Industriële Samenleving

Programma
  • Introductie
  • Verwachting in de les
  • Voorkennis
  • Tijdbalk eigen geschiedenis
  • Industriële samenleving
  • Opdracht
  • Bespreken
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
  • Introductie
  • Verwachting in de les
  • Voorkennis
  • Tijdbalk eigen geschiedenis
  • Industriële samenleving
  • Opdracht
  • Bespreken

Slide 1 - Tekstslide

Verwachting in de les
  1. Wat heb je nodig? Ipad, werkboek, leerboek, pen, potlood, gum (Etui) Leg dit bij binnenkomst op je tafel.
  2. Start van de les, wisselmoment en eind van de les. Aftellen en starten
  3. Tijdens lesmomenten staat op het bord hoe er gewerkt gaat worden.
  4. Planning en andere dingen die je nodig hebt staan in de studiewijzer. Deze vind je in magister

Slide 2 - Tekstslide

Prehistorie en historie

Slide 3 - Tekstslide

Wat betekent prehistorie?
Schrijf het goede antwoord op
A
De tijd dat mensen leerden lezen en schrijven.
B
De tijd dat mensen nog niet konden lezen en schrijven.
C
De tijd dat mensen gereedschappen maakten van steen.
D
De tijd dat mensen leefden van de landbouw.

Slide 4 - Quizvraag

Geef een omschrijving van het vak Geschiedenis.

Slide 5 - Open vraag

Prehistorie
  • Historie = geschreven geschiedenis

  • Pre = voor

  • Tijd vóór dat mensen konden schrijven 

Slide 6 - Tekstslide

De tijd indelen

Slide 7 - Tekstslide

Jaartelling
  • Handig om de tijd te ordenen

  • Belangrijke gebeurtenis als begin

  • Verschillende jaartellingen

Slide 8 - Tekstslide

Zelf aan de slag
  • Maak een tijdbalk van je eigen leven
  • Wat ga je doen?:
  • Lees de instructie op het werkblad. En pak een leeg blaadje.
  • Pak een pen/potlood en eventueel een liniaal/geodriehoek. 
  • Hoe: Je maakt de opdracht individueel (rustig overleggen met degene naast je.
  • Tijd: 20 minuten
  • Klaar: Bespreken met je buurman of buurvrouw.
  • Iedereen klaar. Kort klassikaal enkele voorbeelden bespreken.
  • Bewaar je tijdlijn in je boek.






timer
20:00

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld tijdlijn

Slide 10 - Tekstslide

Burgers en stoommachines
De Industriële Revolutie

Slide 11 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze presentatie kun je herkennen en uitleggen op welke manier de industrialisatie in Nederland begon.

Slide 12 - Tekstslide

Van welke tijd duurt burgers en stoommachines
A
1600-1700
B
1700-1800
C
1800-1900
D
1900-2000

Slide 13 - Quizvraag

Aan de slag
  • Test je voorkennis. Maak op Bladzijde 11 de opdracht. Probeer een betekenis van de woorden op te schrijven. Dit mag op de bladzijde zelf of op een blaadje
  • Dit maak je alleen. Een vraag? overleggen met degene naast je.
  • Bekijk paragraaf 1.1 en lees de tekst. 
  • Schrijf de moeilijke woorden op die je niet kent en zoek de betekenis ervan op in de tekst op in het boek.
  • Klaar? Maak opdracht 1 t/m 4 van 1.1 (blz 15 en 16)

timer
3:00

Slide 14 - Tekstslide

In welk land begon de Industriële revolutie?
A
Frankrijk
B
Engeland
C
Nederland
D
Duitsland

Slide 15 - Quizvraag

In welke beroepen begon de Industriële revolutie?

A
Handel en Nijverheid
B
Handel en Landbouw
C
Landbouw en textiel
D
Textiel en handel

Slide 16 - Quizvraag

Welke vormen van energie kende men vóór de Industriële Revolutie?
A
windkracht, stoomkracht, spierkracht
B
windkracht, waterkracht, spierkracht
C
waterkracht, stoomkracht, spierkracht
D
windkracht, stoomkracht, waterkracht

Slide 17 - Quizvraag

Industriële Revolutie
  • De overgang van kleinschalige handmatige productie naar grootschalige machinale productie

  • Tussen 1750-1900 begonnen in Engeland (als gevolg van de bevolkingsgroei)

  • Belangrijke uitvindingen: Spinning Jenny, de schietspoel en de stoommachine

Slide 18 - Tekstslide

van kleinschalige handmatige productie...(huisnijverheid)
... naar grootschalige machinale productie

Slide 19 - Tekstslide

Nederland industrialiseert laat (1)
  • Pas vanaf 1870

  • Handel blijft voor veel investeerders belangrijk: weinig vertrouwen in de industrie

  • Geen geschikte grondstoffen voor industrie

  • Op de afbeelding: papier maken rond 1800 en rond 1870

Slide 20 - Tekstslide

Nederland industrialiseert laat (2)
  • Slechte infrastructuur

  • Grondstoffen kopen in het buitenland was duur

  • Protectionisme: landen beschermen hun eigen producten door producten uit andere landen (heel) duur te maken

Slide 21 - Tekstslide

Nederland industrialiseert...toch
  • Vanaf 1870 steeds meer fabrieken
  • Liberalen aan de macht: meer economische vrijheid

  • Willem 1 wil van Nederland een modern land maken met goede infrastructuur en industrie

  • Voldoende arbeidskrachten 

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 25 - Quizvraag

Begrippen uit deze les






  • schietspoel
  • Spinning Jenny
  • Cotton Gin
  • stoommachine
  • huisnijverheid

Slide 26 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • James Watt
  • Koning Willem 1

Slide 27 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les

  • 1705: stoommachine van Newcomen
  • 1733: uitvinding van de schietspoel
  • 1764: uitvinding van de Spinning Jenny
  • 1764: James Watt verbetert de stoommachine

  • 1793: uitvinding van de Cotton Gin

Slide 28 - Tekstslide

Schrijf op wat allemaal in je opkomt als je aan de industriële revolutie denkt.
Industriële revolutie

Slide 29 - Woordweb