Bron E

Wat betekent het werkwoord 'tener'?
1 / 14
volgende
Slide 1: Open vraag
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat betekent het werkwoord 'tener'?

Slide 1 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

~los números~

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om welk getal 
gaat het?
  1. Cincuenta y dos
  2. Treinta y siete
  3. Sesenta y séis
  4. Ochenta y uno
  5. Cuarenta y nueve
  6. Noventa y cuatro
  7. Cuarenta y ocho
  8. Veinticinco
  9. Sesenta y tres
  10.  
timer
5:00

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de volgende getallen uit:
  1. 23                                  11. 42
  2. 52                                  12. 93
  3. 49                                  13. 58
  4. 75                                  14. 21
  5. 86                                  15. 71
  6. 99                                  16. 35
  7. 30                                  17. 64
  8. 67                                  18. 80
  9. 20                                  19. 67
  10. 18                                   20. 17
timer
7:30

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kies uit:

ik, jij, hij, zij, u, 
wij, jullie, zij mv, u mv
timer
0:10

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Herhaling...
  1. Wat betekent het werkwoord 'tener'? 
  2. Wanneer gebruiken we dit werkwoord? 
  3. Hoe zeg je in het Spaans "ik ben 13 jaar oud"?  
timer
2:00

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van de Frases Claves
Gesprekjes voeren in het Spaans

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vocabulario & la familia
Weet je ze nog?

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

¡Hablar en español!
timer
3:30

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

timer
5:00

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spaans & mi familia
Beschrijf minimaal 3 familieleden in het Spaans.
Verwerk onderstaande punten in je tekst.
  • Schrijf wie ze zijn.
  • Schrijf hoe ze heten.
  • Schrijf hoe oud ze zijn.
  • Schrijf waar ze wonen.

Als je verder nog iets weet mag je dat ook bij schijven. 
timer
7:30

Slide 12 - Tekstslide

Werkblad uitprinten
https://docs.google.com/document/d/18t8r_05-1wREnAzYbG53YUNJccWeBPLAcCAASyenwHk/edit 
Haz el ejercicio 13C, 14, 15B
en la página 70-72 en tu libro de trabajo.
timer
10:00

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies