Bij het geven van je mening is het niet alleen belangrijk om te vertellen wat je vindt, maar ook om uit te leggen waarom je dat vindt. Die uitleg noem je jouw argumenten.
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 2
In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Uitleg - je mening geven
Je mening is wat je ergens van vindt.
Bij het geven van je mening is het niet alleen belangrijk om te vertellen wat je vindt, maar ook om uit te leggen waarom je dat vindt. Die uitleg noem je jouw argumenten.
Slide 1 - Tekstslide
Je mening geven doe je zo:
1. Geef je mening.
Begin met 'Ik vind' of 'Ik denk'.
2. Geef daarna één of meer argumenten.
Begin je uitleg met 'omdat' of 'want'
Geef je mening
Geef daarna één of meer argumenten
Ik vind dat minder mensen met de auto moeten reizen,
omdat dat beter is voor het milieu. En omdat er dan minder ongelukken gebeuren.
Slide 2 - Tekstslide
Ik vind dat vuurwerk moet worden verboden.
A
Mening
B
Argument
Slide 3 - Quizvraag
Omdat het slecht is voor de dieren en het milieu.
A
Mening
B
Argument
Slide 4 - Quizvraag
Ik vind dat het openbaar vervoer voor iedereen gratis moet zijn.
A
Argument
B
Mening
Slide 5 - Quizvraag
Omdat mensen dan minder gebruik maken van hun eigen auto.
A
Argument
B
Mening
Slide 6 - Quizvraag
Huiswerk moet verboden worden.
Ik vind dat huiswerk wel/niet verboden moet worden, omdat..
Slide 7 - Open vraag
Scholen moeten pas om 10.00 uur beginnen.
Slide 8 - Open vraag
Ik vind / denk .... omdat / want ....
Slide 9 - Tekstslide
Om te onthouden
Met je mening zeg je wat je van iets vindt.
Met een argument leg je uit waarom je dat vindt.
De volgende les:
Als je spreekt, bijvoorbeeld om je mening te geven, is het belangrijk om je aan de spreekregels te houden.