
dag
1000 jaren
4 kwartalen
365 dagen
7 dagen
60 seconden
100 jaren
10 jaren
12 maanden
52 weken
13 weken
4 weken
24 uren
60 minuten
10 seconden

Slide 4 - Sleepvraag

In 4 minuten zitten 240 
In 5 uur zitten 300                  , dat zijn 18 000
In 7 weken zitten 49                      , dat zijn 1176
Een jaar heeft 365   
In een jaar zitten ongeveer 52
In 6 jaar zitten 72    
Vul de juiste eenheden in.
seconden
minuten
uren
dagen
maanden
weken
jaren
seconden
dagen

Slide 5 - Sleepvraag

Lesdoelen
  • Je leert verschillende eenheden van snelheid. 
  • Je leert de eenheden van snelheid om te zetten. 

Slide 6 - Tekstslide

Hoeveel lesdoelen zijn er in deze les?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 7 - Quizvraag

Uitleg theorie
Belangrijk! Leren met YouTube

  • Kijk naar de filmpjes van Math with Menno op YouTube voor uitleg.
  • Math with Menno legt moeilijke wiskundige concepten op een eenvoudige manier uit.
  • Wat moet je doen na het kijken van een filmpje?
  • Oefenen, oefenen, oefenen: Het is heel belangrijk dat je na het kijken van de filmpjes zelf aan de slag gaan met oefenopgaven.
  • Stel vragen: Als er iets niet duidelijk is, vraag dan hulp van je leraar of klasgenoten.
  • De filmpjes zijn een startpunt: Gebruik de filmpjes om te beginnen met leren, maar vertrouw niet alleen op de filmpjes. Het echte begrijpen komt van het zelf doen van de opgaven.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

1

Slide 10 - Video

06:41
Wat was het omrekentrucje ook al weer?
A
x 3,6
B
:3,6
C
allebei goed
D
allemaal fout

Slide 11 - Quizvraag

Wat heb je geleerd van dit filmpje?

Slide 12 - Open vraag

Schrift
Neem het voorbeeld over in je schrift.
Het voorbeeld staat bij de volgende dia (deze neem je over).
Nadat je deze overgenomen hebt maak je hiervan een foto en zorg je dat deze hier wordt geüpload. 
(deze dia komt na het voorbeeld).

Slide 13 - Tekstslide

Eenheid van snelheid
Met deze schema rekenen je snelheden om.
Neem daarom het schema (met voorbeeld) over in je schrift.

Voorbeeld:
10 m/s = 10 x 3,6 = 36 km/uur

Slide 14 - Tekstslide


Neem het voorbeeld over in je schrift.
Foto hier uploaden.

Slide 15 - Open vraag

Je kan het!
Enkele oefeningen...

Slide 16 - Tekstslide

kilometer per uur
is een eenheid van
A
afstand
B
lengte
C
snelheid
D
tijd

Slide 17 - Quizvraag

meters per seconde is een eenheid van......
A
tijd
B
snelheid
C
lengte
D
inhoud

Slide 18 - Quizvraag

Zet op volgorde van groot naar klein
jaar
maand
week
dag
uur
minuut
seconde

Slide 19 - Sleepvraag

Zet op volgorde van groot naar klein
km
hm
dam
m
dm
cm
mm

Slide 20 - Sleepvraag

Zet in de juiste volgorde.....
A
B
C
D

Slide 21 - Sleepvraag

Van km/uur naar m/s is....
A
B

Slide 22 - Quizvraag

35 m/s =
62 km/uur =
80 km/uur =
4 m/s =
Bereken en vul in
Deze heb ik over!
126 km/uur
17,2 m/s
22,2 m/s
14,4 km/uur
126 m/s
17,2 km/uur
22,2 km/uur

Slide 23 - Sleepvraag

695 meter in 25 seconden
wat is de snelheid in m/s?

Slide 24 - Open vraag

408 km in één dag
wat is de snelheid in km/uur

Slide 25 - Open vraag

Joris rijdt met zijn auto door de een tunnel met een snelheid van 110 km/uur. Hij rijd 23 seconden in de tunnel.
Hoeveel meter is de tunnel lang? Rond af op hele meters.

Slide 26 - Open vraag

Een drone vliegt met een snelheid van 5 m/s een afstand 1350 km.
Bereken hoeveel dagen en uren hij hier over gedaan heeft.

Slide 27 - Open vraag

Wat heb je geleerd?

Slide 28 - Woordweb

Wat heb je geleerd van dit filmpje....
2 keer antwoorden

Slide 29 - Woordweb

Seconden is een eenheid van tijd, noem er nog eens drie. 
Apart invoeren!
Eenheden van tijd

Slide 30 - Woordweb

Meter is een eenheid van afstand, noem er nog eens drie. 
Apart invoeren!
Eenheden van afstand

Slide 31 - Woordweb

Ben je klaar?
A
B
C
D

Slide 32 - Quizvraag

Huiswerk


Maak in deze les:

Opgave 52 t/m opgave 64

Bladzijde 129.


Ben je klaar?

Ga dan werken aan de digitale leeromgeving van Getal & Ruimte!


Succes!


Slide 33 - Tekstslide

Nakijken
Je gaat eerst het huiswerk van de deze (of vorige) les nakijken. 
1. Gebruik hiervoor een andere kleur pen. 
2. Zet een krulletje of vinkje bij de opgave die goed zijn. 
3. Verbeter je antwoorden.

Slide 34 - Tekstslide

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 35 - Open vraag

Maak een foto van je gemaakte sommen

Slide 36 - Open vraag

Wat heb je geleerd van deze les?

Slide 37 - Open vraag

Wat vind je nog moeilijk aan deze les?

Slide 38 - Open vraag

Lesafsluiting
  • Met de volgende opgave kun je laten zien dat wat je geleerd hebt vandaag ook kunt!

  • Klaar voor de quiz? 

Slide 39 - Tekstslide

Zet op volgorde van groot naar klein
jaar
maand
week
dag
uur
minuut
seconde

Slide 40 - Sleepvraag

35 m/s =
62 km/uur =
80 km/uur =
4 m/s =
Bereken en vul in
Deze heb ik over!
126 km/uur
17,2 m/s
22,2 m/s
14,4 km/uur
126 m/s
17,2 km/uur
22,2 km/uur

Slide 41 - Sleepvraag

Tot ziens iedereen

Slide 42 - Tekstslide