1.4 Gelijke rechten voor iedereen?

1.4 Gelijke rechten voor iedereen?
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 5 videos.

Onderdelen in deze les

1.4 Gelijke rechten voor iedereen?

Slide 1 - Tekstslide

Thorbecke is:
A
Confessioneel
B
Liberaal
C
Socialist

Slide 2 - Quizvraag

Hoe heet het als er maar een beperkte groep mag stemmen?

Slide 3 - Open vraag

Wat betekent censuskiesrecht in 1848?
A
Mannen mogen stemmen
B
Rijke mannen en vrouwen mogen stemmen
C
Als een man genoeg belasting betaald mag hij stemmen
D
Niemand mag stemmen

Slide 4 - Quizvraag

Koninkrijk met een grondwet is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie

Slide 5 - Quizvraag

Ministeriële verantwoordelijkheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Ministers zijn verantwoordelijk voor goed bestuur
C
Ministers hebben geen invloed
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning

Slide 6 - Quizvraag

Welk gevolg had de Luxemburgse Kwestie?

Slide 7 - Open vraag

Onschendbaarheid betekent:
A
Ministers kunnen niet vervolgd worden
B
Koning is niet verantwoordelijk voor politiek
C
Koning mag niets zeggen
D
Ministers zijn verantwoordelijk voor de koning

Slide 8 - Quizvraag

Wie heeft de wetgevende macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Rechters

Slide 9 - Quizvraag

Recht van amendement heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers

Slide 10 - Quizvraag

Recht van budget heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers

Slide 11 - Quizvraag

Het parlement is:
A
Eerste en Tweede Kamer
B
Ministers en staatssecretarissen

Slide 12 - Quizvraag

Land met volksvertegenwoordiging is:
A
Parlementaire democratie
B
Constitutionele monarchie

Slide 13 - Quizvraag

Wie heeft de rechterlijke macht?
A
Parlement
B
Regering
C
Geen van beide

Slide 14 - Quizvraag

Recht van interpellatie heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers

Slide 15 - Quizvraag

Recht van initiatief heeft/hebben:
A
De Eerste Kamer
B
De Tweede Kamer
C
Beide Kamers

Slide 16 - Quizvraag

Noem een klassiek grondrecht

Slide 17 - Open vraag

Wat is géén sociale wet gekomen door de sociale kwestie?
A
Kinderwetje van Van Houten
B
Ongevallenwet
C
Woningwet
D
Vrijheid van vergaderingwet

Slide 18 - Quizvraag

1.4 Gelijke rechten voor iedereen

Slide 19 - Tekstslide


Feminisme



Vrouwen die opkomen voor 
de (gelijke) rechten van de vrouw

Slide 20 - Tekstslide

Eerste feministische Golf (1880-1920)
Doelen
  • Feministen willen algemeen kiesrecht voor mannen en vrouwen.
  • Feministen willen betere opleidingen voor meisjes en toegang tot de universiteit
  • Vrouwen moesten dezelfde rechten en kansen krijgen

Slide 21 - Tekstslide

Op de meeste foto's, zijn het meestal de vrouwen uit de hoge burgerij die je ziet strijden voor de rechten van de vrouw. Waarom zie je geen vrouwen uit de arbeidersklasse?

Slide 22 - Open vraag


Vereeniging voor 
Vrouwenkiesrecht (VVVK)


opgericht door Wilhelmina Drucker
dochter van een ongehuwde moeder
Wilhelmina was boos op haar vader en schreef kritische boeken over hem


Slide 23 - Tekstslide


Aletta Jacobs
  • Aletta Jacobs was de eerste vrouw aan de universiteit.
  • Als dokter was ze voorstander van anticonceptie.
  • Ze eiste het recht om te mogen kiezen, aangezien ze belasting betaalde en opgeleid was.

    Slide 24 - Tekstslide

    Slide 25 - Video

    Tegenstanders
    • 'Onfatsoenlijk'

    • 'De rol van de vrouw is binnenshuis'

    • 'De vrouw is een moeder'

    • 'Politiek is geen plek voor vrouwen'

    Slide 26 - Tekstslide

    opdrachten maken van 1.4
    Vanaf blz 47: 1,3,4,5,6

    Slide 27 - Tekstslide

    Situatie in Nederland

    • Strijd voor Algemeen Kiesrecht

    • Strijd voor Vrouwenkiesrecht

    • Schoolstrijd

    Slide 28 - Tekstslide


    Pacificatie
    1917



    Pacificatie betekent letterlijk: vredestichting
    Er werd tussen de partijen politieke vrede gesloten door 
    een oplossing te vinden voor een aantal politieke problemen

    Slide 29 - Tekstslide

    Belangrijkste gevolgen van de Pacificatie (1)
    • Er komt een einde aan de Schoolstrijd: zowel Openbaar- als Bijzonder onderwijs krijgen nu geld van de overheid

    • Er komt Algemeen Kiesrecht voor mannen (vanaf 23 jaar)

    • Er komt kiesrecht voor vrouwen (1917: passief kiesrecht, 1919: actief kiesrecht)

    Slide 30 - Tekstslide

    Belangrijkste gevolgen van de Pacificatie (2)
    • Er komt een verandering van het kiesstelsel: het districtenstelsel wordt vervangen door evenredige vertegenwoordiging. Dit hebben we tegenwoordig nog steeds.

    • Einde van de politieke macht van de Liberalen: pas in 2010 komt er weer een Liberale minister-president, Mark Rutte

    Slide 31 - Tekstslide

    'Sinterklaasfeest van 1917'
    Aletta Jacobs
    Zij krijgt hier 'niks', omdat vrouwen slechts passief en geen actief kiesrecht kregen.
    Pieter Jelles Troelstra
    Hij was blij, omdat er algemeen kiesrecht voor mannen kwam.
    Abraham Kuyper
    Hij was blij, omdat er ook geld kwam voor bijzonder onderwijs.

    Slide 32 - Tekstslide

    Slide 33 - Video

    opdrachten 1.4

    Slide 34 - Tekstslide

    Slide 35 - Video

    Verhoudingen vóór en na de Pacificatie van 1917

    Slide 36 - Tekstslide

    Voordelen van het districtenstelsel

    • Kandidaten persoonlijk bekend bij kiezers

    • Kandidaten kennen het gebied, de bevolking en de problemen

    • Vergroten politieke interesse

    Slide 37 - Tekstslide

    Nadelen van het districtenstelsel
    • The winner takes it all: uitgebrachte stemmen op verliezers tellen niet meer mee

    • Alleen de lokale kandidaat is bekend, kandidaten uit andere gebieden niet

    • Kleine partijen maken vaak weinig kans

    Slide 38 - Tekstslide

    Voordelen van evenredige vertegenwoordiging

    • Alle (geldige) stemmen tellen

    • Ook kleine partijen hebben meer kans

    • Meer kleine partijen, meer overleg nodig: grote partijen kunnen dus soms niet zonder kleine partijen

    Slide 39 - Tekstslide

    Nadelen van evenredige vertegenwoordiging
    • Vaak alleen nummer 1 van de lijst (de lijsttreker) is bekend

    • Vaak veel kandidaten uit de Randstad. Mensen in de provincie voelen zich niet serieus genomen

    • Veel kleinere partijen (versplintering)

    Slide 40 - Tekstslide

    Slide 41 - Video

    Slide 42 - Video