In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we doen vandaag?
herhalen paragraaf 4 (5 min)
behandelen paragraaf 5 (10 min)
Opdrachten nakijken (10 min)
zelfstandig werken (10 min)
Wat hebben we geleerd (5 min)
Huiswerk (10 min)
Slide 1 - Tekstslide
Ontstaat conjuncturele werkloosheid tijdens hoog- of laagconjunctuur?
A
hoogconjunctuur
B
laagconjunctuur
Slide 2 - Quizvraag
veel consumentenvertrouwen is een kenmerk van een
A
hoogconjunctuur
B
laagconjunctuur
Slide 3 - Quizvraag
Hoe heet het als de bestedingen boven de trend zitten?
A
hoogconjunctuur
B
laagconjunctuur
Slide 4 - Quizvraag
Welke indicator zal afnemen bij een hoogconjunctuur?
A
Belastingontvangsten
B
Investeringen bedrijven
C
Uitkeringen
D
Inflatie
Slide 5 - Quizvraag
Deze les
Leer je maatregelen die de werkloosheid verkleinen
Slide 6 - Tekstslide
Meer kans op werk
Hoe kunnen bedrijven zorgen dat er minder mensen zonder werk zitten?
Ze kunnen deeltijd arbeiders accepteren. Deeltijd betekent dat je niet de hele week werkt.
Of kinderopvang betalen. Zo kunnen allebei de ouders werken en hoeft er niet iemand thuis op de kinderen te letten.
Slide 7 - Tekstslide
Meer kans op werk
Scholing
Verbetert de kans op werk. Mensen kunnen hun kans vergroten op werk door een opleiding te doen.
Sollicitatietraining en een aangepaste werkplek kan ook zorgen dat meer mensen aan het werk kunnen.
Slide 8 - Tekstslide
Meer kans op werk
Flexibele werktijden
Door flexibele werktijden past het aanbod beter bij de vraag.
Mensen kunnen eerder werken omdat ze bijvoorbeeld later kunnen beginnen om de kinderen naar school te brengen. Of eerder weg zodat ze naar school kunnen.
Slide 9 - Tekstslide
Meer kans op werk, werkgevers kunnen meer doen bijvoorbeeld