Making Questions - Past Simple - Ch 5

• Engels
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 2

Making Questions - Past Simple

Grammar Chapter 5 

Welke tijd is de past simple?

1. verledentijd
2. tegenwoordige tijd

Met welke van deze woorden begin je een vragend zin in de past simple?

1. DO
2. DID
3. DOES

Wat is het werkwoord 'to be' in de past simple?

1. am, is and are
2. was and were

Lesdoel

Aan het einde van de les kan je een vragend zin maken in de past simple 

Hoe maak je een vragend zin in de past simple?

Stap 1: Over wie gaat het?

Hij/Zij/Het -> Dingen

He/She/It 

Dan begin je met: Did 

Ik/Jij/Wij/Hun

I/You/We/They 

Dan begin je ook met: Did

Stap 2: Hele werkwoord

She waited outside.

Did she wait outside?

He liked football.

Did he like football?

I looked outside.

Did I look outside?

Maak deze zin vragend:
My brother liked pasta.

Maak deze zin vragend:
It snowed last winter.

Maak deze zin vragend:
You passed the exam.

Uitzondering

                                                             Zie je een 'to be' of 'could' in de zin? 

Wat is de 'to be' in het v.t.?

WAS

WERE

I was a student 

She was loyal

We were together 

You were outside

GEBRUIK GEEN DO OF DOES!!!

Zet de 'to be' of 'could' voor aan in de zin en vergeet je vraagteken niet.

Was I a student?

Was she loyal?

Were we together?

I could go to the party

Could I go to the party?

Maak deze zin vragend:
He could go home.

Maak deze zin vragend:
You were on a break.

Maak deze zin vragend:
I was at home.

Onregelmatige werkwoorden

• het verandert helemaal
• je moet het uit je hoofd leren.  

Switch de werkwoord van v.t. naar t.t!!

I went to Italy.

Did I go to Italy?

He ate a big meal.

Did he eat a big meal?

Maak deze zin vragend:
I met her parents.

Maak deze zin vragend:
She forgot her book?

Maak deze zin vragend:
The lesson went well.

Regelmatige werkwoorden 

Onregelatige werkwoorden

cooked

went

walked

slept

drank

felt

rained

locked

wrote

liked

Maak deze zin vragend:
I knew she was lying.

Maak deze zin vragend:
They were in the garden.

Maak deze zin vragend:
We texted each other.

met welke woord kan je beginnen bij een vragend zin in de past simple?

Je kan een vragend zin maken in de past simple