Bevolking en migratie oefenen

Bevolking en migratie oefenen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bevolking en migratie oefenen

Slide 1 - Tekstslide

Wat is migratie?
A
Het verhuizen naar een ander land
B
Het verhuizen in eigen land
C
Veranderen van woonplaats
D
Emigratie

Slide 2 - Quizvraag

Migratie zorgt voor:
A
Natuurlijke bevolkingsgroei
B
Sociale bevolkingsgroei

Slide 3 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste reden voor economische migratie?
A
Onveilige situatie
B
Missen van familie
C
Werkloosheid
D
Slecht weer

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste reden voor politieke migratie?
A
Onveilige situatie
B
Missen van familie
C
Werkloosheid
D
Slecht weer

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de belangrijkste reden voor sociale migratie?
A
Onveilige situatie
B
Missen van familie of vrienden
C
Werkloosheid
D
Slecht weer

Slide 6 - Quizvraag

Het geboortecijfer van NL is...
A
1,8
B
6
C
10
D
13

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het geboortecijfer?
A
Het aantal geboortes in een land per jaar
B
Het aantal geboortes in een land per duizend inwoners per jaar
C
Het aantal geboortes per duizend inwoners per maand
D
Het aantal geboortes - het aantal sterftegevallen in een land

Slide 8 - Quizvraag

Wat is bevolkingsspreiding?
A
Gemiddelde aantal inw. per km2.
B
Opeenhoping van mensen.
C
Verdeling van bevolking over een gebied.
D
Wetenschap die bevolkingsaantallen bestudeert.

Slide 9 - Quizvraag

Is Nederland dichtbevolkt?
A
Nee
B
Ja
C
Idk
D
Nee omdat er weinig mensen er wonen.

Slide 10 - Quizvraag

Demografie bestudeert ?
A
het verhuisgedrag van de bevolking
B
omvang, samenstelling en spreiding van de bevolking
C
omvang en leeftijdsverdeling van de bevolking
D
de politieke voorkeuren van de bevolking

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het CBS?
A
Commercieel bureau van statistiek
B
Centraal bureau van statistiek
C
Centraal bedrijf van statussen
D
Commercieel bedrijf van statussen

Slide 12 - Quizvraag

Een natuurramp in je land is een push/ pull factor om te verhuizen
A
Push Factor
B
Pull Factor

Slide 13 - Quizvraag

Wat is vergrijzing?
A
De mensen krijgen steeds sneller grijs haar.
B
Mensen verven hun haar steeds meer grijs.
C
De groep mensen boven de 65 jaar wordt steeds groter.
D
De groep mensen boeven de 50 jaar wordt steeds groter.

Slide 14 - Quizvraag

Wat voor bevolkingsdiagram zie je hier?
A
Urn
B
Piramide
C
Granaat
D
toren

Slide 15 - Quizvraag

De bevolkingsspreiding in Iran is?
A
gelijkmatig
B
ongelijkmatig

Slide 16 - Quizvraag

Push en pull-factoren.
Kies het goede antwoord:
A
Werk is een push-factor
B
Werk is een pull-factor
C
Democratie is een push-factor
D
Oorlog is een pull-factor

Slide 17 - Quizvraag

Wat zal GEEN dichtbevolkt gebied zijn?
A
berggebied
B
kustgebied
C
laaggelegen gebied
D
gebied met rivieren

Slide 18 - Quizvraag

Natuurlijke bevolkingsgroei is
A
Geboorte - sterfte
B
Geboorte + sterfte
C
Sterfte - geboorte
D
Sterfte + geboorte

Slide 19 - Quizvraag

De bevolkingsdichtheid =...
A
gem. aantal inwoners per vierkante meter
B
gem. aantal inwoners in een stad
C
gem. aantal inwoners per vierkante km
D
De manier waarop de bevolking is verdeeld

Slide 20 - Quizvraag

Welke bevolkingsdiagram zou van China kunnen zijn?
A
De eerste diagram
B
De tweede diagram

Slide 21 - Quizvraag


Push & Pull factoren gaan over...
A
Welvaartsverschillen
B
Het verplaatsen van bedrijven
C
Grensconflicten
D
Migratie

Slide 22 - Quizvraag

Vluchtelingen kiezen er zelf voor om vluchteling te zijn
A
Ja dat klopt, ze kunnen toch ook thuis blijven
B
Wat een onzin!
C
Sommige

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn politieke vluchtelingen?
A
Mensen die door de politiek worden weggestuurd.
B
Mensen die nog moeten leren wat politiek is.
C
Mensen die voor de politiek werken en dit in het buitenland moeten doen.
D
Mensen die om politieke redenen hun land zijn ontvlucht. bijv. omdat ze gestraft kunnen worden.

Slide 24 - Quizvraag

Wie is een arbeidsmigrant?
A
Een Syriër die in 2019 naar Nederland vluchtte.
B
Een Jood die om zijn geloof werd vervolgd.
C
Een Marokkaan die in 1960 in NL kwam werken
D
Een katholiek die Werkzaam is in een andere kerk

Slide 25 - Quizvraag