aardrijkskunde 3.1

aardrijkskunde
1 / 48
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 48 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

aardrijkskunde

Slide 1 - Tekstslide

tropisch regenwoud klimaat 
  • dicht bij de evenaar komt het tropisch regenwoudklimaat voor.
  • het is hier koud
  • het regent iedere dag
  • geen seizoenen 

Slide 2 - Tekstslide

savanne klimaat

Slide 3 - Woordweb

savanneklimaat
  • ten noorden en ten zuiden van het tropisch regenwoud klimaat ligt het savanneklimaat
  • het regent genoeg
  • er is veel groen
  • er zijn voldoende bomen

Slide 4 - Tekstslide

steppeklimaat

Slide 5 - Woordweb

steppeklimaat
  • na het savanneklimaat komt het steppeklimaat
  • er wonen weinig mensen 
  • de mensen die er wonen leven als nomaden

Slide 6 - Tekstslide

woestijnklimaat
  • hoe verder je gaat hoe droger het wordt
  • hier vind je allen zand
  • soms rotswoestijnen 

Slide 7 - Tekstslide

woestijnklimaat

Slide 8 - Woordweb

Tropisch regenwoud
Woestijn
Steppe
Savanne
droog en regen
Heel droog
veel bomen
Rots en zand
geen seizoenen
elke dag regen
weinig regen

Slide 9 - Sleepvraag

lage breedte
  • de klimaten op lage breedtezijn voorspelbaar
  • het is het hele jaar ongeveer even warm
  • de hoeveelheid regen verschilt  

Slide 10 - Tekstslide

Wat is een landklimaat?

Slide 11 - Open vraag

hooggebergte klimaat

Slide 12 - Woordweb

hooggebergteklimaat
  • hooggebergte is als het het hele jaar temperaturen onder 0 heeft
  • als het boven de 1500 meter ligt 

Slide 13 - Tekstslide

Noem een land met een "gematigd zeeklimaat"

Slide 14 - Open vraag

hoge breedte
  • alle klimaten op hoge breedte hebben een zomer en winter
  • het verschil tussen de klimaten zit vooral in de temperatuur en de lengte van het groeiseizoen 

Slide 15 - Tekstslide

wat is het verschil tussen weer en klimaat? leg de betekenis uit van beide bergippen.

Slide 16 - Open vraag

met wat heeft het weer te maken?
en wat betekent het?

Slide 17 - Woordweb

hoe dichter je naar de evenaar gaat, hoe.......... het wordt.
wat moet op de puntjes?
A
kouder
B
warmer
C
droger
D
natter

Slide 18 - Quizvraag

welk klimaat vind je dicht bij de evenaar?
A
woestijnklimaat
B
savanneklimaat
C
tropisch regenwoudklimaat
D
steppeklimaat

Slide 19 - Quizvraag

wat zijn de kenmerken van het tropisch regenwoudklimaat?

Slide 20 - Open vraag

voor wat is dit klimaat ideaal?
A
alles wat groeit en bloeit
B
gewoon alles
C
mensen
D
planten, mensen en dieren

Slide 21 - Quizvraag

komen er seizoenen voor?
A
nee
B
ja
C
ja, alleen lente en herfst
D
ja, alleen zomer en winter

Slide 22 - Quizvraag

wat zijn de kenmerken van het savanneklimaat?

Slide 23 - Open vraag

welk klimaat is er als je nog verder van de evenaar af gaat?

Slide 24 - Woordweb

wat zijn de kenmerken van het steppeklimaat?

Slide 25 - Open vraag

welk klimaat kom je tegen als je nog verder gaat van de evenaar?
A
steppeklimaat
B
landklimaat
C
woestijnklimaat
D
pool klimaat

Slide 26 - Quizvraag

wat zijn de kenmerken van het woestijnklimaat?

Slide 27 - Woordweb

is dit lage breedte of hoge breedte?

Slide 28 - Tekstslide

was die grafiek hoge of lage breedte
A
hoge breedte
B
lage breedte

Slide 29 - Quizvraag

hoe zag je dat?

Slide 30 - Woordweb

wat zijn de kenmerken van het landklimaat

Slide 31 - Woordweb

komt dit klimaat ergens speciaal op aarde voor? ( behalve op hoge breedte)
A
ja
B
nee

Slide 32 - Quizvraag

hoe dichter je bij de pool komt hoe...... het wordt. Wat moet op de puntjes?
A
kouder
B
warmer
C
droger
D
natter

Slide 33 - Quizvraag

hoe heet het klimaat dat nog kouder is dan het toendraklimaat?

Slide 34 - Woordweb

wat is een ander woord voor poolklimaat? en wat zijn de kenmerken hiervan?

Slide 35 - Open vraag

wat zijn de kenmerken van een gematigd zeeklimaat?

Slide 36 - Woordweb

welke seizoenen zijn er op hoge breedte?
A
zomer
B
lente
C
herfst
D
winter

Slide 37 - Quizvraag

wat is het verschil tussen de klimaten op hoge breedte?

Slide 38 - Open vraag

Hoe bereken je de coördinaten?

Slide 39 - Open vraag

Het noorden van Brazilië ligt bij de evenaar. Noord-Brazilië ligt dichtbij....
A
een berg
B
lage breedte
C
een zeestroom
D
hoge breedte

Slide 40 - Quizvraag

Leg uit waarom bij een lage zonnestand de aarde minder verwarmt wordt.

Slide 41 - Open vraag


Slide 42 - Poll

In welke maanden is de zon gericht op het noordelijk halfrond?

Slide 43 - Open vraag

Op 21 december schijnt de zon loodrecht op de....

Slide 44 - Open vraag

Op een pooldag.... 2 antwoorden
A
is het in de zomer dag en nacht donker (en in de winter andersom)
B
boven de poolcirkel 55,6 graad NB
C
is het in de zomer dag en lang licht (in de winter andersom)
D
boven de poolcirkel 55,6 graad ZB

Slide 45 - Quizvraag

Wat is sturingsregen?

Slide 46 - Open vraag

wat is de invloed op breedteligging?

Slide 47 - Open vraag

waarom is de begroeiing in sommige klimaten anders?

Slide 48 - Woordweb