Taalles Emoties
1 / 17
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Welke woord past bij het plaatje?
A
Lollig
B
de boosheid
C
blij
D
moe
Slide 2 - Quizvraag
Welke woord past bij het plaatje
A
De boosheid
B
Je vuist ballen
C
De vrolijkheid
D
Kattig
Slide 3 - Quizvraag
Welk woord hoort bij dit plaatje?
A
boos
B
kattig
C
blij
D
lollig
Slide 4 - Quizvraag
Welke woord hoort bij het plaatje?
A
De boosheid
B
De vrolijkheid
C
Lollig
D
Blij
Slide 5 - Quizvraag
Welke woord past bij het plaatje?
A
lollig
B
de boosheid
C
kattig
D
blij
Slide 6 - Quizvraag
Doorvertellen
A
iets verder vertellen aan iemand anders
B
mopperen dat je iets niet wilt
C
doen wat je hebt beloofd
D
ik weet het niet
Slide 7 - Quizvraag
Je vuist ballen
A
een vuist maken van je hand, omdat je kwaad bent.
B
mopperen dat je iets niet wilt.
C
doen wat je hebt beloofd.
D
ik weet het niet
Slide 8 - Quizvraag
Grappig.
A
kattig
B
het binnenpretje
C
lollig
D
de boosheid
Slide 9 - Quizvraag
Welke zin is juist
A
Lollig is hetzelfde als grappig
B
lollig is hetzelfde als oneerlijk
C
lollig is hetzelfde als kattig
D
ik weet het niet
Slide 10 - Quizvraag
Welke zin is juist
A
Oneerlijk is het blij zijn
B
oneerlijk is als iets niet eerlijk is
C
oneerlijk is doen wat je beloofd hebt
D
ik weet het niet
Slide 11 - Quizvraag
Hoe voel jij je vandaag?
😒🙁😐🙂😃
Slide 12 - Poll
Slide 13 - Video
Wat doe jij als je heel blij bent?
Slide 14 - Open vraag
Wat als je erg boos bent?
Slide 15 - Open vraag
Gedrag en gevoelens
Slide 16 - Woordweb
wat vonden jullie van deze les?
😒🙁😐🙂😃
