In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Open vraag
Slide 2 - Open vraag
Wat is de lengte van de toren van Pisa op het plaatje? ......... cm
Slide 3 - Open vraag
Wat is de lengte van de toren van Pisa op het plaatje? ......... cm
Slide 4 - Open vraag
Wat is de lengte van de toren van Pisa op het plaatje? ......... cm
Slide 5 - Open vraag
Hoe noem je het getal waarmee vermenigvuldigd wordt?
Slide 6 - Open vraag
Wat is de lengte van de toren van Pisa op het plaatje? ......... cm
Slide 7 - Open vraag
Wat is de lengte van de toren van Pisa op het plaatje? ......... cm
Slide 8 - Open vraag
Wat is de lengte van de toren van Pisa op het plaatje? ......... cm
Slide 9 - Open vraag
Deze locomotief uit 1955 is nagemaakt door Märklin op schaal 1 : 87. In werkelijkheid is de locomotief 15,66 meter lang. Maak een pijlenketting en een omgekeerde pijlenketting bij de gebruikte schaal en stuur een foto op.
Slide 10 - Open vraag
Deze locomotief uit 1955 is nagemaakt door Märklin op schaal 1 : 87. In werkelijkheid is de locomotief 15,66 meter lang. Maak een pijlenketting en een omgekeerde pijlenketting bij de gebruikte schaal en stuur een foto op.
Slide 11 - Open vraag
Meet de lengte van de auto op de foto. De auto is .......... cm.
Slide 12 - Open vraag
De auto is in werkelijkheid .......... cm.
Slide 13 - Open vraag
Welke factor hoort bij deze schaal?
Slide 14 - Open vraag
Welke schaal hoort bij de auto?
Slide 15 - Open vraag
De gemeten hoogte van de kast in de tekening is ......... cm.
Slide 16 - Open vraag
Welke vergrotingsfactor hoort bij de schaal?
Slide 17 - Open vraag
Welke schaal hoort bij de kast?
Slide 18 - Open vraag
Op de foto heeft de kledingkast een hoogte van 7 cm. De schaal van de foto is 1 : 30. Maak een pijlenketting. Geef antwoord met een foto.
Slide 19 - Open vraag
Op de foto heeft de kledingkast een hoogte van 7 cm. De schaal van de foto is 1 : 30. Bereken de werkelijke hoogte van de kast in centimeters.
Slide 20 - Open vraag
Het schaalmodel van de scooter is 8 cm lang. De schaal is 1 : 24. Bereken met een pijlenketting de werkelijke lengte van de scooter. Geef antwoord met een foto.
Slide 21 - Open vraag
De trein heeft in werkelijkheid een lengte van 240 m. Van deze trein wordt een schaalmodel gemaakt op schaal 1 : 200.
Vul in: 240 m = .......... dm = ................. cm.
Slide 22 - Open vraag
De trein heeft in werkelijkheid een lengte van 240 m. Maak een pijlenketting en omgekeerde pijlenketting bij de gebuikte schaal. Geef antwoord met een foto.
Slide 23 - Open vraag
De trein heeft in werkelijkheid een lengte van 240 m.
Bereken de lengte van het schaalmodel in centimeters.
Slide 24 - Open vraag
De trein heeft in werkelijkheid een lengte van 240 m.
Hoeveel meter is dat?
Slide 25 - Open vraag
De Sagrada Familia in Spanje is in werkelijkheid 172 m hoog. Dt schaalmodel is gemaakt op schaal 1 : 860
Vul in: 172 m = ..................... cm
Slide 26 - Open vraag
De Sagrada Familia in Spanje is in werkelijkheid 172 m hoog. Dt schaalmodel is gemaakt op schaal 1 : 860. Bereken met een pijlenketting en de omgekeerde pijlenketting de hoogte van dit schaalmodel.
Slide 27 - Open vraag
De Sagrada Familia in Spanje is in werkelijkheid 172 m hoog. Dt schaalmodel is gemaakt op schaal 1 : 860
Vul in: 172 m = ..................... cm
Slide 28 - Open vraag
De hond is op schaal getekend. Meet de hoogte van de hond op de tekening. ......... cm
Slide 29 - Open vraag
De hond is op schaal getekend. Vul in: de werkelijke hoogte van de hond is 8 dm = .............. cm.
Slide 30 - Open vraag
Vul de pijlenketting in.
Slide 31 - Open vraag
Welke vergrotingsfactor hoort hierbij?
Slide 32 - Open vraag
Vul in: de schaal van de tekening is........................
Slide 33 - Open vraag
Welke hoogte heeft de Eiffeltoren op het plaatje?
Slide 34 - Open vraag
Vul in: in werkelijkheid is de Eiffeltoren 324 m = ........... cm
Slide 35 - Open vraag
Bereken de schaal die bij deze tekening hoort.
Slide 36 - Open vraag
Je ziet een schaalmodel van een tijger. Een volwassen tijger heeft een schouderhoogte van 120 cm. Bereken de factor die hoort bij deze schaal.