Grammatica 4.3

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Herhalen: 4.2 Tussenletters

Geef zo veel mogelijk voorbeelden van samenstellingen.

Welke twee woorden zijn juist gespeld?

1. Dorpstraat
2. Dorpsstraat
3. Pannekoek
4. Pannenkoek

Welke twee woorden zijn juist gespeld?

1. Roggebrood
2. Roggenbrood
3. Groentenboer
4. Groenteboer

Welke twee woorden zijn juist gespeld?

1. Beremuts
2. Apentrots
3. Berenmuts
4. Apetrots

1. Liefdesscène
2. Woningsector
3. Woningssector
4. Liefdescène

4.3 Aan elkaar of los?

Aan de slag

Maak alle opdrachten van 4.3 Aan elkaar of los.

TIP: 

Via deze link kom je bij zes extra oefeningen.

https://www.cambiumned.nl/theorie/spelling/spellingsregels/aan-elkaar-of-los/

Hoe vond je de les?

😒🙁😐🙂😃

Hoe vond je eigen houding tijdens de les?

😒🙁😐🙂😃

Heb je het leerdoel behaald?
(Je weet wanneer je woorden aan elkaar schrijft (3x) en wanneer je een koppelteken gebruikt (6x)

😒🙁😐🙂😃